Author profile picture

De hele middag is het een komen en gaan van bussen. Groepen studenten kwamen dinsdagmiddag in grote getale de hallen van het Klokgebouw binnen. Na een korte introductie van de organisatoren, renden de duizenden bezoekers richting de verschillende stands tijdens Night of the Nerds.

Van 3D-printen, robots, virtual reality tot programmen en coderen, alle verschillende aspecten van technologie en innovatie komen aan bod. De ‘beurs’ is ingedeeld in twee routes; de bit- en byte route. Tijdens de bit route kom je langs de wat meer software kant van technologie, zo kunnen de bezoekers onder andere zien hoe je een t-shirt kan maken van siliconen en een klok bekijken die jouw financiële data visualiseert. De byte-route richt zich meer op hardware. Daar kunnen ze bijvoorbeeld virtual reality ervaren, tekenen met een 3D pen en alles te weten komen over de e-mobility en batterijvermogen.

De bezoekers kunnen in de aankomsthal ontdekken of ze een bit of byte type zijn door een aantal vragen te doorlopen, maar zijn niet verplicht om deze routes ook daadwerkelijk te volgen. Dat laten de jonge studenten zich geen twee keer zeggen. Massaal rennen ze richting de virtual reality stands en de workshops.

“Technologie trekt de wereld vooruit en daarom hoop ik dat veel leerlingen ook denken ‘daar moet ik in de toekomst misschien iets mee”Florian Bruijnes, ASML

Tijdens de workshops kunnen de leerlingen hun eigen 3D game programmeren, jammen met beelden en geluid en muziek programmeren. “We leren de kinderen hoe ze met het platform Unity moeten omgaan en daarmee maken ze nu een kleine 3D game. Het is puur om ze kennis te laten maken met de technologie en wie weet willen ze er in de toekomst mee verder”, vertelt Sebastiaan van Gaans, student ICT op de Fontys Hogeschool. “Ze hoeven zelf niks te coderen. Het is een kwestie van blokken en punten naar het scherm slepen om daar een game mee te maken. Maar ze kunnen wel de code inzien om te kijken hoe hun eigen gemaakte game opgebouwd is.”

Lars is heel geconcentreerd zijn game aan het opbouwen. “Ik ben er niet echt heel goed in, maar vind het wel leuk om te doen. Ik game thuis best veel, en het is interessant om te zien hoe een game een beetje is opgebouwd, maar hij is er veel beter in”, zegt Lars waarbij hij naar het beeldscherm van zijn klasgenootje naast hem wijst. “Ik ben ook weer niet zo goed hoor, maar ik maak wel vaker games”, vertelt Pim terwijl hij laat zien wat hij tot nu toe gemaakt heeft. “Ik heb een parcours gemaakt met verschillende blokken, waar punten op liggen die je moet oprapen. Zodra je op het rode vlak komt ben je af.” Een ding is voor hem zeker, als hij klaar is met de havo wil hij een technische studie volgen. “Ik weet nog niet precies wat, maar game design lijkt mij super leuk. Ik ben er nu al best veel mee bezig en het zou heel vet zijn als ik later zelf grotere games kan maken.”

Maar naast games maken, konden er bij verschillende stand ook games worden gespeeld. Zo konden leerlingen in groepen van vier, bij de megagrote videogame installatie, Evil Weblords II spelen. Met bewegingssensoren wordt het spel met het hele lichaam gespeeld. Een lange rij ongeduldige leerlingen wachten af tot zijn aan de beurt zijn bij dit onderdeel, terwijl andere bezig zijn met een puzzelgame en een pinball game.

Naast de workshops en de vele game mogelijkheden kregen de bezoekers ook uitleg over hoe 3D-printers werken, konden ze een eigen raceauto maken en deze met een robot inparkeren, zelf een transportband maken en uitleg krijgen over hoe drones in elkaar zitten.

Bij ASML kunnen ze erachter komen hoe zij werken met licht, lenzen, spiegels, precisie en software. “Ik denk dat het heel belangrijk is dat leerlingen van jongs af aan mee krijgen wat er allemaal mogelijk is met technologie. Technologie trekt de wereld vooruit en daarom hoop ik dat veel leerlingen ook denken ‘daar moet ik in de toekomst misschien iets mee”, vertelt Florian Bruijnes. “Het is belangrijk om te weten hoe het gemaakt is en vandaag laten we dat op spelenderwijs zien.”

Hij loopt vervolgens naar de tafel waar brillen liggen die ervoor zorgen dat je alles ondersteboven ziet. Bruijnes legt uit: “Het beeld dat je ziet komt eigenlijk ondersteboven je hersenen binnen, en jouw hersenen draaien dat weer om. Deze bril doet dat nog een keer extra en dan zie je dus alles ondersteboven. Dan merk je dus hoe erg je gewend bent aan hoe je alles ziet en hoe het voelen daaraan verbonden is. Een glas water vullen is hierdoor weer bijna onmogelijk.” Heel geconcentreerd probeert Bart, 13 jaar, het bekertje te vullen met het flesje water. “Dit voelt zo gek, ik zie niet meer waar het bekertje is”, lacht hij terwijl hij zijn bril even af zet. Uiteindelijk lukte het hem om na een tijdje het bekertje te vullen. “Ik vind al die proefjes en workshop heel leuk. Zo ervaar ik zelf hoe het is om met technologie te werken. Er zit veel meer achter dan ik dacht.” Of hij zelf ook de technische kant op gaat is voor hem nog niet helemaal zeker. “Ik zit pas in de eerste dus ik heb nog even om er over na te denken, maar door vandaag vind ik het wel een stuk interessanter.”