Fontys, © IO
Author profile picture

Advies Evelyne Meens (Fontys): laat studenten al ervaren voordat ze echt beginnen

Ongeveer 30 tot 40 procent van de studenten die een hbo studie starten, stopt al met deze studie binnen het eerste jaar. Twee hoofdredenen die zij daarbij zelf aangeven zijn gebrek aan motivatie en het maken van een verkeerde studiekeuze. Evelyne Meens, onderzoeker studie(keuze)succes bij Fontys Hogescholen, deed een verdiepend onderzoek naar de individuele verschillen tussen studenten als het gaat om motivatie en studiekeuzes in relatie tot studiesucces. Écht ervaring opdoen door te ruiken, zien en proeven aan de studie en de omgeving van een hogeschool, blijkt cruciaal. Op vrijdag 12 oktober verdedigt Evelyne Meens haar proefschrift over motivatie, studiekeuzes en studiesucces aan Tilburg Universiteit. Voorafgaand wordt een Mini Symposium georganiseerd met een verdieping op deze drie thema’s met een keynote door Prof. dr. Maarten Vansteenkiste over ‘Motivatie’.

Lees hier een langere samenvatting van het onderzoek door Evelyne Meens zelf

Meens deed haar onderzoek bij Fontys, dat vestigingen heeft in onder meer Eindhoven, Tilburg en Venlo. Zowel aankomende als zittende studenten van Fontys Hogescholen werd gevraagd naar hun wijze van keuzes maken en hun motivatie voor de start van de studie. Daarnaast werd gekeken naar hun gegevens rondom studiesucces, zoals studievoortgang en drop-out cijfers, maar ook naar de zachtere kanten zoals de tevredenheid over de studiekeuze, sociale en academische integratie en zelfvertrouwen.

“Studenten die vooraf geen onderzoek doen, starten hun studie meer vanuit verwachtingen van anderen”

Studenten die vooraf goed op ontdekkingstocht gaan en daarna pas een keuze maken, bleken met meer intrinsieke motivatie aan een studie te starten. “Studenten die dat niet hadden gedaan, startten hun studie meer vanuit verwachtingen van anderen”, zegt Meens. “Of wisten zelfs niet meer precies de reden van hun keuze.” Toch bleek motivatie voor de start van de studie uiteindelijk weinig invloed te hebben op het studiesucces na het eerste jaar. “Veel studenten begonnen vanuit intrinsieke motivatie, maar vielen later toch uit, omdat de werkelijkheid tegenviel. Motivatie vooraf is bij veel aankomende studenten gebaseerd op een verwachting die niet de werkelijkheid representeert.”

“Motivatie vooraf is bij veel aankomende studenten gebaseerd op een verwachting die niet de werkelijkheid representeert.”

Het heeft dus weinig zin om tijdens Studiekeuzechecks en Matchingsdagen naar motivatie voor een studie te vragen als deze niet gebaseerd is op realistische ervaringen, concludeert Meens. “Vooraf een representatief beeld van de inhoud en moeilijkheidsgraad van de opleiding geven, onder andere via meeloop- en proefstudeerdagen, is van veel groter belang. Omdat niet iedere student zich goed oriënteert, is het juist voor die groep erg belangrijk om in de eerste periode na de start samen met een studentcoach te reflecteren op de eerste ervaringen in de opleiding. Vragen als ‘voel ik me hier thuis?’, ‘hoe gemotiveerd ben ik, nu ik het programma, de medestudenten en de docenten wat beter ken?’, zijn dan belangrijk om over na te denken.”

De aanbevelingen luidt dan ook dat studenten voordat ze naar het hbo komen, moeten kunnen exploreren. “Ze zijn gebaat bij een goede oriëntatie vooraf waarbij ze de beoogde studie echt zelf kunnen ervaren, liefst met iemand die ze helpt op die ervaring te reflecteren. Voor de groep die zich niet of minder intensief oriënteert, is het gewenst om zo snel mogelijk na de start van de studie te reflecteren op de eerste ervaringen en hen bij te sturen daar waar nodig.”

Vanuit het onderzoek van Evelyne Meens werd hiervoor de Startthermometer ontwikkeld, een praktisch instrument dat bijdraagt aan de reflectie van eerstejaarsstudenten vlak na de start van hun studie. Meer informatie over het programma van het Mini symposium en de verdediging van het proefschrift op vrijdag 12 oktober vind je hier.