Michiel de Ruyter in Vlissingen
Author profile picture

Zeeland is niet de eerste provincie waar je aan denkt als het om innovatie gaat. Reden te meer voor Innovation Origins om dat beeld bij te stellen. In zes afleveringen laten we een dwarsdoorsnede zien van de Zeeuwse organisaties die vernieuwing een gezicht geven.

“Gezworene” staat er op zijn visitekaartje. Een term uit de Middeleeuwen, maar als lid van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen is Gert van Kralingen vooral met de toekomst bezig. In het dagelijks bestuur is hij verantwoordelijk voor innovatie.

Sinds de vorige bestuursperiode is innovatie een serieus thema voor Scheldestromen, zegt Van Kralingen, die zichzelf een ‘praktisch bestuurder’ noemt. “Binnen het Waterschap is er wel veel expertise, maar die was vooral naar binnen gekeerd. Belangrijk is dat we aan de buitenwereld laten zien dat wij een innovatieve organisatie zijn. Dat lukt ons steeds beter.”

Gert van Kralingen

De veranderingen in het klimaat zetten door, zegt de gezworene stellig. “We moeten daarop anticiperen door innovatie, anders bijten we binnenkort in onze eigen staart. De waterspiegel stijgt, onze kosten gaan stevig omhoog als we alleen al aan onze huidige opdracht willen voldoen. In Zeeland merken we dat vanzelfsprekend als eerste en dat betekent ook dat we een voorbeeldfunctie voor de rest van het land, of misschien wel de wereld, hebben. Plat gezegd: als wij onze uitdagingen niet innovatief oppakken, wie dan wel?”

Inderdaad, in de provincie met meer dan 1000 kilometer aan waterkeringen, met 233 dammen en strandhoofden, bijna 400 kunstwerken, 100 gemalen, 1000 stuwen en bij benadering 60.000 duikers ligt er een taak voor het waterschap in het bedenken van oplossingen waarmee misschien ook anderen hun voordeel kunnen doen. Want alleen maar doen wat we al eeuwen gedaan hebben, dat werkt zeker niet meer, dat is wel duidelijk.

Multiflexmeter

Simpelweg grotere afmetingen van traditionele voorzieningen, zoals dijken, dat werkt niet meer, zegt Van Kralingen op zijn kantoor in het centrum van Middelburg. “Je kunt niet eindeloos een diameter van een afvoerleiding vergroten. Natuurlijk doen we dat als het nodig is, maar daar zit een maximum aan en bovendien is het tijd voor een slimmere aanpak. We moeten onze systemen intelligenter inrichten.” Dat klinkt logisch, maar wat betekent dat concreet? Van Kralingen legt het uit met een voorbeeld dat hij trots neerzet als het bewijs van de Zeeuwse innovatiekracht: de multiflexmeter, een klein modulair apparaat dat continu het peil, de stroomsnelheid, de neerslag en het zoutgehalte van het water meet.

De multiflexmeter bestaat uit een controller, voeding, communicatie en behuizing. Robuust, weer- en vandalismebestendig en energiezuinig. Doordat er verschillende meetsensoren op kunnen worden aangesloten, krijgt de multiflexmeter diverse toepassingen. Voor zo’n € 150,- per meetopstelling kan via het Internet of Things een flexibel meetnet worden opgezet. “We hebben nu zo’n 2000 van die kastjes laten maken, met de hulp van Dockwize en het onderwijslab van Hogeschool Zeeland. Er zijn er zelfs al aan Bangladesh geleverd, ik ben er supertrots op, mede omdat het apparaat nog verder doorontwikkeld kan worden. Het is open source, we nodigen iedereen uit eraan bij te dragen.”

Maar meten alleen is niet genoeg, weet ook Van Kralingen. Er is innovatie nodig, op heel veel fronten. Om dat expliciet te maken, hangt in de immense ontvangsthal van het Waterschap een poster waarop vele tientallen concrete activiteiten zichtbaar zijn. Ze hebben te maken met sterkere dijken, optimale watersystemen, betere waterzuivering en veiligere en duurzamere wegen. Als een van de weinige waterschappen is Scheldestromen ook verantwoordelijk voor de wegen in het werkgebied, maar water vormt toch de hoofdmoot van alle taken.

© waterschap Scheldestromen

We hebben op drie manieren last van het water, zegt Van Kralingen. “Je hebt de zeespiegelstijging, piekbelasting van rivieren en hoosbuien. Bestaande afvoerpijpen zijn niet meer genoeg om dat allemaal te controleren, we hebben dus slimmere oplossingen nodig, zeker in stedelijk gebied. Maar elke stad is anders, dus we willen maatwerk. Wat we op de eerste plaats, samen met gemeenten, doen is het nabootsen van de specifieke omgeving op een computer, om daar dan al onze modellen op los te laten.” Voor Middelburg heeft dat geleid tot een plan om de openbare ruimte zodanig aan te passen dat water eerst kan worden opgevangen om daarna gedoseerd afgevoerd te worden. “Dat helpt bij plotselinge overlast, maar een garantie dat daarmee alles voorkomen kan worden is het niet. Bovendien zal ook de burger zelf mee moeten doen. Haal die stenen uit je tuin en zet er planten in. Dan wordt de tuin gebruikt als accumulerend vermogen. Het is een bewustwordingsproces.”

Grote oplossingen

De “grote oplossingen” om het water ook in de toekomst tegen te houden liggen nog niet direct voor het oprapen, daarvoor is volgens Van Kralingen nog veel meer innovatieve kracht nodig. “Worden het nieuwe waterkeringen? Eilanden voor de kust misschien? Tot 2050 is nog wel redelijk te voorzien wat ons ongeveer te wachten staat, maar daarna zijn er misschien verdergaande maatregelen nodig dan wij nu kunnen bedenken.” En dan is er ook nog de droogte, hoe gek dat misschien ook klinkt voor een provincie als Zeeland. Van Kralingen: “We hebben een groot zoetwaterprobleem. Door de droogte van de afgelopen twee jaar moeten we alle zoetwater-registers opentrekken in ons zoute gebied.” En daarvoor is een combinatie van oplossingen nodig, zoals bijvoorbeeld een pijpleiding tussen de Moerdijk dwars door Brabant naar Tholen, of het opslaan van regenwater in de grond bijvoorbeeld in kreekruggen.

Van Kralingen benadrukt dat er alle reden is om op te letten dat de mens als een goed rentmeester omgaat met de aarde. Op het gebied van energie werden al grote stappen gezet, zegt hij. “Een belangrijke bijdrage daaraan is het realiseren van de Energiefabriek in Ritthem. Op die plaats zuiveren we ons afvalwater van het eiland Walcheren. We hebben die rioolwaterzuiveringsinstallatie omgebouwd tot een complete ‘energiefabriek’. Met hulp van slimme technieken wekken we 37% meer energie op dan we nodig hebben. De energie die overblijft, leveren we terug aan het net. Dat is voldoende om anderhalf keer aan de behoefte van het complete dorp Ritthem te voldoen.”

Phario

Ook het uitgegiste en ontwaterde slib – een reststof bij rioolwaterzuivering – heeft een functie gekregen. “Daar kan bijvoorbeeld fosfaat uit gehaald worden, een eindige grondstof maar wel een die belangrijk is voor de voedselproductie.” En dat is nog niet alles: “In het overtollige slib uit de beluchtingstank zitten bacteriën. Door die te voeden met bepaalde vetzuren, produceren ze de stof PHA (PolyHydroxyAlkanoaten). Als je de PHA uit het slib haalt, krijg je een zuivere stof waarmee je bioplastics kunt maken: Phario, een afbreekbaar plastic gemaakt van ons afvalwater.”

Behalve aan water denkt Zeeland bij innovaties ook altijd aan energie. Soms kan het een met het ander gecombineerd worden, bijvoorbeeld bij de pogingen om de ‘blue battery’ vooruit te helpen: een manier van energieopslag waarbij de omkeerbare reacties tussen zout en zoet water de kern vormt en waarbij in de zomer zonne-energie kan worden gebruikt om zoet water te maken en in de winter de energie weer kan worden teruggewonnen door overtollig zoet water met zout water te mengen.”

Ideeën genoeg, maar ondanks alle pogingen en goede bedoelingen is er voorlopig nog veel werk aan de winkel, stelt Van Kralingen vast. “We moeten dus blijven zoeken, zeker hier in Zeeland. En de doorbraken realiseren die we nodig hebben.”

Waterschap Scheldestromen, Middelburg