Op 24 februari overleed Katherine Johnson op bijna 102-jarige leeftijd. Johnson was een briljante wiskundige. Met haar werk bij de NASA leverde ze een onmiskenbaar belangrijke bijdrage aan de Amerikaanse ruimtevaart. Maar ze was ook vrouw, een Afro-Afrikaanse bovendien, waardoor ze veel te lang een verborgen figuur bleef. Dankzij het boek Hidden Figures (2016), en de gelijknamige film (2017), raakte ze eindelijk bij het brede publiek bekend.
Voor ons boekje Van Melkweg tot moraal gingen wiskundige Ann Dooms en ik op zoek naar verborgen vrouwen in de wetenschap. En die zijn helaas talrijk. Neem nu astronome Cecilia Payne (1900-1979). Payne behaalde haar doctorstitel aan Radcliffe College (nu Harvard University). Ze werd in 1900 in het Verenigd Koninkrijk geboren, maar week uit naar de Verenigde Staten, omdat in eigen land een wetenschappelijke toekomst onmogelijk was. Aan de universiteit van Cambridge kon ze wel lessen volgen, maar niet in eigen naam afstuderen. Dat konden vrouwen er pas officieel in 1948. In haar doctoraal proefschrift Stellar Atmospheres had Payne het initieel bij het rechte eind met haar bevinding dat sterren voornamelijk uit waterstof en helium bestaan. Die conclusie druiste echter in tegen het heersende wetenschappelijke paradigma en op aanraden van de Amerikaanse astronoom Henry Norris Russell stelde ze de bevinding alsnog in vraag. Achteraf stelde Russell echter vast dat Payne gelijk had. Hij erkende haar ontdekking, al wordt die nog al te vaak onterecht aan hem toegeschreven.
Bestemd om te gehoorzamen
Een van de bekendste filosofische essays over vrouwen is… ‘Over vrouwen’ van Arthur Schopenhauer (1788-1860). Schopenhauer liep niet hoog op met de andere helft van de wereldbevolking. Zo schrijft hij: ‘Dat de vrouw van nature bestemd is om te gehoorzamen, is op te maken uit het feit dat elke vrouw die in de tegennatuurlijke toestand van totale onafhankelijkheid komt te verkeren, zich dadelijk aansluit bij een man, door wie zij zich kan laten leiden en beheersen, omdat zij een meester nodig heeft.’
Dat laatste had weinig met ‘de natuur’ te maken, maar – uiteraard – veel meer met de omstandigheden: hoe kun je zelfstandig als vrouw leven als jou de toegang tot deftig onderwijs en goede beroepen ontzegd wordt?
2020 is een feestjaar: de oudste universiteit van de Lage Landen, de universiteit van Leuven, laat honderd jaar vrouwen toe. En dat terwijl de Leuvense universiteit al sinds 1425 bestaat. De eerste vrouwelijke studenten moesten trouwens niet op een hartelijk welkom rekenen: ‘Ofschoon de Leuvense Alma Mater niet langer kan weigeren de vrouwen een hogere vorming te geven, hopen wij toch dat ze zich niet in groten getale zouden begeven naar beroepen die niet overeenstemmen met de normale functies die de natuur hen toewijst in de maatschappij.’ Dit zei de toenmalige rector in zijn academische openingsrede.
Hard gestreden
Ondertussen is de situatie gelukkig sterk verbeterd, zeker wat vrouwelijke studenten betreft. Maar voor al die verworvenheden werd hard gestreden. En we zijn er nog niet, want hoe hoger de academische ladder, hoe minder vrouwen je er aantreft.
Voorbeelden in digitale technologie maken bovendien duidelijk dat vrouwen nog steeds pijnlijk genegeerd kunnen worden. Kinderarts Louise Selby raakte met haar ledenkaart niet binnen in de vrouwenkleedkamer van haar fitnesscentrum in Cambridge. De software was op basis van aanspreektitels – zoals Mr., Miss, Mrs. en Dr. – ingesteld om te bepalen wie toegang had tot welke kleedruimtes. En een ‘doctor’, dat moest natuurlijk een man zijn.
Over deze column:
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Mary Fiers, Peter de Kock, Eveline van Zeeland, Lucien Engelen, Tessie Hartjes, Jan Wouters, Katleen Gabriels en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins in een wekelijkse column te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Zodat morgen beter wordt. Hier lees je alle vorige afleveringen.