©Unsplash
Author profile picture

Met stijgende verbazing kijkt de wereld naar de hoop oud schroot waarmee het zo gevreesde leger van de ‘Vozhd’ in het Kremlin een Blitzkrieg dacht te kunnen ontketenen. Terwijl president Poetin in zijn jaarlijkse televisieshow ontzagwekkende beelden vertoont van de allernieuwste snufjes van hypermodern wapentuig ter zee, ter land en in de lucht en de ruimte, blijkt de realiteit ‘on the ground’ misrabel en meelijwekkend. Zijn soldaten weten niks van hun missie, hebben veelal geen idee waar zij rijden en marcheren en plunderen in de dorpen en rurale stadjes in Oekraïne de plaatselijke Jumbo’s omdat ze geen rantsoenen hebben meegekregen die na 2015 waren opgeslagen in de koelhuizen van het leger.

Hoe kan dit? Wat is hier gebeurd? Ten eerste een vrij simpel economisch feit. Rusland is een arm land dat zich zo’n invasie van een reusachtig en modern leger helemaal niet kan veroorloven. Het BBP van het grootste land op onze aardbol is even groot als dat van de Benelux of Spanje. En bij ons leven zo’n 27 miljoen inwoners, Poetin heerst over 140 miljoen mensen. Zijn oorlog in Syrië vergt al zo veel van de spankracht van zijn land dat een aanval naar Kyiv gewoon te veel blijkt.

Daar komt bij dat Rusland de voorbije jaren meer en meer ging achterlopen bij de landen die zich, door innovatieve durf en slimme R&D, wisten te ontwikkelen. Denk aan Estland, aan Tsjechië, Zuid Korea en Israël. Hoe meer Poetin een autocraat werd, hoe minder stadslucht die vrij maakt, vindingrijk en ondernemend. Onder Jeltsin was het misschien wel een beetje al te veel wildwestkapitalisme, maar Boris Nikolaievitsj liet wel de creatieve krachten ontplooien die onder het stalinisme verplettterd waren.

Fata morgana

Onder Poetin zonk Rusland terug naar een soort 19e eeuwse, koloniale economie van plantagehouders – oligarchen geheten – die het land exploiteerden door vooral delfstoffen te exporteren. Die planterselite leefde er goed van, een brede en eigentijdse welvaart bleef een fata morgana voor de gewone Rus.

Het materieel dat die gewone Russische dienstplichtigen in arremoede in de modder en langs de kapotte straatwegen dumpen wijst daar nog eens op. Heel veel ervan heeft zowel de mechanische staat als het ‘design’ van de spullen uit de Breznjew-jaren van de Sovjet-Unie. Alsof de Bundeswehr van nu in de Trabantjes en Wartburgs van de DDR van Honecker zou zijn blijven rondtuffen. Ondertussen gebruiken de strijdkrachten van Oekraïne drones uit Turkije die zowel uitermate accuraat als ‘betaalbaar’ zijn.

De gruwelen voor de mensen in Marioepol, Kherson en Kharkiv zouden kunnen doen vergeten dat in deze oorlog een grote tragiek zichbaar wordt. Die van het volk van Rusland. Weinig volkeren zijn in de geschiedenis zo geknecht, onderdrukt, uitgehongerd en vervolgd. Weinigen zijn ook steeds weer zo bewonderenswaardig gebleken in hun moed, culturele rijkdom, genie en talenten. Ga maar na. Google is mede de vondst van een Rus die in Amerika als immigrantenzoon met niks begon. In letterkunde, opera, dans, schilderkunst en nog veel meer was en is Rusland tot het allermooiste in staat.

Baas kennisbeleid

In 2013 sprak ik met Evgeny Ugrinovich, de hoogste baas in Moskou van het kennisbeleid. Dit zei hij toen over zijn land en het onze: “Nederland is door zijn geschiedenis en geografie een sterk land. Het ligt tussen allerlei grote, ook in vroeger eeuwen machtige landen en daarin weten jullie niet alleen maar te overleven. Veel meer dan dat! Die positie is door uw land de bron gemaakt van een sterke economische ontwikkeling en ook een opvallend hoog ontwikkeld leef- en werkklimaat. Nederland is daarin meer dan een ‘handelsland’, zo heb ik leven ervaren.”

“Handel drijven is meer dan materieel, het is ook het vermogen te ‘dealen’ met mensen die anders zijn, anders denken dan jijzelf. Dat zit diep verankerd in die typische civil society waardoor Nederland zich onderscheidt. Die maakt uw land een interessante natie, een eigenzinnige cultuur. Nederland is slim, klein en rijk en daarin is het op allerlei terreinen vaak groot en sterk.”

“Alles wat groot en zwaar is, bijvoorbeeld in de industrie en techniek, dat is niet iets waar Nederland het van moet hebben. Maar in bijzondere extra’s in de technologie en industriële productie bent u vaak heel erg goed. In ongeveer elke auto, elk vliegtuig, of elke vrachtwagen die andere landen bouwen zit tenminste één technologische vinding, of een paar hightech extra’s die juist vanuit Nederland komt.”

Kennisidentiteit

Dat karakter van hightech-natie noemde Evgeny Ugrinovich “minder opvallend misschien voor velen, maar juist wel een sterke kennisidentiteit. Dat geldt ook bij uw knowhow bij het faciliteren van hoe andere landen hun ‘cutting edge’ ontwikkelingen zouden kunnen aanwakkeren. Daarom is samenwerking met Nederland zo interessant en ook anders van aard dan met andere landen.”

Stel u toch voor dat zijn land in de jaren nadien met ons zich in deze richting had kunnen doorontwikkelen. Stel u toch eens voor als we die unieke samenwerking rond de Hermitage in Amsterdam en het Gergiev Festival in rotterdam in vrijheid en creatieve uitwisselingsgeest hadden kunnen verdiepen en verfijnen. Dat alles heeft Poetin kapot gemaakt. En waarom, waartoe?

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Eugène Franken, PG Kroeger, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.