Als Duitsland de energieomslag wil bereiken, zal het totale vermogen aan opgewekte zonne-energie moeten stijgen naar 500 gigawatt. Daarvoor is echter onvoldoende land beschikbaar. Het Fraunhofer-Institut für Solare Energiesysteme ISE heeft onderzoek gedaan naar even eenvoudige als doeltreffende oplossing. Je legt gewoon drijvende zonnecentrales aan in de vele meren die na bruinkoolafbouw zijn overgebleven. Bijkomstig voordeel is dat het water ook nog een koelend effect heeft, wat de opwekking van zonnestroom ten goede komt.
De studie werd uitgevoerd in opdracht van BayWa r.e. – een onderneming op het gebied van duurzame energie. Dit bedrijf heeft in Nederland al drie drijvende zonnecentrales gebouwd met een totaal geïnstalleerd vermogen van ongeveer 25 MWp (=Watt Peak; gangbare benaming voor het vermogen van de installatie). In Nederland is de vergoeding voldoende om drijvende systemen rendabel te kunnen exploiteren.
500 bruinkoolmeren in Duitsland
Duitsland telt zo’n 500 bruinkoolmeren met een totale oppervlakte van 47.251 hectare. De meeste daarvan bevinden zich in de vormalige Oost-Duitse deelstaten Brandenburg (29,8%), Saksen-Anhalt (28,2%) en Saksen (15,7%). De open mijnbouwregio’s zijn zeer geschikt voor de installatie van drijvende fotovoltaïsche systemen, omdat er al uitstekende aansluitingen zijn op het bestaande stroomnet. De modules – en meestal ook de omvormers – worden gemonteerd op drijvers die aan de oever of in de bodem van het meer zijn verankerd. De installaties op het water zijn wel duurder dan die op land. Dat is mede afhankelijk van de diepte van het meer. De elektriciteitsproductiekosten van drijvende systemen liggen gemiddeld tien tot vijftien procent hoger dan die van conventionele systemen.
Enorm potentieel voor stroomopwekking
Volgens het onderzoek kan in de meren van de voormalige bruinkoolmijnen in Duitsland zeker 56 Gigawatt/uur aan stroom worden opgewekt. De meren die een rol spelen op het gebied van vrijetijdsactiviteiten, toerisme, natuur- en landschapsbehoud zijn daarbij niet meegerekend. Ook de meren waarbij er aan de oever geen installatie kon worden gebouwd en die kleinre waren dan een hectare of een zeer wisselende diepte hadden, werden niet in het onderzoek betrokken. Ook andere natuurlijke en kunstmatige binnenwateren bleven buiten beschouwing. Zouden die wel worden meegerekend, dan beschikt Duitsland over een immens potentieel aan voor opwekking van zonne-energie geschikte ruimte. De eerste drijvende zonne-installatie met een vermogen van 750 kW werd vorig jaar aangelegd.
Stimuleringsmaatregelen voor drijvende zonne-installaties
De experts van Fraunhofer ISE komen met een reeks van aanbevelingen om de aanleg van drijvende zonne-installaties te bevorderen. Zo denken ze aan het toekennen van een speciale status voor installaties die geen effect hebben op het milieu bij de verlening van omgevingsvergunningen. Verder kunnen bruinkoolmijnen in dagbouw opgenomen worden in de Wet op de hernieuwbare energiebronnen (EEG) en als omschakelingsgebied worden geclassificeerd. Drijvende zonne-projecten zouden zo kunnen deelnemen aan aanbestedingen van het Federaal Netwerkagentschap.
Het zou ook nuttig kunnen zijn dit als idee mee te nemen in plannen voor de sanering van voormalige dagbouwmijnen. Er moet volgens het instituut wel goed gekeken worden naar het draagvlak voor deze drijvende zonne-centrales. Zo’n meer valt dan namelijk niet meer te gebruiken voor toeristische doeleinden, lokale recreatie, natuurbehoud en waterbeheer. Ook de milieuaspecten moeten goed bekeken worden. Het Fraunhofer Institut adviseert daarom ook nadrukkelijk een inspraakprocedure op te zetten.
Andere IO-artikelen over duurzame energie leest u via deze link