Een groep Duitse wetenschappers onder leiding van het Leibniz-Institut DSMZ uit Braunschweig is er voor het eerst in geslaagd het komkommervirus CABYV (cucurbit aphid-borne yellows virus) te isoleren. Ze hopen daarmee een stap te kunnen zetten in de bestrijding van deze zeer schadelijke ziekte voor de komkommerfamilie. Naast komkommers bestaat die familie uit augurken, courgettes, meloenen en pompoenen.
Het CABYV-virus – dat in 1988 voor het eerst werd ontdekt in Frankrijk – is al een tijdje in opmars. Tot een paar jaar geleden kwam de ziekte alleen voor in warme gebieden zoals Azië, Afrika en Zuid-Europa, maar plantenviroloog Wulf Menzel van het Leibniz-Institut verwacht dat het virus naar het noorden zal oprukken. Slowakije, Tsjechië, Oekraïne en Polen waren de eerste Midden-Europese landen waar het virus werd aangetroffen. Vorig jaar zomer was er voor het eerst ook een uitbraak in het Zuid-Duitse Beieren. In Nederland is het virus nog onbekend.
Bij betroffen tuinders in Beieren was de opbrengst volgens Menzel tot 50% lager dan in een normaal jaar. Zorgwekkend was verder dat bij tuinders die de ziekte hadden op hun bedrijf 90% van de planten besmet waren. De schade is vergelijkbaar met een wel veel in Nederland en Duitsland voorkomend virus, het komkommerbontvirus of CGMMV.
Gele bladeren
Het CABYV-virus wordt overgedragen door bladluizen en kan zich volgens Menzel ook in leven houden op verschillende soorten onkruid. Vooral dat laatste doet hem vermoeden dat overleven in de winter geen probleem hoeft te zijn. Nieuwe uitbraken in Duitsland worden dan ook verwacht.
Menzel raadt Duitse tuinders daarom aan maatregelen te nemen om de verbreiding van het virus tegen te houden. Tot nu toe gelden voor het CABYV-virus nog geen quarantaineregels. De symptomen van het CABYV-virus zijn een gebrek aan chlorofyl of bladgroen (gele bladeren) en een verdikking van de bladeren. Vruchten vallen vaak (te) snel van de plant.