© Pixabay
Author profile picture

Ergens in een grote (nu nog) lege hal op Brainport Industries Campus rijden AGV’s door elkaar heen. Er staat een dock-station waar goederen binnenkomen en de fabriek weer uitgaan. Een voorsorteerplek voor gereedschap waar een robot nauwkeurig de juiste boortjes op een machine plaatst. “Het is een logistieke keten, maar dan in het klein”, vertelt Erik Vermeulen,  programmamanager bij het Advanced Manufacturing Logistics Fieldlab (AML). IO neemt een kijkje in het testlab. Vermeulen: “Hier verzamelen we kennis over alle logistieke processen”, vertelt hij terwijl een karretje automatisch om hem heenstuurt. “We werken aan een real-life model met automatische voertuigen en robotica om een proof of concept te maken waarmee de productiviteit van de hele keten omhoog gaat.”

Lees hier over de opening van het fieldlab

Robotica en automatische voertuigen hebben de toekomst, volgens Vermeulen. “Je ziet dit al deels gebeuren bij fabrieken die in hoge volumes produceren, daar kun je dit relatief gemakkelijk implementeren omdat de productie een vast patroon heeft.” Dat geldt niet voor bedrijven op de campus, waar producten in kleine series uit de fabriek komen of waar klanten een variatie op een product willen. Vermeulen: “Hierdoor verloopt de productie niet volgens een vast patroon. Ook zijn er vaak meerdere bedrijven bij zo’n complex proces betrokken. ASML bijvoorbeeld, heeft meer dan tien verschillende toeleveranciers. In dit fieldlab willen we uitzoeken hoe we een modulair systeem kunnen ontwikkelen dat kan worden aangepast op verschillende bedrijven en hun wensen.”

Uitdagingen

De uitdaging ligt volgens de programmamanager niet in de techniek, die is er grotendeels klaar voor. Het echte probleem zit in IT en communicatie. Want hoe zorg je ervoor dat verschillende merken AGV’s met elkaar ‘praten’? “We zijn nu zo ver dat we twee merken samen kunnen laten rijden. Een derde merk is al uitgenodigd om te komen testen. We willen een technische interface ontwikkelen die het mogelijk maakt dat verschillende machines van verschillende merken met elkaar samen kunnen werken.”

KMWE test momenteel een AGV met een robotische arm erop om gereedschap automatisch te verwisselen. Het automatische voertuig moet kunnen communiceren met de productiemachine, zodat deze ‘weet’ dat er nieuwe boortjes aankomen. Ook moet de arm nauwkeurig samenwerken met het karretje. Vermeulen: “Of AGV’s moeten door verschillende bedrijven, dan moeten ze ook toegang hebben tot verschillende WiFi-netwerken. Ze moeten deuren laten ‘weten’ dat ze er doorheen willen. Dit is niet standaard, bijna iedere machine heeft zijn eigen manier van communiceren. Als we dat oplossen kunnen we de doorlooptijd flink verkorten, dat betekent dat bedrijven sneller kunnen leveren.”

Digitale kopie van de werkelijkheid

Om nog sneller oplossingen te bedenken, maken ze bij het testlab gebruik van simulaties. Hier testen ze in een virtuele wereld verschillende scenario’s. Kan een AGV bijvoorbeeld zes pallets vervoeren in plaats van drie en wat voor impact heeft dit op de rest van het magazijn? “Sommige machines zijn te duur om aan te schaffen voor een testomgeving, dan biedt een digitale kopie uitkomst. Je kunt in een virtuele omgeving allerlei processen toevoegen om na te gaan of een product of onderdeel daadwerkelijk sneller door de fabriek gaat. Je kunt in zo’n model precies uitrekenen hoe snel een product op een veilige manier van A naar B gaat. Hiervoor hoef je in de fysieke wereld niets aan te passen. Maar je moet er wel zeker van zijn dit dit klopt, misschien reageert een AGV toch anders op mensen dan in het model staat, daarom gaan we nooit uit van informatie uit simulaties alleen.”

‘Walhalla aan ecosystemen’

Uiteindelijk is het de bedoeling dat door kennis en inspanningen van het fieldlab de logistiek – van inkomende goederen tot uitgaande producten en alles dat hiertussenin zit – sneller, goedkoper en met minder handelingen gedaan kan worden. “Hoeveel sneller precies? Dat vind ik koffiedik kijken en daar houd ik niet zo van. Ik schat dat er tientallen procenten van de gemiddelde doorlooptijd af gaan. Met de kennis die we hier opbouwen krijgen we meer inzicht voor de juiste oplossing, dat is op dit moment het belangrijkste.”

Die juiste oplossing gaat er komen, weet Vermeulen: “We zitten hier in een walhalla aan ecosystemen. Je hebt hier niet alleen hele sterke bedrijven uit de maakindustrie die nauw samenwerken, maar ook studenten die meedenken en een overheid die dat ondersteunt. Dit komt allemaal samen in verschillende fieldlabs die technieken implementeren om een volledig automatische fabriek mogelijk te maken. De logistiek is het hart van de fabriek, daarom werken we ook samen met de andere fieldlabs.”

Lees hier meer over de verschillende Fieldlabs op BIC