Brabant en Duitse deelstaten als Baden-Württemberg en Beieren hebben veel overeenkomsten. Ze schitteren door hightech, vooraanstaande universiteiten, en een hoge patentdichtheid. Natuurlijk is de markt en de slagkracht van de Duitse regio vele malen groter dan die van Brabant. Daar ligt juist de kans voor de Brabantse economie, vertelt gedeputeerde Economie, Kennis en Talentontwikkeling Martijn van Gruijthuijsen van de provincie Noord-Brabant.
Van Gruijthuijsen leidde vorige week, namens Nederland, een handelsmissie naar Baden-Württemberg met als thema Green en Smart Mobility. Voor de gedeputeerde een goede gelegenheid om naar kennis te maken met de bestuurders van die regio. Zo sprak hij met Winfried Hermann, minister voor Mobiliteit en Infrastructuur, Theresia Bauer, minister voor Wetenschap, Onderwijs en Cultuur en staatssecretaris van Economische Zaken Katrin Schütz. “Ik vind het belangrijk om de vertegenwoordigers van Baden-Württemberg snel te leren kennen zodat ik een goed en efficiënt vervolg kan geven aan de goede relatie die Brabant al met deze regio heeft.”
Contacten leggen
Het programma bevatte onder meer een bezoek aan het kennisinstituut Fraunhofer, de technische universiteit van Karlsruhe en de incubator start-up, Arena 2036. Allemaal bedoeld om de delegatie van Brabantse ondernemers, die op uitnodiging van de provincie Noord-Brabant deelnamen aan de reis, te laten zien en horen hoe kennisinstellingen en bedrijven daar mobiliteit- en infrastructuurvraagstukken benaderen. “En om contacten te leggen”, benadrukt Van Gruijthuijsen.
Van Gruijthuijsen kijkt tevreden terug. “Het was een inspirerende en succesvolle reis. Ook de ondernemers, die ik gesproken heb, zijn tevreden.” Voor sommigen was het de eerste keer, anderen namen al eerder deel aan een handelsmissie. “Het is toch altijd wel even spannend of er een connectie is. Zo’n reis is een investering om relaties op te bouwen. Ondernemers die hier al langer zaken doen en bekend zijn met hoe het hier reilt en zeilt, zijn meegegaan om bijvoorbeeld doelgericht contacten te leggen of bestaande relaties te verdiepen.”
Duitsland als focusland
Duitsland is voor de provincie Noord-Brabant een focusland. Ruim 11,8 miljard euro, een kleine 20 procent van het totaal aan export, ging in 2018 naar de Duitse markt. De provincie investeert flink in die samenwerking; zij heeft onder meer permanent een medewerker in München, in ’s-Hertogenbosch werkt een beleidsmedewerker volledig aan de relatie met Duitsland en de provincie organiseert regelmatig bezoeken aan de verschillende regio’s. Naast Baden-Württemberg richt de provincie zich op Beieren, Nordrhein-Westfalen, Saksen en Thüringen.
Net na zijn aanstelling als gedeputeerde, afgelopen zomer, volgde in oktober een bezoek aan eMove360° 2019, een e-beurs in München. Daar zag Van Gruijthuijsen al dat de Brabanders een duidelijke positie hebben om mee te denken over bijvoorbeeld de laadinfrastructuur. Zoals het Bredase technologie bedrijf PRE Power Developers. Het bedrijf levert onder meer innovatieve laadtechnologie om een auto direct te laden met (zonne)energie, de energie op te slaan en deze vervolgens te gebruiken voor meer dan alleen rijden, de Vehicle to Grid technology.
Zichtbaar zijn
Met die technologie loopt Nederland voorop, vertelt Menno Kardolus, algemeen directeur PRE Power Developers. “Duitsland is bezig met een inhaalslag en voor ons een belangrijke markt. We investeren enorm om er zichtbaar te zijn.” Het bedrijf heeft twee medewerkers in Duitsland, bezoekt elke beurs en is van plan er binnenkort een kantoor te vestigen. Het technologiebedrijf is dit keer voor het eerst mee op handelsmissie. Kardolus: “Het is heel professioneel georganiseerd. En het levert net wat officiëlere ingangen op bij bedrijven dan een bezoek aan een beurs.”
Valorisatie-propositie
Van Gruijthuijsen: “De Duitsers staan bekend om hun gründlichkeit. Die gründlichkeit is goed en heeft zich zeker in de auto-industrie altijd bewezen.” Er is ook een keerzijde, het maakt een bedrijf minder wendbaar, stelt Van Gruijthuijsen. “Waar de Duitser de neiging heeft om nog een week te wachten, want dan weet hij zeker dat het klaar is, zeggen wij: ‘Tachtig procent is ook een mooi resultaat, laten we het gaan testen.’ Dat is onze valorisatie-propositie. Die trits van kennis, kunde, kassa. Daarmee kunnen we helpen om bijvoorbeeld die auto-industrie wendbaarder te maken.”
Ook met doorbraaktechnologieën als fotonica, kunstmatige intelligentie, big data en robotica kan Brabant van meerwaarde zijn voor Duitsland. Niet alleen in de auto-industrie ook in de gezondheidszorg en agrifood ziet de provincie kansen.
Korte lijnen
Het Brabantse ecosysteem helpt innovaties snel naar de markt te brengen. De samenwerking tussen kennisinstellingen als de Technische Universiteit Eindhoven, University of Tilburg, Fontys Hogescholen, Summa College, bedrijfsleven en de overheid maakt dat mensen elkaar snel kunnen vinden, legt Van Gruijthuijsen uit. “Het klinkt misschien wat overdreven maar als Wim van de Leegte van VDL denkt: ik heb hier een interessante techniek maar ik kom er zelf niet helemaal uit, dan belt hij bijvoorbeeld naar Philips en maken ze een afspraak. Misschien dat Philips er iets voor voelt.”
“Als provincie Noord-Brabant creëren wij de basis waarop ondernemers en instellingen met elkaar kunnen samenwerken. Dat is waarmee we als regionale overheid het verschil kunnen maken. Het lijkt een appeltje-eitje-logica, maar die goede samenwerking vraagt om langdurig commitment.”
Matchmaking
Het commitment om de bestaande relatie te verdiepen en te verbreden is wederzijds, merkte Van Gruijthuijsen tijdens de handelsmissie. In het gesprek met de staatssecretaris Schütz bijvoorbeeld. “Het idee kwam op tafel om te investeren in een gezamenlijk Smart Industry Lab, met als thema Artificial Intelligence. Daar hebben we direct een klap opgegeven. Ambtenaren van beide partijen werken het plan verder uit. We organiseren bijvoorbeeld een matchmaking event in Brabant om bedrijven en instellingen uit Baden-Württemberg en Brabant met elkaar te laten samenwerken.”
Van Gruijthuijsen raakte zelf erg geïnspireerd door de uitreiking van de ThinKing Award 2019 van Leichtbau BW. “De prijs gaat naar deskundigen en start-ups uit Baden-Württemberg die werken met lichtgewicht materialen. Als je dat op een goede manier weet toe te passen dan kun je in de auto-industrie bijvoorbeeld staal vervangen door bijvoorbeeld composiet. Door de afname in gewicht zijn de elektrische vervoersmiddelen zuiniger en hebben ze een groter bereik.” Ook weer een aanknopingspunt voor de Brabantse ondernemers om met de Duitsers in gesprek te gaan over hoe zo’n innovatie naar de markt te brengen.