© Airbus
Author profile picture

De Europese vliegtuigbouwer Airbus wil een totaalconcept voor de vliegtuigbouw van de toekomst. Het doel van deze “Green Operation for Future Aviation” is de ontwikkeling van waterstofsystemen en brandstofceltechnologie voor de vliegtuigen van de toekomst. Ook moet de daarvoor benodigde infrastructuur worden ontworpen. Een eerste locatie die als zodanig kan worden ingericht is de Airbus-locatie in Hamburg-Finken.

Wetenschappers van het Helmholtz-Zentrum Geesthacht (HZG) en de Technische Universiteit Hamburg gaan samen met Airbus uitzoeken hoe dat precies moet. Airbus wil het eerste waterstofvliegtuig in 2035 in gebruik nemen. Hamburg is een van de locaties waar de vliegtuigen van Airbus worden gebouwd.

“In het project ‘Green Operation of Future Aviation’ komen bijvoorbeeld de volgende vragen aan de orde. Hoe kan de waterstofvoorziening voor de productielocatie efficiënt en economisch worden uitgevoerd om een aanzienlijke vermindering van de broeikasgasemissies te bereiken? Hoe kunnen nieuwe producten en toepassingen in de fabriek met waterstof worden geleverd?”, verklaart professor Thomas Klassen. Hij is coördinator van het project en hoofd van het HZG-instituut voor waterstoftechnologie.

Ook interessant: Airbus presenteert drie concepten voor het eerste commerciële vliegtuig zonder uitstoot van CO2.

Volgens de Hamburgse senator voor economie en innovatie, Michael Westhagemann, is het van groot belang de sector duurzamer en milieuvriendelijker te maken. “Op die manier willen we bijdragen tot het bereiken van de klimaatdoelstellingen en tegelijkertijd sterker en innovatiever uit de crisis komen. Het lijdt voor mij geen twijfel dat waterstof hierbij een essentiële rol speelt,” zegt hij.

‘Emissievrije luchtvaart’

“Er zal moeten worden verduidelijkt op welke gebieden waterstof precies het verstandigst kan worden gebruikt. Bij de productie, als brandstof in de vorm van vloeibare waterstof voor de werking van de elektronica in de cabine of de motoren, of voor de bevoorrading van de fabriekshallen. Aan het einde van het project zullen we antwoorden hebben op deze vragen en zullen we een stap dichter zijn bij het doel van een ’emissievrije luchtvaart’.”

In Hamburg-Finkenwerder willen de onderzoekers een locatie-analyse opstellen. Daarbij wordt nagegaan welke andere voordelen het gebruik van waterstof biedt en in hoeverre de vraag naar waterstof in de komende jaren kan toenemen. Daarna zouden zij “de verschillende opties voor de levering van waterstof, die in de komende jaren zeker aanzienlijk zal veranderen” analyseren. Waterstof kan lokaal worden geproduceerd, maar ook worden geïmporteerd uit Zuid-Europa, Noord-Afrika (Tunesië) en Australië.

Totaalconcept

Daarnaast willen de onderzoekers ook verschillende opslagmogelijkheden onderzoeken. “Met een model dat op al deze factoren is gebaseerd, kan de gehele waterstofvoorziening, inclusief het gebruik, worden geoptimaliseerd uit het oogpunt van kosten, energie-efficiëntie en emissies,” vat prof. Martin Kaltschmitt, hoofd van het Instituut voor Milieutechnologie en Energie-economie van de TU Hamburg, samen.

Op basis van de verzamelde bevindingen van het project moet aan het eind een totaalconcept op lange termijn voor de ontwikkeling en uitbreiding van de waterstofvoorziening en het waterstofgebruik in de Airbus-fabriek in Finkenwerder worden opgesteld.

“Vervolgens kan het ontwikkelde concept worden gebruikt als uitgangspunt voor de ontwikkeling van infrastructuur voor de bevoorrading van luchthavens of voor bedrijven die voertuigen en schepen bouwen”, aldus Thomas Klassen.

Andere IO-artikelen over waterstof vindt u hier.