Volgens een rapport van Transport & Environment hebben elektrische voertuigen (EV) in 2025 een marktaandeel van 24%. Omdat autofabrikanten in de EU de productie van EV’s opvoeren om te voldoen aan de strenge CO2-emissiedoelstellingen, wordt een aanzienlijke verschuiving verwacht naar batterij-elektrische en hybride voertuigen. Het rapport benadrukt het aanpassingsvermogen van fabrikanten om middelen te bundelen en alternatieve strategieën aan te bieden om aan de eisen van de regelgeving te voldoen. Nu de Duitse regering de emissiedoelstellingen handhaaft en de EU een emissieloze doelstelling voor 2035 heeft vastgesteld, is de weg vrij voor een schonere autotoekomst.
Elektrische voertuigen nemen het stuur over in de race om uitstoot te verminderen
Nu de CO2-emissiedoelstellingen voor de auto-industrie voor 2025 snel dichterbij komen, wordt voorspeld dat elektrische voertuigen een aanzienlijk deel van de Europese automarkt zullen veroveren. Transport & Environment’s analyse geeft aan dat batterij-elektrische voertuigen (BEV’s) 20 tot 24% van de nieuw verkochte auto’s zouden kunnen vertegenwoordigen tegen 2025. Deze stijging, die toe te schrijven is aan de lancering van een aantal goedkopere modellen, is van vitaal belang voor autofabrikanten om te voldoen aan de strenge CO2-reductiedoelstellingen van de Europese Unie, die een daling van de gemiddelde uitstoot met 15% ten opzichte van 2021 vereisen.
Hoewel de auto-industrie enige weerstand heeft getoond en om uitstel heeft gevraagd, is de EU-Commissie standvastig gebleven. Ze staat erop dat autofabrikanten ruim de tijd krijgen om zich aan deze regels aan te passen. De standvastige aanpak van de EU-Commissie, in combinatie met het ferme standpunt van de Duitse regering tegen het afzwakken van deze doelstellingen, geeft aan dat men zich wil inzetten voor een duurzame toekomst voor de auto-industrie.
Middelen bundelen: een strategische zet voor naleving
Het rapport van Transport & Environment belicht ook de strategische bundeling van middelen door fabrikanten. Deze methode biedt autofabrikanten een haalbaar pad om de uitstoot te verminderen. Door partnerschappen aan te gaan, kunnen fabrikanten de last van het halen van de gemiddelde emissiedoelstellingen van de EU delen. Met name potentiële allianties, zoals Volkswagen met Tesla of Ford met Volvo, zouden de individuele last van deze bedrijven bij de verkoop van BEV’s aanzienlijk kunnen verminderen.
Deze gezamenlijke aanpak is niet slechts een maas in de wet, maar een weerspiegeling van de gezamenlijke inspanningen die nodig zijn om wereldwijde milieuproblemen aan te pakken. Het erkent dat de industrie moet samenwerken om de ambitieuze doelstellingen voor een schonere, groenere planeet te halen.
De doelstellingen halen: van hybrides tot volledige elektrificatie
Terwijl BEV’s in de voorhoede van de overgang staan, spelen hybrides ook een rol in de tussentijdse inspanningen om de CO2-uitstoot te verminderen. Fabrikanten zoals Stellantis en Volkswagen Group zullen naar verwachting vertrouwen op hybrides voor een aanzienlijk deel van hun CO2-reductiestrategieën. Toch blijft het uiteindelijke doel een verschuiving naar volledige elektrificatie, zoals ook blijkt uit de bevestiging van EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen van een nul-emissie autodoelstelling voor 2035.
BMW is een ander voorbeeld, met prognoses die laten zien dat plug-in hybrides zullen bijdragen aan 18% van de emissiereductie die nodig is om te voldoen aan de EU 2025 doelstelling. Deze inspanningen tonen de verschillende benaderingen binnen de industrie terwijl autofabrikanten de overgang naar schonere technologieën navigeren. De verschillende strategieën benadrukken een markt in transformatie, die zich voorbereidt op een toekomst waarin elektrische mobiliteit centraal staat.
Winst voor de industrie versus milieuprioriteiten
Critici hebben gewezen op de dichotomie tussen de winsten van de industrie en de urgentie van milieumaatregelen. Ondanks het feit dat autofabrikanten de afgelopen twee jaar meer dan 130 miljard euro winst hebben gemaakt, wordt er geroepen om vertragingstactieken, zoals het inroepen van een crisisclausule. Transport & Environment heeft deze eisen echter afgedaan als “cynisch en absurd”, met het argument dat autofabrikanten jaren de tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op de komende doelstellingen en dat ze hun verantwoordelijkheden niet uit de weg mogen gaan.
Nu de gemiddelde prijs van EV’s in Europa sinds 2021 met een derde is gestegen, ondanks een daling van de prijzen van minerale batterijen, is er duidelijk behoefte aan toezicht. De winstgevendheid van de industrie suggereert dat autofabrikanten meer kunnen en moeten investeren in het versnellen van de overgang naar elektrische voertuigen in plaats van te zoeken naar uitbreidingen of uitzonderingen.
De revolutie van elektrische voertuigen ondersteunen
Tegen de achtergrond van het beleid en de ontwikkelingen in de industrie, is er een roep om meer robuuste ondersteuning van de vraag naar EV. Transport & Environment dringt er bij EU- en nationale wetgevers op aan om beleid te implementeren zoals doelstellingen voor het bedrijfswagenpark, masterplannen voor opladen en sociale leaseregelingen. Deze initiatieven kunnen de adoptie van elektrische voertuigen aanmoedigen en helpen bij het creëren van een stabiel regelgevend klimaat dat de groei van EV stimuleert.
Met de verzameling van praktijkgegevens van voertuigen die in 2021 begon, bereidt de EU zich voor om ervoor te zorgen dat de gerapporteerde CO2-emissies de prestaties op de weg nauwkeurig weerspiegelen. Deze stap is cruciaal om de voortgang van de emissiere