Author profile picture

Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is op zoek naar oplossingen voor het mestvraagstuk. Om geen enkel idee te missen, trekt het ministerie op 6 december naar de High Tech Campus, waar zoveel mogelijk intelligentie verzameld wordt voor een aanzet tot een structurele oplossing. Omdat het probleem nogal hardnekkig is, wordt vooral gezocht naar onorthodoxe antwoorden.

Er is al enkele decennia sprake van een nijpend ‘mestvraagstuk’. Dit vraagstuk wordt gekenmerkt door hoge fraudedruk en overschrijding van milieunormen, hoge kosten van mestafvoer, het afnemend maatschappelijk draagvlak voor veehouderij (vanwege druk op aantal publieke belangen), marktfalen en sociaal falen bij mestverwaarding en een continue stapeling van beleidsmaatregelen. Dat laatste lijkt echter vooral een bewijs dat de overheid achter de feiten blijft aanlopen. In de afgelopen jaren is langs diverse wegen geprobeerd het vraagstuk op te lossen, maar dat is nog onvoldoende gelukt. Daarom voert het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (samen met Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) momenteel een verkenning uit naar structurele oplossingsrichtingen buiten de geijkte kaders. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar mogelijkheden om mee te koppelen met andere ontwikkelingen, zoals die van de biobased en de circulaire economie.

De doelstelling van deze verkenning, onder de titel Nutrients in a Circular Economy (NICE) is het in beeld krijgen van onorthodoxe lange termijn (2030) oplossingsrichtingen voor het mestvraagstuk. Het ministerie hoopt met name nieuwe manieren van kijken naar het mestvraagstuk te verzamelen en ervaringen en oplossingen van conplexe duurzaamheidsvraagstukken op andere gebieden dan de veehouderij (bijv. energie, materialen en digitalisering).

De workshop op de High Tech Campus wordt geleid door Hans Meeske van Holland Innovative (gevestigd op de campus). Hij legt uit wat de insteek op 6 december is: “We hebben voor 2030 een stip op de horizon gedefinieerd. Alle kringlopen van nutriënten en andere stoffen die een negatieve impact hebben op klimaat, milieu, gezondheid etc. zijn tegen die tijd vrijwel gesloten, zowel op lokaal, regionaal, internationaal niveau – daar waar dat meest efficiënt is. Alle partijen in de agroketen én daarbuiten werken per saldo ‘emissieloos’ of compenseren hun afvalstromen. Alle externe effecten worden doorberekend in de prijzen; daardoor is er ook een prikkel tot innovatie die publieke belangen bevordert. De innovatieve kennis en technologie (producten en diensten) die daartoe ontwikkeld is, vormt een economisch belangrijk exportproduct. Kortom: verduurzaming als motor van economische groei.”

Op basis van een aantal trends worden vier scenario’s als uitgangspunt genomen:
1. Mest als grondstof – mest deels op land, deels verwerkt, in kunstmest of anders;
2. Efficiënte kringloop – mest geheel op het land, geen kunstmest meer;
3. Meer met minder – geen mest meer; grondloze voedselproductie in gesloten kringlopen;
4. Klein maar fijn – alleen organische mest; plantaardige productie op land en in water.

De sessie op 6 december begint om 9 uur en duurt tot 13.30. Meeske: “We verwachten nadrukkelijk nieuwe oplossingen in alle kwadranten van het speelveld.”

Deelname is gratis. Neem voor vragen contact op met Holland Innovative: 040-8514 610. Aanmelden kan met een mail naar [email protected].

Foto: Mestic, een initiatief van Jalila Essaidi om van mest kleding en bioplastics te maken.