Author profile picture

“We gaan een ‘Nationaal Park Eindhoven’ creëren. Midden in de binnenstad.”
In een wervelend betoog, waarbij hij in elke zin het plezier over zijn missie uitstraalde, heeft Supervisor Binnenstad Winy Maas vanavond een voorschot gegeven van de “boeiende binnenstad” die hij met Eindhoven voor zich ziet.

Om zijn publiek – naast de leden van de Eindhovense gemeenteraad waren nog pakweg honderd mensen op de presentatie in het stadhuis afgekomen – in de juiste stand te krijgen, start de Maas met de plaatjes die iedereen herkent. Overal rode steentjes, maar ook leistenen, bakstenen en zelfs ontdekte hij hier en daar heuse badkamertgels op straat. En paaltjes, paaltjes, paaltjes. Paaltjes om het verkeer tegen te houden, om gaten te vullen en, echt waar, paaltjes om paaltjes te beschermen. “Als je er op gaat letten word je er helemaal gek van: alsof paaltjes altijd in duo’s moeten staan. Eerlijk, zelfs bij de Gamma hebben ze niet zoveel verschillende paaltjes als in de Eindhovense binnenstad.”

Dan volgt de logische vraag: “Wat wilt u? Blijft u de binnenstad oplappen met weer een andere tegel en weer een nieuw paaltje?” Winy Maas heeft wel een alternatief. Zijn kernwoorden: maak het centrum groter (“van tangent tot de Dommel”), maak het lichter, zorg voor water (“nee, geen grachten, maar wel met mooie en logisch geïntegreerde afvoerkanaaltjes”), zorg voor een zonering met stoepen en paden, maak gebruik van de enorme designkracht van deze stad, maar vooral: maak het groener. “In de binnenstad is nauwelijks een boom te ontdekken, Eindhoven heeft echt de minst groene binnenstad van alle grote steden. Ja, buiten de ring, daar zijn prachtige parken, maar erbinnen is niets. We gaan de hele binnenstad in groen dippen. Nee, we zorgen voor een bombardement van groen!”

Wat daarbij volgens Maas kan helpen is een “tapijt door de hele binnenstad” Hij doelt daarmee op een eenheid die er nu niet is maar wel wil creëren. “Het tapijt zorgt voor eenheid, innovativiteit en gevoelde bereikbaarheid. Het helpt om betere definities te krijgen: waar ga je rijden of lopen en waar niet? Het maakt het centrum open en veilig. Wat dan helpt zijn speciale pleinen, waterberging, geïntegreerd licht, plekken waar je plezier vindt. En het zou ook best wat stiller kunnen. Eindhoven is nog geen Amsterdam, waar constant 20.000 rolkoffers heen en weer bewegen, maar toch.”

En oh ja, het moet hartstikke groen worden. Of had ik dat al gezegd? “We gaan een ‘Nationaal Park Eindhoven’ creëren. Midden in de binnenstad. Overal groen tegen de gebouwen, grote plantvlakken op straat. De vraag waar we wel tegenaan liepen is welke bomen nu echt bij Eindhoven horen. Geen iepen, die zijn voor Amsterdam. Waarom halen we de Strabrechtse Heide niet naar de binnenstad?”

Wat volgt is een reeks van plaatjes met ontwerpen, combinaties van materialen, verlichtingsopties. Straten bestaande uit zonnepanelen, een omhoog gekrikte Catharinakerk (“misschien kunnen we daar dan die rode steentjes voor gebruiken!”), grote tribunes in de stad. Vergezichten genoeg, alles ter inspiratie, zo verzekert hij de raadsleden. Dan wordt Maas weer serieus. “Ik pleit voor een investeringsfonds. De stad heeft een winstpotentie van 350 miljoen euro. Dat geld kunnen we dan uitgeven aan parken, een extra mooi station, de Dommel, sociale woningbouw, broedplaatsen, noem maar op. Beste raadsleden, u heeft de mogelijkheden! Met een goede fondsbeheerder kun je alles aanpakken. Als ik zou meedoen aan de verkiezingen zou ik daarvoor pleiten. Maar ja, ik ben maar een ontwerper.”

Een speciale studie heeft Winy Maas al gedaan naar het Stadhuisplein. “Precies even groot als Times Square, maar toch met een paar verschillen. Kijk naar die twee pleinen en vraag je dan af welke stad zich de Lichtstad noemt. Maak er een dansplein van! Pas de vloer aan aan de gelegenheid – nu eens met de Brabante vlag dan weer met die van Albanië, als de premier van dat land hier op bezoek is op zoek naar investeringen bijvoorbeeld. Dit is begin van ontwikkelkansen. Er is nog geen eenduidig beeld, dus nu is het moment.”

Maas neemt zijn publiek mee in de saaiheid van het huidige plein (“alleen maar kantoren…”) en schildert de optie van een plein met kleine extra dwarsstraatjes. “Het wordt veel intiemer daardoor. En opties genoeg voor de omgeving.” Een grote trap zoals in Rotterdam, gebouwen als terrassen of suikerklontjes, hoogbouw in de vorm van de letters van de naam E.I.N.D.H.O.V.E.N. “Prachtig, je krijgt dan de stad als cadeau!”

Lees ook: Eerste schetsen voor nieuw Stadhuisplein

Tijd voor prioriteiten. Wat pakken we als eerste aan? De Vestdijk natuurlijk, dat is al een testgebied. Binnenkort komen hier stroken bestrating waarmee Eindhovenaren kunnen testen. Wat is fijn? Wat werkt? Wat niet? Daarnaast komen er voorstellen voor de verdichting van de binnenstad. En de vergroening natuurlijk. “Echt, geloof me, we gaan hier het Nationaal Park Eindhoven van maken.”

Volgende week zit Winy Maas weer in Shenzhen, maar hij is blij met zijn functie in Eindhoven. “Hier heb ik energie bespeurd. Deze stad is heel anders dan alle anderen. Dat is de kracht. Ik ben nog voor vier jaar supervisor binnenstad. Tenzij u het niet ziet zitten. Dan mag u mij vandaag wegsturen hoor.”

Applaus. Winy Maas mag blijven.