Een drone die herkent wanneer een voetballer flauwvalt of een rel uitbreekt. Over ongeveer vijf jaar vliegt deze waarschijnlijk door het Philips Stadion in Eindhoven. Blue Jay, een studententeam van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), ontwikkelt een vliegende assistent voor het veiligheidsteam.
De drone gaat de beveiligers, brandweermannen en politieagenten rondom het Philips Stadion helpen bij de beveiliging tijdens wedstrijden en evenementen. “De drone kan ongewone situaties herkennen en dat doorgeven aan hulpverleners”, vertelt Emmie Schoutens, PR-manager bij Blue Jay. “We willen dat de drone ook een AED kan brengen naar een slachtoffer. Bovendien werken we aan een functie waarmee de drone kan praten, bijvoorbeeld om mensen naar een uitgang te begeleiden.” Op dit moment kan de drone volgens de PR-manager al herkennen wanneer iemand valt, de andere technieken moeten nog verder worden ontwikkeld.
Technieken samenbrengen
Omdat het apparaat gebruik maakt van verschillende technieken, werken de studenten in verschillende teams. “Zo proberen we op alle vlakken het beste resultaat te behalen”, stelt Schoutens. Het softwareteam zorgt ervoor dat de drone zelfstandig kan vliegen en obstakels kan omzeilen. Zorgen voor een goed werkende emotiedetectie is de taak van het team rond interaction design. Daarnaast werken zij ook aan een applicatie waardoor de drone kan praten. Het hardwareteam zorgt voor het optimale product. “Als al deze technieken goed zijn ontwikkeld, dan brengen we alles samen in de uiteindelijke machine.”
Maar er is meer nodig voor de ideale drone. De ontwikkeling is volgens haar ook afhankelijk van andere technieken en producten, bijvoorbeeld batterijen. “Hoe lichter de batterijen, hoe minder power de drone nodig heeft om zelf op te stijgen. Zijn eigen gewicht is dan minder, dus kan de kracht gebruikt worden voor iets anders. Zoals bijvoorbeeld het optillen van zwaardere spullen”, licht Schoutens toe.
Assistent in het ziekenhuis
Studententeam Blue Jay is al zo’n twee jaar bezig met de ontwikkeling van een hulpdrone. In eerste instantie was de bedoeling dat deze als assistent in het ziekenhuis zou vliegen. Dat bleek achteraf lastiger dan gedacht. “Een drone veroorzaakt namelijk luchtverplaatsing, een soort wind. Door die wind in de smalle gangen van het ziekenhuis wordt de machine instabieler.” Daarom is het team nu een andere weg ingeslagen, maar de studenten hebben het ziekenhuis niet helemaal uit het oog verloren. “We blijven wel kijken naar de toepassing in het ziekenhuis. Een smallere drone, met maar één propeller in plaats van vier, zou een uitkomst kunnen zijn.” Daarom is het team nu bezig met een project om dit te ontwikkelen. “Het is nog best een uitdaging om maar één propeller te gebruiken. De drone moet dan goed bijgestuurd worden omdat hij anders om zijn eigen as gaat draaien.”
Na de zomer beginnen nieuwe studenten binnen het team. Zij nemen het stokje over van de huidige groep. “Zij gaan de techniek verder uitbreiden en doorontwikkelen waardoor de drone nog nauwkeuriger kan vliegen en op tijd stil kan staan voor obstakels”, vertelt Schoutens. Daarnaast is er ook een persoonlijk motief om deel te nemen in het team. “Het is een mooie kans om dingen die je tijdens je studie leert in de praktijk te brengen. Iedereen werkt vanuit de passie om drones te ontwikkelen die het leven makkelijker en veiliger maken.”