© Kiara Worth / UNFCCC
Author profile picture

De 29e Conferentie van Partijen (COP29) van het Raamverdrag van het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCC) gaat vandaag van start in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Van 11 tot 22 november komen wereldleiders, beleidsmakers en andere belanghebbenden bijeen om te discussiëren en te beslissen over nieuwe maatregelen tegen klimaatverandering.

Waarom dit belangrijk is:

COP is het besluitvormingsforum van de VN waarbij bijna alle landen ter wereld betrokken zijn en waar bindende klimaatregels worden vastgesteld.

De naderende top wordt toepasselijk de ‘COP Financiën’ genoemd, waarbij de nadruk ligt op het vaststellen van een nieuw doel voor klimaatfinanciering. De top komt op een cruciaal moment, aangezien februari 2025 de deadline is voor VN-leden om bijgewerkte Nationally Determined Contributions (NDC‘s) in te dienen. Dit zijn hun toezeggingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, die deel uitmaken van het kader van de Overeenkomst van Parijs. Het resultaat van de COP-besprekingen kan wereldwijd een katalysator zijn voor versterkte klimaatactie of, omgekeerd, diepe kloven blootleggen in de internationale samenwerking op het gebied van klimaatverandering.

Klimaatfinanciering op de voorgrond

In Bakoe zullen de onderhandelaars een nieuw collectief financieringsdoel (NCQG) bespreken. In 2009 spraken de ontwikkelde landen af om tegen 2020 jaarlijks $100 miljard te besteden aan het klimaat. Het doel werd niet gehaald in 2020 of 2021. Als gevolg daarvan is het vertrouwen van arme landen aangetast, wat de COP29-onderhandelingen extra gevoelig kan maken.

Het nieuwe collectieve gekwantificeerde doel (NCQG) voor klimaatfinanciering is essentieel om het vertrouwen te herstellen en informatie te verzamelen voor de voorbereiding van de volgende ronde NDC’s. De cijfers die door verschillende landen en organisaties worden voorgesteld voor de NCQG variëren van miljarden tot triljoenen, wat de omvang van de taak en de urgentie van het bereiken van een consensus benadrukt.

Verlies en schade aanpakken

Een ander belangrijk discussiepunt is de operationalisering van het nieuwe Fonds voor de aanpak van verlies en schade (FRLD), dat tijdens COP28 in gang werd gezet. Het fonds is opgezet om “ontwikkelingslanden bij te staan die bijzonder kwetsbaar zijn voor de nadelige gevolgen van klimaatverandering” en hen te helpen om te reageren op verlies en schade als gevolg van klimaatverandering.

Ondanks toezeggingen van in totaal ongeveer $700 miljoen, is er een schril contrast met de geschatte $580 miljard aan klimaatgerelateerde schade waarmee ontwikkelingslanden tegen 2030 te maken kunnen krijgen. Deze kloof onderstreept het belang van de onderhandelingen in Bakoe, waar landen worstelen met de praktische aspecten van het opschalen van de financiële steun.

De partijen zullen het ook hebben over de Global Goal on Adaptation (GGA). Artikel 7 van de Overeenkomst van Parijs van 2015 stelt doelen voor het vergroten van het aanpassingsvermogen, het versterken van de veerkracht en het verminderen van de kwetsbaarheid voor klimaatverandering. Tijdens de besprekingen zal met name feedback worden gegeven over het werk van thematische deskundigen die zijn begonnen met het meten van de vooruitgang op het gebied van GGA.

Energietransitie

Landen hebben zich vorig jaar tijdens de COP-bijeenkomst gecommitteerd aan een “Transitie weg van fossiele brandstoffen”. De partijen kwamen overeen om kolen geleidelijk uit te bannen, de capaciteit voor hernieuwbare energie te verdrievoudigen en de energie-efficiëntie te verdubbelen tegen 2030 en halverwege deze eeuw af te stappen van fossiele bronnen.

De energietransitie zal ook worden besproken op COP29 en de partijen zullen naar verwachting voortbouwen op de afspraken die vorig jaar in Dubai zijn gemaakt. Ze moeten met name verduidelijken wat de overgang van fossiele brandstoffen in de praktijk betekent. Volgens deskundigen kan dit worden gedaan door middel van een dekkingsbesluit, een besluit dat niet is gekoppeld aan een agendapunt dat is opgesteld zonder mandaat. Een voorbeeld hiervan is het klimaatpact van Glasgow dat voortvloeide uit COP26 en dat landen een overzicht gaf van de belangrijkste kwesties die prioriteit moeten krijgen.

Koolstofmarkten

Artikel 6 van het Akkoord van Parijs zal ook worden besproken. Dit artikel stelt ook een kader vast voor internationale koolstofmarkten, handelssystemen waarin koolstofkredieten worden verkocht en gekocht. Bedrijven of individuen kunnen gebruik maken van koolstofmarkten om hun broeikasgasemissies te compenseren door koolstofkredieten te kopen van entiteiten die dergelijke milieu-uitstoot verwijderen of verminderen.

Tijdens COP28 hebben de partijen geen overeenkomst bereikt over deze regeling. De top van Bakoe is een moment voor onderhandelaars om de operationalisering van deze regels af te ronden, met inbegrip van richtlijnen voor de internationale handel in emissierechten, om de dubbelzinnigheid van artikel 6 te verminderen.

Verwachtingen en uitdagingen

Volgens sommige analisten kan het huidige geopolitieke scenario gevolgen hebben voor de onderhandelingen en de internationale klimaatsamenwerking. Gezien de rol van Azerbeidzjan als belangrijke producent van ruwe olie en aardgas zijn het voorzitterschap en zijn transparantie onder de loep genomen.

Het onafhankelijke wetenschappelijke project Climate Action Tracker merkt op dat de huidige wereldwijde verbintenissen de wereld op koers plaatsen voor een temperatuurstijging van 2,6 tot 3,1°C tegen 2100, mogelijk het dubbele van de doelstelling van 1,5°C die in het Akkoord van Parijs is vastgelegd. De klok tikt en de onderhandelingen in Bakoe zullen verstrekkende gevolgen hebben voor het traject van de planeet naar of weg van de eerder gestelde klimaatdoelen.