Edtech-bedrijven gaan op dit moment keihard. Waar ook ter wereld zitten scholieren thuis omdat de schoolgebouwen gesloten zijn vanwege gevaar voor besmetting met het coronavirus. Maar ondertussen moeten ze wel leren. Hoe dan?, leek de grote vraag. De oplossing was er al een paar jaar, maar die werd alleen nog niet geaccepteerd door onderwijzers en vakdocenten, zegt Klaas Lameijer, directeur van het in de VS gevestigde Symbaloo dat online leermethodes aanbiedt voor basisscholen en middelbare scholen. „De meesten wilden in eerste instantie volgens het boekje blijven lesgeven.”
Maar die koudwatervrees voor het nieuwe leren is als sneeuw voor de zon verdwenen nu de nood aan de man komt. Voor de coronacrisis waren er 300.000 leraren aangesloten op de online leerpaden van Symbaloo in de VS, zegt Lameijer. Dat leverde zo’n 10 miljoen unieke bezoekers per maand op. Dat zijn grotendeels leerlingen uit de klassen van de bij Symbaloo aangesloten leraren.
Miljoenen online scholieren in VS erbij
Dat zijn er inmiddels vele malen meer. Hij heeft het lesmateriaal gratis ter beschikking ter beschikking gesteld van scholen (waarvan 70 procent in de VS dicht gegaan is) die nu geen les kunnen geven omdat ze daar de tools niet voor in huis hebben.
„Omdat we de tool nu gratis leveren, gaan we er niet direct aan verdienen. We leveren zelfs in”, zegt Lameijer. Maar inmiddels zijn er zoveel leraren bij gekomen en zelfs districten die voor alle scholen in hun gebied een contract met Symbaloo willen afsluiten dat de omzet na de crisis waarschijnlijk omhoog zal schieten. „We zijn in gesprek met het district van Los Angeles. Als zij een contract afsluiten voor al hun scholen komen er 17 miljoen gebruikers van ons platform bij.”
Alleen dat contract zou dus al bijna tot een verdubbeling leiden. De winst schiet als de verwachtingen uitkomen van 350.000 dollar per jaar naar 1,4 miljoen.
AI analyseert hoe kind leert
Interessant is dat het product dat Lameijer en zijn compagnons aanbieden ook zonder crisis al een oplossing bood voor kinderen die sneller leren dan de docent hen toestaat als deze het bekende boekje blijft volgen. Met de tools van Symbaloo analyseert AI hoe snel en hoe goed een kind op bepaalde leermethodes reageert. Als een bepaalde methode goed werkt, krijgt het kind automatisch nieuwe leerstof aangeboden op een manier die ook goed voor het kind werkt. De kinderen krijgen dus niet allemaal dezelfde leermethodes aangeboden. Maar ze leren volgens Lameijer wel allemaal wat ze moeten leren.
Blijkbaar is er een crisis nodig om scholen van de gebaande paden af te leiden en ze gebruik te laten maken van innovatieve leerproducten. Dat blijkt ook uit de ervaring van Anouk Binckhuysen van de Utrechtse start-up Faqta. Zij ontwikkelde met haar collega’s online lesmethodes voor de vakken buiten rekenen en taal. Zoals techniek, geschiedenis, programmeren, economie en voeding.
Utrechtse start-up levert ineens aan drie keer zoveel scholen
Dat deed ze onder andere omdat basisscholen geen vakdocenten hebben waardoor er minder aandacht is voor dat soort onderwerpen terwijl kinderen er wel veel baat bij hebben om daarover te leren. Maar nu door de coronacrisis de kinderen thuis zitten, willen de scholen wel gebruik maken van de online lespakketten, zegt Binckhuysen. Voor de coronacrisis gebruikten 170 scholen de onlinelessen van Faqta. Maar in tien dagen is dat aantal gegroeid tot 500. De nieuwe scholen mogen de licentie gratis gebruiken, zegt Binckhuysen. Als de crisis voorbij is, kunnen ze dan besluiten om er een contract voor af te sluiten, of niet.
„Het is nu een goede oplossing voor de ouders die nu hun kinderen zelf les geven. De kinderen kunnen de lessen volgen via een IPad bijvoorbeeld. De ouders hoeven de kinderen alleen maar te coachen.”
Het leuke aan deze methode is dat kinderen zelfstandig kunnen werken. Ze hebben de docent dan niet echt nodig om te iets uit te leggen. „Die zou in dat soort vakken ook functioneren als een coach”, zegt Binckhuysen.
Doorbraak voor online leren?
Wie weet betekent de coronacrisis de doorbraak voor online leren voor kinderen. Of dat nu wel of niet zo is, Lameijer gelooft heilig in het concept. „Waarom zouden kinderen de hele dag in de klas moeten zitten? Kinderen die hun werk snel af hebben moeten dan een hele tijd wachten tot ze weer verder kunnen. Nu kan een leraar via het platform op afstand zien waar het kind mee bezig is, hoe snel het een opdracht afmaakt, of dat het ergens vast loopt. De leraar kan chatten als deze denkt dat het niet goed gaat. Of een extra leuke opdracht geven als het kind juist heel snel klaar is. Het is niet zo dat je geen controle hebt als je niet in de klas zit.”
Als de innovatieve leermethodes voor kinderen inderdaad een vlucht nemen na de coronacrisis, kan dat betekenen dat onderwijs goedkoper wordt, denkt Lameijer. „Dan hoef je niet meer van die grote gebouwen te hebben. Die kosten heel veel geld.”
Maar waar moeten ze dan naar toe? Er is van alles voorstelbaar, denkt hij. Misschien leren de kinderen wel in groepjes dicht bij huis onder begeleiding van een ouder, en gaan ze minder dagen per week naar school.
Betere scores voor universiteit
De belangrijkste reden om door te gaan is dat online leerpaden op basisscholen en middelbare scholen de kinderen beter voorbereiden op de universiteit, zegt Lameijer. „Die zijn heel erg duur in de VS. Als je heel goed bent, krijg je een beurs. Dus als ze betere resultaten behalen door online leermethodes zullen docenten daarin investeren.”