Author profile picture

Dankzij een uitgekiende mix van hightech, design en kennis is de positie van Brainport Eindhoven de afgelopen jaren krachtiger dan ooit geworden. De regio is daarmee een leider geworden op de gebieden die wereldwijd als doorslaggevend worden gezien bij de oplossing van de problemen van morgen. Energie, mobiliteit, voedselvoorziening, gezondheidszorg, op al deze thema’s draait Brainport Eindhoven mee op mondiaal niveau. En er is één plek waar al die activiteiten samenkomen: de Technische Universiteit Eindhoven. De doorbraken zijn er ofwel ontstaan, ofwel gestimuleerd, maar in alle gevallen had de wereld er zonder TU/e letterlijk anders uit gezien.

Dat dat zich zo heeft kunnen ontwikkelen heeft alles te maken met de keuze van de universiteit om meer te zijn dan alleen een plek voor onderzoek en onderwijs. Een wezenlijk deel van het belang dat de TU/e heeft voor de samenleving komt voort uit de valorisatie daarvan: het toevoegen van maatschappelijke waarde op basis van de kernactiviteiten van de universiteit. Met de TU/e Campus gaat de Eindhovense universiteit verder dan de zusterinstellingen, hetgeen alleen al blijkt uit de jarenlange mondiale nummer-1-positie op het gebied van samenwerking met het bedrijfsleven.

Een mix van bedrijven en onderzoeksinstellingen die gebruik maken van een netwerk van studenten en wetenschappers, en kennis en faciliteiten met elkaar delen is daarbij doorslaggevend. Inclusief de juiste mensen om zo’n systeem van samenwerking optimaal te laten functioneren. Want ook dat blijkt keer op keer als delegaties uit de verste uithoeken van de wereld komen afkijken hoe Eindhoven dat toch heeft geflikt: alle onderdelen van het systeem zijn op zich nog wel te kopiëren, maar dat geldt niet voor de mensen die het geheel laten draaien. En precies daar zit dan ook de unieke waarde van Brainport Eindhoven als geheel en de universitaire gemeenschap in het bijzonder.

In een serie van vijf verhalen gaan we dieper in op het fundament dat dit alles mogelijk maakt. We laten zien waarom de universiteit zo belangrijk is voor de regio en wat de TU/e Campus toevoegt aan de stad en haar omgeving. We stellen de bedrijven voor die zijn voortgekomen uit de universiteit en laten zien welke samenwerkingsverbanden er zijn en wat hun impact is voor economie en maatschappij. Vandaag de inleiding, met de cijfers over de rol en waarde van de TU/e.

Lees hier alle verhalen in deze serie

De TU/e is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Tien jaar geleden studeerden er nog zo’n 7.000 studenten, nu zijn het er al ruim 11.000. En de groei is er nog lang niet uit, ook al zijn er recentelijk studentenstops afgekondigd voor vier opleidingen. Maar een universiteit is veel meer dan alleen studenten en hoogleraren en doet veel meer dan alleen onderwijs en onderzoek. De TU/e Campus in het bijzonder voegt aan deze twee klassieke taken van een universiteit nog een derde toe: valorisatie. Daarbij gaat het om het beschikbaar stellen van wetenschappelijke kennis aan het bedrijfsleven en de maatschappij, zodat het verzilverd kan worden. De TU/e Campus is daarmee een ‘motor voor innovatie’. Jong technisch talent als brandstof voor de moderne kenniseconomie.

Steef Blok, directeur TU/e Innovation Lab, zegt dat samenwerken met relevante bedrijven uit de regio tot een kernexpertise is gemaakt. “Als het om ‘industry income’ gaat, staan we dan ook niet voor niets op de eerste plaats staat in de Times Higher Education ranglijst.” Als relatief kleine universiteit heeft de TU/e van de nood een deugd gemaakt. Blok: “Door onze omvang moeten we wel samenwerken. Wat daarbij helpt is dat we als technische universiteit toekomstgericht zijn en altijd bezig met toepassingen die heel goed in de industrie gebruikt kunnen worden. Alle nieuwe technologieën zullen oplossingen moeten bieden voor de grote uitdagingen waarvoor wij met zijn allen staan gesteld op bijvoorbeeld het gebied van gezondheid, energie en mobiliteit. Wij pakken onze verantwoordelijkheid om deze problemen op te lossen en daardoor de welvaart en het welzijn te verbeteren.”

“Bedrijven zoals Philips en ASML kunnen samenwerkingen met elke universiteit op de wereld aangaan als ze zouden willen, maar doen dat met ons”Steef Blok, Directeur TU/e Innovation Lab

Het mooie van al die valorisatie-initiatieven is dat ze volgens Blok ook nog eens de kwaliteit van onderwijs en onderzoek vooruithelpen. “We krijgen vaak te horen: ‘Als jullie zo op samenwerken met bedrijven gericht zijn, kunnen jullie dan wel het wetenschappelijke niveau behouden dat bij een universiteit hoort?’ Maar dat kunnen we juist daarom. Als we namelijk niet een hoog wetenschappelijk niveau leveren, dan willen bedrijven helemaal niet meer met ons samenwerken. Bedrijven zoals Philips en ASML kunnen samenwerkingen met elke universiteit op de wereld aangaan als ze zouden willen, maar doen dat met ons.” Wat ook bijdraagt aan de sterke band met het bedrijfsleven, is het hoge aantal deeltijdhoogleraren. De samenhang tussen wetenschap en bedrijfsleven ligt voor een groot deel hierin verankerd.

Het samenwerken met bedrijven is duidelijk zichtbaar op de Campus, waar meer dan honderd bedrijven gevestigd zijn. De TU/e Campus telt 54 laboratoria, waarvan de meeste ook te gebruiken zijn door bedrijven en mensen van buiten de universiteit. Steef Blok: “Voor hightechbedrijven is toegang tot nieuwe technologie, talent en topfaciliteiten van het grootste belang. Dat zien we terug in de groei van het aantal bedrijven dat met de TU/e samenwerkt en het groeiende aantal bedrijven dat zich op het terrein vestigt. Bedrijven zoeken aansluiting bij de bron. Via de medewerkers van  TU/e Innovation Lab kunnen bedrijven eenvoudig hun weg te vinden over de Campus en deel worden van onze internationale netwerken.”

Naast een sterke band met het bedrijfsleven heeft de TU/e veel projecten lopen met overheden. Een voorbeeld hiervan is TU/e LightHouse, een non-profit organisatie die zich o.a. richt op Smart Cities en Smart Lighting, met als doel om de kennis uit de universiteit te halen en vervolgens in concrete projecten in steden toe te passen. Enkele voorbeelden van deze projecten zijn Jouw Licht op 040 en Roadmap stedelijke verlichting Eindhoven.

Voorlopig is de groei er nog niet uit, zegt Blok. “Elk jaar komen er zo’n tien spin-offs en dertig start-ups bij op de campus. Tegenwoordig zijn er al zo’n 115 bedrijven op de Campus, die met unieke kennis van de TU/e aan de slag gaan en ongeveer 120 bedrijven die in de afgelopen 3 jaar door studenten zijn opgestart.” Om deze ontwikkeling verder te stimuleren is er sinds dit jaar naast een Innovation Lab, nu ook een Innovation Space, waar studenten heen kunnen om van een idee naar een start-up te gaan.

Maar wat voor impact heeft dit heeft dit nou op de regio? Van het gehele budget van de universiteit, gaat zo’n twee derde, of ongeveer 200 miljoen euro, naar personeelskosten. Inkomens dus van de meer dan 3200 werknemers, die voornamelijk uit de regio Eindhoven komen. Maar dat is natuurlijk maar een klein deel van die impact. De complete omvang ervan is juist vanwege het karakter van de regio – waar iedereen met iedereen samenwerkt en elke betrokkene dus een deel van de waarde` creëert – bijna niet meetbaar. Waar innovatie vroeger vooral kwam van R&D-afdelingen van grote bedrijven, komt het nu steeds meer uit multidisciplinaire samenwerkingen tussen grote en kleine bedrijven en kennisinstellingen zoals de universiteit.

De impact van de TU/e is misschien lastig te achterhalen, maar in de gecreëerde nieuwe werkgelegenheid is de kennisinstelling zeker zichtbaar. Er zijn tal van bedrijven die uit de universiteit zijn voortgekomen en nu samen al vele honderden werknemers hebben. Denk aan Effect Photonics, Prodrive, Xeltis en Vention, begonnen op de universiteit. Daarnaast levert volgens Blok elke PhD’ervan de TU/e ongeveer acht à negen extra werkplekken op in de regio.

Ook de aanvullende rollen die de universiteit in deze regio invult, helpen daarbij. Er zijn verschillende samenwerkingen ontstaan dankzij de TU/e, de zogenaamde Flagships met multinationals zijn daar volgens Blok een mooi voorbeeld van. De universiteit heeft daarbij een “onafhankelijke bindende rol”, die verschillende partijen bij elkaar kan brengen.
In het volgende artikel gaan we daarover in gesprek met Robert Al, hoofd business development bij TU/e Innovation Lab.