Newspapers or platforms? AI-generated image
Author profile picture

Om iets te doen aan de overweldigende invloed van techbedrijven als Meta en Google is nieuw geïntegreerd beleid nodig dat beter aansluit bij het hedendaagse mediagebruik. Tijdens een spreekbeurt voor NDP Nieuwsmedia hield Corien Prins, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), een krachtige pleidooi voor een herziening van de rol van de overheid in het medialandschap. Cruciale democratische functies van de media hebben meer ondersteuning nodig, zei ze. “We kunnen ons geen tijdverlies permitteren.”

Haar betoog volgde op de recente publicatie van het WRR-rapportAandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies“, waarin de veranderende context en de groeiende macht van platforms en Big Tech centraal staan.

“Er is alle reden om met een andere blik naar de rol en verantwoordelijkheid van de overheid in het medialandschap te kijken”, aldus Prins. Volgens de WRR is het huidige mediabeleid niet meer toereikend om de democratische functies van de media te waarborgen. Prins betoogde dat de overheid haar rol veel actiever moet invullen en stelde dat het huidige beleid gestoeld is op verouderde uitgangspunten.

Corien Prins - WRR
Photo © Arenda Oomen
Corien Prins – WRR Photo © Arenda Oomen

De context waarin de media werken, is drastisch veranderd, zo gaf Prins aan. “Het aanbod is oneindig, platforms zijn oppermachtig en journalistieke verdienmodellen staan onder druk.” Tegelijkertijd blijven de media onmisbaar voor een gezonde democratische samenleving. Het is de taak van de overheid om te zorgen dat de media hun drie cruciale democratische functies kunnen blijven vervullen: het informeren van burgers, het controleren van de macht, en het bieden van een platform voor debat. “Hoe u deze functies invult, is geen uitgemaakte zaak,” zei Prins, “maar duidelijk is dat het mediasysteem onafhankelijk, betrouwbaar en toegankelijk moet zijn.”

Invloed van Big Tech en platforms

Prins waarschuwde voor de steeds grotere invloed van Big Tech-producten zoals Facebook en YouTube, die de consumptie van informatie in hoge mate sturen. “Deze bedrijven appelleren aan onze laagste instincten,” aldus Prins, verwijzend naar de aandachtseconomie waarin sociale media strijden om onze aandacht door prikkels die vaak niet bijdragen aan een rationeel debat. Ze stelde dat platforms niet meer slechts doorgeefluiken zijn: “Ze maken inhoudelijke keuzes door bepaald aanbod te verwijderen en via algoritmen een specifiek aanbod toegankelijk te maken.”

“We moeten nu handelen, want de toekomst van onze democratie staat op het spel.”

Corien Prins

Een zorgwekkende ontwikkeling, volgens Prins, is dat steeds minder mensen pluriforme informatie consumeren. “Het Commissariaat voor de Media stelde vast dat 78% van de jongeren hun nieuws oppikt via Instagram, TikTok en YouTube.” Prins vroeg zich af: “Hoe ver laten we deze platforms gaan in het sturen van onze informatieconsumptie, en dus in het vormen van onze visie op maatschappelijke kwesties? Wat als slechts een handvol primair buitenlandse commerciële bedrijven (Facebook, X, Instagram, YouTube en zeker ook TikTok) dicteert waar de aandacht van een groot deel van de burgers in onze Nederlandse samenleving naar uitgaat?”

Grondwettelijke verplichtingen

Een belangrijk onderdeel van Prins’ betoog was de rol van de overheid bij het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in de Grondwet en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ze legde uit dat de overheid in het verleden vooral een afzijdige rol had, maar dat dit vanwege de macht van Big Tech nu moet veranderen. “De ontwikkelingen in het medialandschap vragen ook om een herziening van de interpretatie van grondwettelijke verplichtingen. De overheid moet actiever optreden om ervoor te zorgen dat de media hun democratische functies kunnen vervullen,” aldus Prins. Dit betekent echter niet dat de overheid de inhoud van de media zou moeten sturen. “Het gaat om het creëren van de juiste context en randvoorwaarden.”

Aanbevelingen van de WRR

Prins sloot haar lezing af met vier concrete aanbevelingen uit het WRR-rapport. Deze aanbevelingen zijn volgens haar cruciaal om een veilige en betrouwbare informatieomgeving te creëren:

  1. Maximale benutting van Europese wet- en regelgeving om een betrouwbare en veilige informatieomgeving te realiseren.
  2. Belangrijke informatie voor de democratie moet prominent zichtbaar en goed vindbaar zijn.
  3. Versterking van de lokale en regionale journalistiek.
  4. Gebruikers stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen voor hun rol in het nieuwe mediasysteem.

De urgentie van verandering

Volgens Prins is het van groot belang dat de overheid niet langer afwacht. “Met slechts het draaien aan enkele knoppen van het staande beleid komen we er echt niet. Er is een nieuw geïntegreerd beleid nodig dat aansluit bij het hedendaagse mediasysteem,” benadrukte ze. Prins waarschuwde dat als de overheid niet snel handelt, de democratische functies van de media ernstig in gevaar komen. “De media zijn een onmisbare infrastructuur in onze samenleving. Zonder een adequaat mediabeleid dreigen we de grip op betrouwbare informatie en een vitaal democratisch debat te verliezen.”