Wie kan nu beter de vraag beantwoorden waarom Spanje zover achterloopt als het gaat om innovatie dan de minister zelf? Zo ging ik onlangs met een paar buitenlandse collega’s op bezoek bij Pedro Duque. Voormalig ruimtevaarder en nu als onafhankelijk lid van de regering van Pedro Sánchez aan het hoofd van het Ministerie van Wetenschap en Innovatie. „Spanje heeft veel meer te bieden dan alleen toerisme”, zo luidde zijn algehele conclusie. „Er is voldoende hoogwaardige technologische kennis, maar daarvoor moeten wij wel ruimte creëren.”
Duque behoorde lang tot de beste stuurlui aan de wal. Als voormalig astronaut van de Europese Ruimtevaartorganisatie had hij allerlei ideeën om het Zuid-Europese land op technologisch gebied vooruit te helpen, maar tot zijn afgrijzen zag Duque dat er weinig tot niets mee gedaan werd. Totdat de sociaal-democraat Sánchez in juni 2018 opeens volkomen onverwacht aan de macht kwam en zich wendde tot Duque. „Toen was er geen weg meer terug”, zegt de 56-jarige Spanjaard lachend. „Want als minister kreeg ik alles in eigen hand.”
Veranderen van mentaliteit
Het is aan Duque om wetenschap en innovatie hoog op de agenda te zetten. Na de val van de regering vorig jaar februari is hij nu aan zijn tweede termijn bezig is een nieuwe linkse coalitie van PSOE en Podemos. Nog altijd blijft Spanje met een besteding van 1,2 procent van het bbp aan research and development ver achter op het Europese gemiddelde van 2,1 procent en het uiteindelijke doel van 3 procent. „We moeten onze mentaliteit veranderen”, stelt Duque. „Want als we echt aansluiting willen krijgen moeten we investeren in innovatie, betere eigen producten maken en daarmee automatisch hogere salarissen betalen.”
Het investeren in de verre toekomst zit Spanjaarden nu eenmaal niet in het bloed. Het midden- en kleinbedrijf is de motor van de Spaanse economie en daar kijken de werkgevers en werknemers naar het heden. Met een minimumsalaris van 950 euro is het voor velen vooral overleven geblazen. „Dus wij moeten als regering de innovatie een handje helpen. Daar hebben we verschillende programma’s voor”, legt hij uit. „Zo kunnen bedrijven overal in het land gebruikmaken van technologische centra om zelf producten te ontwikkelen.”
Maar Duque denkt ook groter. Zo is er 70 miljoen euro beschikbaar voor zogenoemde ‘moonshot missies’. Daarbij wordt een ver doel in de toekomst geformuleerd en is het bedoeling dat op weg daarnaar toe allerlei nieuwe technologie wordt ontwikkeld. Als die tussentijdse doelen worden gehaald wordt de steun gegeven. Daarbij kan worden gedacht aan het duurzamer maken van batterijen van elektrische auto’s. „We moeten gaan inzien dat innovatie ook echt lonend kan zijn”, vertelt Duque. „Het zou niet nodig moeten zijn dat goede Spaanse wetenschappers hun oog richten op het buitenland.”
Europese maanmissie
Het bezoek aan de voormalig astronaut zou niet compleet zijn zonder de vraag of er niet eens een Europeaan op de maan moeten komen te staan. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. „Ik geloof dat de Amerikanen om een of andere reden snel een nieuwe reis willen maken. De planning daarvoor in 2024. Een Europese missie is alleen mogelijk als we alle handen ineen slaan. Maar nu zijn andere doelen belangrijker. Als we willen dat de hele Europese Unie vooruitgaat, dan moeten we streven naar convergentie. Zodat overal kennis wordt geproduceerd, overal de levensstandaard omhoog gaat en overal de levensstandaard naar een hoger niveau gaat. Een maanlanding heeft op dit moment in Europa iets minder prioriteit.”
Lees hier de eerdere columns van Koen Greven over Spaanse innovatie.