Met het aantreden van de nieuwe Europese Commissie waarmee het Europees Parlement na een lange reeks van persoonlijke verhoren gisteren ingestemd heeft, gaat de Europese Unie een nieuwe fase in. De nieuwe voorzitter, Ursula von der Leyen, heeft een strakke lijn uitgezet voor haar commissarissen die in hoofdzaak gericht is op het klimaatneutraal maken van Europa. De andere grote pijler onder haar voorgenomen beleid is het vergroten van de concurrentiekracht van de Europese Unie.
De hamvraag is natuurlijk hoe zij en haar mede-commissarissen die doelstellingen willen bereiken. In hoofdzaak komt dat hier op neer: onderzoek doen naar betere productiemethoden en de bestaande innoveren. Daar is dus geld voor nodig.
Bittere noodzaak
Innoveren en daarin investeren is bittere noodzaak, volgens het nieuwe Europese bestuur. In de eerste plaats omdat de Europese Unie in 2050 geheel CO2-neutraal moet zijn. Dat betekent dat we dan CO2-neutraal moeten wonen, rijden, vliegen en produceren. Een hele opgave dus. In de tweede plaats omdat concurrerende grootmachten zoals de VS (2,8%), Zuid-Korea (4,2%) en Japan (3,3%) veel hogere percentages van het BNP in innovatie steken dan de EU (2,1% terwijl het streven minimaal 3% is). Deze landen scoren dan ook beter bij het innoveren van hun bedrijfsleven. Daardoor raakt de EU vergeleken bij hen achterop, volgens de Bulgaarse eurocommissaris Mariya Gabriel, die de komende periode over het innovatiebudget gaat.
Gabriel wil – zoals haar voorganger Carlos Moedas vorig jaar al aankondigde – het budget van het onderzoeks- en innovatiefonds Horizon Europe verhogen van bijna 100 miljard euro naar 120 miljard euro. Dat bedrag wordt dan uitgesmeerd over de begrotingsperiode 2021 tot en met 2027. Dat geld moet gaan naar fundamenteel onderzoek aan universiteiten en innovatie door grote bedrijven, start-ups en MKB.
Geen appeltje-eitje
Een nobel streven, waar geen enkele lidstaat eigenlijk tegen kan zijn. Appeltje-eitje, zou je denken. Maar nee. Het leven is ingewikkeld binnen de burelen van de Europese instellingen die voortdurend zaken moeten doen met de regeringen van de 28 – en als er een Brexit komt 27 – lidstaten. En die regeringen moeten weer zaken doen met hun achterban in steden en plattelandsregio’s van hun land. En de achterban in met name de armere EU-regio’s kan de innovatieplannen van deze nieuwe Europese Commissie nog wel eens lelijk in de wielen rijden.
Het grote gevecht wordt gevoerd via de besprekingen van de regeringsleiders over de meerjarenbegroting van de Europese Unie die ze in 2020 moeten afhameren. Von der Leyen wil meer geld van de lidstaten om haar ambitieuze beleidsprogramma uit te kunnen voeren. Maar de lidstaten willen de EU geen hoger percentage van hun BNP betalen, zegt woordvoerder Roy Kenkel van de Permanente Vertegenwoordiging (PV) van Nederland in Brussel. (De Europese Commissie wil van Nederland bijvoorbeeld een afdracht van 1,11% van het BNP terwijl het nu 1% betaalt.) „Nederland is voorstander van een groter innovatiebudget. Dat vinden wij een heel goed idee! Maar wij denken ook dat dit geld uit de middelen kan komen die de Europese Commissie ter beschikking krijgt als we hetzelfde percentage blijven afdragen als we nu doen. Ons BNP groeit, dus onze afdracht levert de EU sowieso meer geld op bij een gelijkblijvend percentage van ons BNP.”
Niet in begroting vermeld
Logischer is dat de EU haar begroting opnieuw indeelt, en aanpast aan de eisen van deze tijd, zegt Kenkel. Dat zei ook Von der Leyen, in haar toespraak gisteren. Volgens Von der Leyen moet de meerjarenbegroting, in jargon het MFF, ofwel Multiannual Financial Framework, niet gezien worden als een simpele rekensom van uitgaven maar als een beleidsinstrument dat de begroting van de Europese Unie moderniseert. Dat kan zo zijn, alleen het probleem is tot nu toe wel dat je dat niet kunt zien aan het stuk dat de Europese Commissie vorig jaar mei naar de lidstaten stuurde en waarover de lidstaten nu onderhandelen. Daar staat bijvoorbeeld niet in dat het Horizon-fonds voor innovatie met 20 miljard moet groeien. Terwijl de nieuwe Europese Commissie dat geld wel wil inzetten om te koppelen aan gericht industrieel beleid. Iets dat nieuw is voor de Europese Unie, zo zei de Franse eurocommissaris voor interne markt en industrie, Thierry Breton, tijdens zijn hearing afgelopen maand tegen het Europees Parlement.
Een manier om die extra 20 miljard euro alsnog in de begroting te krijgen, is dat de Europese Commissie een apart extra voorstel indient daarvoor bij de lidstaten, zegt Kenkel van de PV in Brussel. Maar dat ligt volgens hem niet heel erg voor de hand omdat dit omslachtig is en de onderhandelingen al lopen. Het is volgens hem logischer om het onderwerp tijdens de lopende onderhandelingen te bespreken. Dan is de vraag hoe belangrijk de lidstaten de groei van het innovatiefonds vinden, vergeleken met die van andere uitgaven zoals voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en cohesiefonds, waaruit de ontwikkeling van arme regio’s betaald moeten worden. Van beide kostenposten wil de Europese Commissie juist 5 procent afhalen. En dat willen de landen die daar van het meest profiteren weer niet.
Lees ook: Europese vliegtuigindustrie wil Europees geld voor emissieloze vliegtuigen
88 miljard geboden
De signalen zijn in dat opzicht niet heel gunstig, zegt directeur Guillaume Gillet van InnoEnergy in Brussel, een investeringsbedrijf dat geld van particuliere beleggers en het Horizon-fonds steekt in veelbelovende, innovatieve start-ups op het gebied van energie. „Er wordt gezegd dat het Finse voorzitterschap het budget voor Horizon wil verlagen tot 88 miljard euro. Alleen als het Europees Parlement er heel hard voor gaat vechten kan het misschien 120 miljard worden.”
De vraag is hoe erg dit is. Immers, vice-voorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans kondigde al aan dat een deel van de fondsen voor cohesie en landbouw gebruikt kan worden voor innovatie in de agrarische sector en ontwikkeling van de landelijke gebieden. De bedoeling is dat de gelden zo bijdragen aan het klimaatbestendig maken van Europa.
Lees ook: Eurocommissaris Timmermans wil CO2-belasting aan de buitengrenzen van de EU
Verschil met de financiering van innovatie via deze fondsen is echter dat de gelden verdeeld worden via de regeringen van de lidstaten. Die het weer verdelen onder hun nationale achterbannen. In hoeverre dat de Europese samenwerking en de Europese coördinatie van het industriebeleid ten goede komt moet blijken.
Te weinig geld voor scale-ups
Ander punt is volgens investeerder Gillet dat de Europese Commissie via Horizon direct in innovatieve start-ups investeert die anders niet aan geld kunnen komen omdat hun rendement onzeker is. Dat gaat nu goed. Al zou een groter Horizon-fonds die steun volgens Gillet robuuster maken. Probleem is tot op heden dat er te weinig geld is om te investeren in het doorgroeien van start-ups. Ze hebben het daardoor moeilijk om volwassen bedrijven te worden die in Europa kunnen groeien en bloeien. Het zijn juist deze scale-ups zijn die zorgen voor werkgelegenheid, kennisontwikkeling en welvaart. „Amerikaanse en Aziatische investeerders steken er wel geld in door hun meer agressieve cultuur voor wat betreft het risicovol beleggen van kapitaal. Daardoor raakt Europa een aantal succesvolle start-ups kwijt.”
Lees ook: Europa moet investeren in hub voor gebruik van mensgerichte robot in het MKB
Terwijl je die juist zou willen behouden. Dat zei ook Von der Leyen gisteren in haar speech. Of ze daar de komende periode succes mee zal boeken, wordt duidelijk als volgend jaar het nieuwe MFF afgekaart is.