Author profile picture

Nico Baken is hoogleraar Multidisciplinary telecommunication technology and applications aan de TU/e en senior strateeg voor KPN. Die combinatie moet hem, zijn bedrijf én de universiteit verder helpen in een tijd die vraagt om onorthodoxe oplossingen. “De wereld staat in de fik,  ontwikkelingen gaan heel snel en we staan voor gigantische uitdagingen op verschillende gebieden. Daar hebben we disruptieve veranderingen bij nodig. Die zijn sector- en stakeholder-overstijgend en integraal systemisch. Verandering kunnen we alleen bereiken door te verbinden.”

Je kunt dan wachten tot er toevallig een oplossing komt, zegt Baken, “maar je kunt er ook gestructureerd naar gaan zoeken. Dat is wat KPN hiermee doet.” Oók in het belang van het bedrijf zelf, want als er één ding is gebleken uit de historie van het bedrijf, is dat het belangrijk is om zelf nieuwe professionals op te leiden die in het bedrijf kunnen functioneren. “Zij moeten verder kunnen kijken dan hun neus lang is en zij moeten goede connecties kunnen leggen.” En precies dat is waar Baken ook bij de TU/e naar kijkt.

Onder zijn leiding sluiten vijf nieuwe promovendi zich de komende tijd aan bij het project Smart One, waarin de TU/e en KPN samenwerken. Binnen dit project werken de studenten in faculteitoverstijgende centra op het gebied van onder andere datascience en wireless communication omdat de kennis die bruikbaar is voor de telecom meerdere expertisegebieden omvat. KPN wil zo meer kennis opdoen over innovatie, zowel op zakelijk als op sociaal gebied.

Om de ontwikkeling van technologieën zoals kunstmatige intelligentie en virtual reality in de telecom goed bij te houden, heeft KPN in november 2017 een samenwerking opgezet met de TU/e en de Technische Universiteit in Delft. “Daar zijn mensen al veel langer bezig met ontwikkelingen die ook in de telecom op den duur heel waardevol kunnen zijn”, zegt Baken. Hij heeft een voorbeeld: “De data die door glasvezelnetwerken stroomt, neemt exponentieel toe. Op enig moment zullen ook die glasvezels vol zijn en hebben we een nieuwe glasvezel nodig. Die worden nu op de TU/e al gemaakt, terwijl anderen er nog niet over nadenken.”

Vier centra
Binnen Smart One zijn er vier centra waar studenten vanuit verschillende faculteiten werken. Binnen het Center for wireless technology/photonics werkt een student aan “channel sounding”. In het TU/e Data Sciences Center onderzoekt een student de mogelijkheden van machine learning om van alle data die wordt verzameld een nuttig geheel te maken. De standaardisatie van data uit de bouwwereld wordt onderzocht in het Smart Cities Center. Tot slot werkt een student aan een netwerk dat nog beter en sneller is dan 5G in het TU/e Institute for Photonic Integration.

Elk sector bestaat volgens Baken uit twee onderdelen. “Je hebt altijd een hard stuk (“infrastructuur”) en een zacht stuk (“superstructuur”). De transportsector heeft bijvoorbeeld wegen en bruggen nodig voor vervoer, de infrastructuur. De dienst die zij daarmee leveren aan anderen is de superstructuur.” De studenten worden in dit project ook uitgedaagd hierover na te denken en beide onderdelen mee te nemen in hun onderzoek.

Allesomvattende oplossingen
De eerste vier studenten zijn op verschillende momenten afgelopen jaar ingestroomd in het project. Van ieder onderzoek ligt er ondertussen een research proposal. Ook hebben twee van hen inmiddels een paper geschreven naar aanleiding van hun onderzoek. De vijf nieuwe studenten worden ook weer ondergebracht in één van de centra en gaan zich focussen op hun eigen onderzoek.

Het werken vanuit deze centra heeft volgens Baken een achterliggende gedachte. “Met deze faculteitoverstijgende centra willen we zoeken naar allesomvattende oplossingen in plaats van voordehandliggende innovaties.” Volgens hem wil KPN hiermee dus niet alleen de bedrijfsvoering verbeteren, maar wil het bedrijf ook iets betekenen voor de maatschappij. “We moeten schuiven van businesscases naar valuecases”, stelt Baken.

Goede samenwerking
Een goede samenwerking is hierbij essentieel volgens Baken. Hiervoor heeft hij in basis vier stappen opgesteld. Stap nul is het hebben van een doel. Bereid zijn te delen is de eerste stap. Gevolgd door connectiviteit en diversiteit als stap twee en drie. “De combinatie van deze stappen maakte het Nederlands elftal in 1974 bijna wereldkampioen voetbal. Het team had een duidelijk doel en de spelers waren bereid onderling te delen. Ze stonden zo met elkaar in contact dat ze aanvoelden waar de andere spelers stonden in het veld. Bovendien was er genoeg diversiteit aan spelers en vaardigheden in het team.” Deze manier van werken probeert hij ook terug te laten komen bij de studenten die nu deelnemen aan dit project. “Ik breng ze bij elkaar om ze bijvoorbeeld uit te laten leggen wat hun research proposal is. Dat zorgt ervoor dat ze bij elkaar moeten gaan zitten, connectiviteit. Zo kunnen ze ook iets van elkaar leren.”

Achter deze manier van werken zit een filosofie. “Het suikermolecule bestaat uit 45 atomen. Met die 45 atomen kun je 10 tot de macht 300 verschillende moleculen maken. Allemaal met andere eigenschappen. Maar één daarvan is suiker, smaakt zoet en vormt de kristalletjes”, legt de hoogleraar uit. Hij gaat verder: “Stel je hebt nu niet 45 atoompjes maar tweehonderd mensen in een wijk. Dan is er geen proces van chemische verbinding, maar er zijn wel allerlei verschillende processen die tussen mensen en dingen kunnen ontstaan. Zo zijn er oneindig veel combinaties mogelijk tussen die mensen.” Er is dus een overvloed aan kennis, alleen moet het volgens Baken voor bepaalde projecten en doelen nog op een goede manier ingezet worden.