AI-generated image
Author profile picture

Er is een kloof tussen de wetenschappelijk kennis over de menselijke factoren die een rol spelen als een automobilist de controle van een geautomatiseerd voertuig moet terugnemen en hoe die factoren moeten worden vertaald in het ontwerp van de voertuigsystemen. Dat blijkt uit onderzoek van SWOV, het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid. SWOV wil met kennis uit wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan een veiliger wegverkeer.

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzocht SWOV de veiligheid van geautomatiseerde rijsystemen (ADS) in voertuigen, waarbij specifiek werd gekeken naar de overgang van controle (Transition of Control, TOC) van het voertuig naar de bestuurder, een cruciaal moment voor de verkeersveiligheid. Doel van dit onderzoek was om meer zicht te krijgen in de mogelijkheden om mensgerichte ontwerpprincipes te integreren. Het onderzoek wijst uit dat verdere samenwerking tussen wetenschap en industrie essentieel is om de veiligheid van geautomatiseerd rijden te waarborgen.

Kloof tussen theorie en praktijk

Het SWOV-rapport, dat afgelopen week is uitgebracht, legt een pijnlijke kloof bloot tussen theoretische kennis en praktische toepassingen in de wereld van geautomatiseerd rijden. Terwijl wetenschappers zich verdiepen in de menselijke factoren die een rol spelen wanneer een bestuurder de controle weer moet overnemen van een geautomatiseerd voertuig, blijft de vraag hoe deze inzichten vertaald kunnen worden naar bruikbare voertuigsystemen onbeantwoord. Dit is niet zomaar een academische kwestie; het gaat hier om de daadwerkelijke veiligheid van alle weggebruikers.

Veiligheid als prioriteit

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft SWOV opdracht gegeven deze studie te verrichten, waarbij ze zich specifiek richtten op de overgang van controle (TOC) van het voertuig naar de bestuurder. Dit is een kritiek moment voor verkeersveiligheid, aangezien een verkeerde of vertraagde reactie desastreuze gevolgen kan hebben. Het rapport benadrukt dat er dringend behoefte is aan samenwerking tussen de wetenschappelijke gemeenschap en de industrie om mensgerichte ontwerpprincipes in automatische rijsystemen te integreren, zodat ze niet alleen theoretisch, maar ook praktisch effectief zijn.

Een geïntegreerde benadering kan volgens de onderzoekers leiden tot de ontwikkeling van geautomatiseerde voertuigen die niet alleen veiliger zijn, maar ook beter afgestemd op de menselijke gebruiker.