Innovation Origins krijgt er vanaf dit weekend een nieuwe columnist bij: Floris Beemster (43 jaar) is een expert op het gebied van urbane innovatie en Duitsland. Beemster werkt voor het Nederlandse adviesbureau APPM samen met collega Sophie Vaessen in Berlijn aan “een mooier Duitsland”.
APPM werkt in Duitsland als onafhankelijk expert aan slimme en duurzame mobiliteit voor publieke en private opdrachtgevers. Denk aan een betere bereikbaarheid van steden, organiseren van deelmobiliteit en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Voor Innovation Origins zal Beemster een keer per maand verslag doen over zijn ervaringen.
Wordt Duitsland een nieuwe ervaring voor je?
Nee, ik ken Berlijn en Duitsland al langer dan vandaag. De eerste keer dat ik hier neerstreek was in 2001 voor een studie Godsdienstfilosofie. Daarna ben ik teruggegaan naar Nederland en heb eerst voor een politieke partij internationale betrekkingen georganiseerd en heb me daarna voor de gemeente Amsterdam gestort op stadsontwikkeling.
Ik ben me daarbij steeds meer gaan verdiepen in woningmarktthema’s en mobiliteit. Ik adviseerde Amsterdamse wethouders bij de belangenbehartiging bij het Rijk over thema’s als woningmarkt. Dat deden we in samenwerking met andere G4-steden. En ik hield me bezig met stedelijke vernieuwing en internationale projecten. Het ging om vraagstukken als: Hoe houden we de stad leefbaar voor ons en onze kinderen? En wat voor creatieve, nieuwe concepten kun je daarvoor gebruiken?
Al die tijd was ik gemiddeld twee keer per jaar langere tijd in Duitsland en vaak Berlijn. Totdat ik zes jaar geleden daar weer vast aan de slag kon voor de gemeente Amsterdam via een uitwisselingsproject met de stad Berlijn, waarbij er veel belangstelling bestond voor de manieren waarop wij in Nederland bepaalde zaken aanpakken.
Aan wat voor zaken moet ik dan denken?
Dat was heel gevarieerd. Heel clichématig sprongen er twee onderwerpen uit: mobiliteit en het fietsvriendelijk maken van de stad. Maar het was breder dan dat. Als je er een algemene etiket op wil plakken dan ging het om verschillende inzichten over invulling van de urbane en openbare ruimte.
Om een voorbeeld te noemen: In Nederland zijn we vrij pragmatisch met het gebruik van openbare parken. Als er een festival is waar geld aan te verdienen valt, dan hebben Nederlandse gemeentes er geen enkele moeite mee dat park tijdelijk af te sluiten voor het gewone publiek en alleen betalende mensen toe te laten. In Duitsland ligt dat anders. Daar geldt het principe dat een park altijd open moet zijn voor alles en iedereen. Misschien denken wij in Nederland vaak te commercieel, terwijl het in Duitsland op dat punt juist wat meer zou kunnen.
Een ander thema dat vaak de revue passeerde, was de woningbouw. In Nederland bestond er een paar geleden (nu wat minder) bijvoorbeeld veel interesse voor het concept van de Genossenschaften, een vorm van woningbouwcorporaties die wij in Nederland niet of nauwelijks kennen, terwijl er in Duitsland juist heel veel belangstelling was voor onze sociale woningenbouw, wat zij weer niet hebben in die omvang.
En eigenlijk bij alle projecten kwam het thema participatie van stakeholders terug. Duitsers vinden dat wij dat beter aanpakken.
Hoe bent u vervolgens bij APPM terechtgekomen?
Na een jaar “embedded” te hebben gewerkt bij de stad Berlijn en anderhalf jaar als “Amsterdamse kraker” op de ambassade in Berlijn, ben ik als zelfstandige doorgegaan om voor een aantal regio’s en de Nederlandse creatieve industrie, kennisuitwisseling te organiseren in Duitsland. Dat was veel met steden als Berlijn en München. Samen hebben we onder andere missies georganiseerd naar Zuid-Duitsland voor Nederlandse regio’s en andersom voor Duitse regio’s naar Nederland, met name op het gebied van mobiliteit en creatieve industrie.
Dat werd al met al een groot succes. De band tussen Beierse partijen, München en de regio’s Utrecht en Amsterdam is door verschillende projecten, waaronder twee festivals, hechter geworden. APPM kwam ik bij die projecten regelmatig tegen. Zij wilden graag actief worden in Duitsland en de stap naar het grote buurland wagen. Ik zag wat voor een ontzettend leuk en ambitieus bedrijf APPM is en voelde direct aan wat ze nodig hadden. Ik wilde bovendien sowieso al concreter in Duitsland aan de slag met ruimtelijke uitdagingen. Van het een kwam het ander en volgende week open we ons nieuwe kantoor in de “toekomstcampus” Euref.
Met wat voor projecten gaan jullie aan de slag?
We gaan ons allereerst richten op iets waar wij in Nederland goed in zijn, namelijk met Duitse partners stedelijke concepten ontwikkelen voor e-mobiliteit en fietsen. En dan vooral cross-over mobiliteitsconcepten. Daarvoor zitten we nu bijvoorbeeld middenin onze eerste twee aanbestedingen voor twee steden waar ik hopelijk de komende maanden in mijn columns meer over kan vertellen. Verder hoop ik natuurlijk dat er nog een heleboel andere dingen op ons pad komen. De kansen zijn talrijk in Duitsland en daar willen we graag met een vleugje Nederlandse creativiteit op inspelen.
Lees dit weekend ook de eerste column van Floris Beemster op Innovation Origins.