Ziekten tegengaan en behandelingen verbeteren. Dat is waar Helia Biomonitoring, een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), aan werkt. Zij ontwikkelen een technologie waarmee specifieke moleculen in een vloeistof continu gedetecteerd kunnen worden. Het is een lange weg met tussenstops in laboratoria en industriële processen om uiteindelijk bij de medische toepassing uit te komen.
“Er zijn al verschillende dingen die continu gemonitord kunnen worden bij een patiënt, zoals bijvoorbeeld hartslag, beweging en lichaamstemperatuur”, stelt Menno Prins, mede-oprichter van Helia Biomonitoring. “Ook is er al een goede sensor om glucose in de huid te detecteren, maar sensoren voor andere chemische stoffen zijn er nog niet.” Toch zou het volgens Prins heel nuttig kunnen zijn om meer stoffen te meten. “Bijvoorbeeld medicijnniveaus in het lichaam van patiënten. Zij krijgen nu vaak standaard doses, maar ieder mens is anders en verwerkt medicijnen op een andere manier. Hierdoor kan de concentratie van medicijnen in het bloed per persoon verschillen. Door middel van een sensor zou de concentratie van medicijnen precies goed ingesteld kunnen worden, wat voor de patiënt een groot verschil kan maken.”
Er zijn verschillende toepassingen van de techniek. Naast het meten van medicijnen, zal het bijvoorbeeld ook ontstekingen kunnen detecteren. “Het optreden van een ontsteking wordt nu meestal zichtbaar door het ontstaan van koorts en een verhoogde hartslag”, legt Prins uit. “Maar voordat die symptomen optreden kun je in het bloed al moleculen meten die de activatie laten zien van cellen van het immuunsysteem, wat duidt op een ontsteking.”
Er zijn nieuwe behandelingen voor bijvoorbeeld kanker die inspelen op het immuunsysteem, zogenaamde immunotherapieën. Met immunotherapie wordt het immuunsysteem geactiveerd en pakken witte bloedcellen de kanker aan. “Er zijn verschillende typen kanker die met deze behandelingen te genezen zijn”, vertelt Prins. Het kan echter voorkomen dat het immuunsysteem overactief wordt en ook gezonde cellen gaat aanvallen. “Met deze technologie zou een overactief immuunsysteem vroeg waargenomen kunnen worden”, zegt hij. “De therapie kan hier dan op worden aangepast.”
Prototypen
Voordat deze technologie daadwerkelijk gebruikt mag worden in het ziekenhuis, moet er veel onderzoek worden gedaan en verschillende prototypen gebouwd. “Het gaat om de behandeling van zieke mensen”, stelt Prins. “Dan moet de kans zo klein mogelijk zijn dat het negatieve gevolgen kan hebben voor de patiënt.” Volgend jaar wil hij de technologie gaan testen buiten het laboratorium. “Dat is eigenlijk het eerste prototype. Al kan het dan alleen nog maar gebruikt worden door onderzoekers, niet door leken. Het mag dan ook zeker nog niet bij patiënten gebruikt worden.”
Industriële toepassing
De medische toepassing van de techniek blijft volgens Prins het belangrijkste doel. “Maar we kunnen het daarbuiten misschien al eerder toepassen, bijvoorbeeld in de industrie.” In fabrieken zou het systeem kunnen helpen bij zuiveringsprocessen. “Bij het verwerken van ruwe landbouwproducten tot voedingsingrediënten, kan het nuttig zijn om concentraties van onzuiverheden goed in de gaten te houden. Met deze informatie kunnen de fabricageprocessen optimaal worden ingesteld, bijvoorbeeld voor een verminderd energieverbruik.” Het op de markt brengen van een sensorsysteem voor de industrie kan volgens Prins sneller gaan dan voor de medische sector. “Een nieuw product zal in de begintijd nog niet altijd perfect werken. In de industrie kan een hapering gemakkelijker worden opgevangen dan in een medische setting.” Daarnaast zal de toepassing in de industrie waardevolle bevindingen opleveren die de technologie geschikt zullen maken voor latere toepassing in de medische sector.
De zoektocht naar partners
De zoektocht naar de juiste toepassingen van de technologie en de bijpassende partners, is volgens Prins een interessante stap in de ontwikkeling van het bedrijf. “Als we iets te pakken hebben waarvan we denken dat het kansrijk is, dan geeft dat een euforisch gevoel”, zegt hij. “Het is niet makkelijk om partners te vinden met passende toekomst visies en aanvullende kennis.” Daarnaast kijken we sterk naar de wereldwijde trends op dit moment en die van de toekomst. “We willen meeliften op trends zodat we straks een product hebben dat jarenlang nuttig gebruikt kan worden.”
Daarom is de ontwikkeling van het eerste product nog in volle gang. “We hebben nu vier toepassingsgebieden voor de technologie en bij elke toepassing hebben we mogelijke partners gevonden”, vertelt Prins. “Een groeipad vaststellen is een belangrijk punt voor het komende jaar. Daarin kijken we ook hoe de toepassingen het best op elkaar aan kunnen sluiten om uiteindelijk bij de medische toepassing uit te komen.” Er zijn twee belangrijke punten die hieraan bij kunnen dragen: het aantrekken van mensen met de juiste expertises en het ontwikkelen van een financieringpad. “Prototypen moeten uiteindelijk uitwijzen hoe de techniek het beste toegepast kan worden en wanneer deze klaar is voor de markt.” Zowel de techniek als de bedrijfsvoering er omheen groeien nog volop.