©Pixabay
Author profile picture

Een aantal weken geleden overleed Sir Ken Robinson. Hij is de man achter de meest bekeken TED-talk ooit: Do schools kill creativity? Het vormde voor mij de aanleiding om mijzelf te verdiepen in het onderwerp onderwijs en creativiteit. Natuurlijk zie ik als docent hoe formats, stappenplannen en vaste methodes het creatieve denken bij studenten tot een minimaal niveau brengen. Immers, wanneer je een vaste methode of stappenplan krijgt aangereikt, is er geen enkele prikkel om zelf een methode of stappenplan te bedenken.

Maar bleef het daar maar bij. Helaas stuitte ik op een wetenschappelijke literatuurstroom die liet zien dat het probleem nog veel fundamenteler is dan het methodische en gestructureerde karakter van het onderwijs. Docenten kunnen in de eerste plaats helemaal niet goed inschatten wie nu de creatieve denkers zijn in hun klas en wie niet. En verder (nu wordt het pas echt erg) vinden leraren de creatief denkende leerlingen in hun klas eerder vervelend dan bewonderenswaardig. In het onderwijs is creativiteit dus eerder een vloek dan een gave.

Creativiteit, eerder vloek dan gave

De reden waarom leraren creatieve leerlingen stiekem strontvervelend vinden is simpelweg omdat zij de les meer verstoren. Zo blijkt uit onderzoek dat creatieve leerlingen volgens de leraren de les meer onderbreken met vragen. Ze gedragen zich impulsiever en stellen de regels in de klas ter discussie. In een ander onderzoek werd aan leraren gevraagd om hun favoriete en hun minst favoriete leerling te beschrijven.

De favoriete leerlingen waren rustig, betrouwbaar, goedgemanierd en oprecht (typische eigenschappen die niet samenhangen met creativiteit). De minst favoriete waren progressief, vastberaden en impulsief (typische eigenschappen die wel samenhangen met creativiteit). Leerlingen die graag probeerden te doen wat anderen, waaronder de docent, onmogelijk achten, waren dan ook het minst favoriet.

Het is fascinerend hoe we de hartstochtelijke wens hebben dat het onderwijs een plek biedt voor creatieve leerlingen die over 21st century skills beschikken. Tegelijkertijd verwerpen we het gedrag en de ideeën van deze leerlingen. Deze paradox wordt ook wel de ‘bias against creativity’ genoemd. Die bias is overigens niet de enige in dit domein. Er is ook sprake van een gender bias, maar dat zal u niet verbazen.

Haren overeind

Omdat creatieve denkers zich veelal niet gezien en gewaardeerd voelen op scholen, gaan zij zich tegen die scholen verzetten. Eén van de bekendste voorbeelden op dit gebied is Albert Einstein: wereldwijd bekend als genie, maar een drama op school. Willen we meer creatieve denkers en genieën opleiden dan moeten wij als docenten dus in de eerste plaats naar onszelf kijken. Welke ruimte bieden wij aan de creatieve denkers die wij klaarstomen’ voor de arbeidsmarkt?

Laatst nog kwam er een student bij me die een inhoudelijk zeer sterke en supercoole ontwerpgerichte scriptie had geschreven. Daarbij was hij echt buiten de gebaande paden gegaan en had hij de opdrachtgever zó geholpen dat deze het werk ruimschoots beloonde. Alleen gaven de assessoren van de Hbo-opleiding aan dat enkele elementen uit het standaardformat ontbraken. Daardoor ging hij met een diepe onvoldoende naar huis. Daar gaan toch je haren van overeind staan? Die van mij in ieder geval wel.

Beoordelen we onze studenten op de toegevoegde waarde en de originele ideeën die ze kunnen leveren of zien we een beoordeling als een afvinklijst waarin we kijken of alle te beoordelen elementen wel vertegenwoordigd zijn? We willen dat eerste, maar in de praktijk is het te vaak dat laatste dat overheerst.

Beoordeeld op structureren

We zeggen vaak dat de toekomst begint bij de studenten van nu. Maar in welke mate leiden we de docenten wel op om die studenten van nu goed te begeleiden? Tijdens mijn postdoctorale lerarenopleiding werd ik beoordeeld op hoe goed ik mijn les kon structureren in tijdsblokken van vijf minuten. Daarin diende steeds aangegeven te worden wat het leerdoel was en wat de rol van de docent en de rol van de leerling diende te zijn.

Ik kan u zeggen dat mijn talent om van die planning af te wijken wanneer ik zag dat de leerlingen dat nodig hadden, niet werd beloond op het beoordelingsformulier van de docentopleider. Door de leerlingen en studenten gelukkig wel en een aantal jaar later werd ik genomineerd tot docent van het jaar.
Wetenschappers concludeerden al 25 jaar geleden dat docenten creatieve gedragingen van leerlingen laten uitdoven en dat het huidige onderwijs van onze leerlingen eerder conformisten maakt. Toch is er sinds die tijd veel te weinig aan dit probleem gedaan. Willen we onszelf innovatief op de kaart zetten? Dan wordt het dus hoog tijd dat we de lerarenopleidingen eens goed onder de loep nemen. We moeten docenten leren onze creatiefste leerlingen te waarderen en te stimuleren!

Einstein van de toekomst

Maar er is meer dat we kunnen én moeten doen. We moeten zo snel als mogelijk af van overvolle klassen. In grote klassen worden docenten gedwongen om meer aandacht te besteden aan orde en ‘klassenmanagement’, zoals dat in lerarentaal mooi heet. Zo komen de creatieve leerlingen dus nog meer in de knel. In kleinere klassen is immers meer ruimte voor experimenteren en verdieping en kan je als leerling gemakkelijker buiten de lijntjes kleuren.

Juist dát is de context waarin we de Einsteins van de toekomst hun schooltijd willen laten doorbrengen, toch?! Dus kleinere klassen, leraren die leerlingen stimuleren om buiten de gebaande paden te lopen. Een fysieke ruimte om te ontwerpen en te experimenteren. Een bibliotheek vol verdiepingsmogelijkheden en een heerlijke fun-factor op school. Dat zijn dé ingrediënten voor een toekomst vol baanbrekende innovaties.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Wendy van Ierschot, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Jan Wouters, Katleen Gabriels, Mary Fiers en Hans Helsloot probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.