De testweg van bio-asfalt in Groningen
Author profile picture

De bio-asfalt proefweg in Groningen heeft het eerste halfjaar goed doorstaan. Op het proefvak is traditioneel asfalt met bitumen, dat wordt gewonnen uit ruwe olie, vervangen door bio-asfalt met de plantaardige stof lignine. “Het is ontzettend mooi om aan de buitenwereld te laten zien dat onze lignine geschikt is voor op de weg”, zegt Annelie Jongerius, senior wetenschapper bij Avantium en verantwoordelijk voor de valorisatie van Lignine.

De klimaattop in Glasgow bevestigde het opnieuw. Het gebruik van fossiele brandstoffen moet komende decennia drastisch omlaag. Ook bij de aanleg van wegen in Nederland valt er veel winst te behalen. In de traditionele wegenbouw wordt er veelal gebruik gemaakt van bitumen. Dit is een bestanddeel gemaakt van ruwe aardolie om asfalt mee te binden. Daar komt langzaam verandering in. In Groningen ligt nu een van de eerste bio-asfalt wegen van Nederland. Het asfalt bevat het door chemisch technologiebedrijf Avantium geproduceerde lignine. Dit stofje vervangt een deel van de bitumen en is gemaakt van een lijmstof uit naaldbomen.

Asfalt doet zijn werk

De proefweg werd begin juni aangelegd op een provinciale weg in Groningen en is ontwikkeld door infrabedrijf Roelofs en Avantium. Het proefvak op de provinciale weg N987 in Groningen tussen Siddeburen en Wagenborgen lijkt de eerste maanden goed te hebben doorstaan. “Na de aanleg van een paar kleinere testvakken op fietspaden in Groningen werd het tijd voor een drukke weg. De provinciale weg is veelbereden en het asfalt doet ontzettend goed zijn werk”, zegt Albertus Steenbergen, Manager Asfalt en Techniek bij Roelofs. Deze proef volgt op een reeks proeven met bio-asfalt op wegen in Zeeland. De lignine die hier wordt gebruikt is afkomstig van een pulpfabriek van het Finse bedrijf Stora Enso. Maar de testweg in Groningen is de eerste weg met lignine geproduceerd op eigen bodem.

Lees ook: Zeeland krijgt primeur met eerste stuk weg met bio-asfalt

CHAPLIN

De aanleg van de testweg gebeurde in samenwerking met de provincie Groningen. Het project maakt onderdeel uit van programma CHAPLIN. Hierin werken overheden, kennisinstellingen en bedrijven in Nederland samen om het traditionele asfalt te vervangen door lignine en om zo een bijdrage te leveren aan de vergroening van de wegenbouw. Onlangs won CHAPLIN de WOW-Juryprijs voor Beste Samenwerking 2021 (red. WOW is een platform waarbij de samenwerking tussen weg- en waterbeheerder bij de overheid, haven- en drinkwaterbedrijven centraal staat).

Voorop, links: Annelie Jongerius. Voorop, rechts: Albertus Steenbergen

Minder vervuilend

Als bindmiddel is lignine net zo effectief als bitumen. Het gaat om een  biologisch product, maar daarnaast  levert het gebruik ervan nog meer voordelen op, legt Jongerius uit. “Als regulier asfalt hergebruikt wordt, komt er bij het recyclingproces ook CO2 vrij. Bij bio-asfalt komt veel minder CO2  vrij.  Deze kooldioxide is echter eerder opgenomen geweest door de bomen waarvan die lignine is gemaakt. In tegenstelling tot bij het gebruik van asfalt met bitumen gemaakt van aardolie komt er dus geen extra CO2 vrij in de atmosfeer. Daarnaast kan ons asfalt verwerkt worden onder lagere temperaturen, wat uiteindelijk minder vervuilend is.”  

In Avantium’s DAWN pilot-bioraffinaderij in Delfzijl worden houtachtige grondstoffen omgezet in industriële suikers en lignine. Roelofs produceert het asfalt in Westenbroek, niet ver van Delfzijl vandaan. “Het is dus heel mooi dat we een lokaal productieproces hebben opgezet”, zegt Steenbergen.

Onderzoek en monitoren

Komende jaren wordt de bio-asfaltweg in Groningen gemonitord. Er zal nog verder onderzoek worden gedaan, zowel in het laboratorium als met nieuwe proefvakken. Daaruit moet blijken of er nog verdere aanpassingen gedaan moeten worden. Jongerius: “Zo zouden we bijvoorbeeld het percentage lignine in het asfalt verder willen verhogen. Ook zouden we kunnen kijken naar het soort hout dat we gebruiken. We baseren de lignine nu op naaldbomen, houtafval afkomstig van Staatsbosbeheer. Het zou goed kunnen dat we in de toekomst andere soorten resthout gaan gebruiken.”  

Ook wordt er binnen het CHAPLIN-project nog steeds veel onderzoek gedaan naar het asfalt. Steenbergen: “We werken onder andere samen met de Universiteit Utrecht en Wageningen Universiteit & Research. De Universiteit Utrecht kijkt naar de impact van het asfalt op het milieu. We zijn druk bezig om resultaten te verzamelen. Over een half jaar verschijnt er een rapport.” 

Vier seizoenen doorstaan

De resultaten van de proeven rondom de bio-weg laten nog enige tijd op zich wachten. “Het proefvak ligt er pas een half jaar. We moeten eerst maar eens de eerste vier seizoenen zien te doorstaan”, zegt Jongerius. “Daarna kunnen we er al meer over zeggen.” Jongerius ziet de toekomst positief in. “Als we kijken hoe goed het bio-asfalt in Zeeland er bij ligt, dan heb ik ook alle vertrouwen in ons proefvak in Groningen.” Steenbergen beaamt dat. “Ik zie hoe enthousiast Rijkswaterstaat en de verschillende provincies zijn waar proeven met bio-asfalt worden gedaan. Daarom ben ik er zeker van dat bio-asfalt op steeds meer plekken in Nederland wordt gebruikt in de toekomst.”

Lees via deze link ook de andere verhalen over Groningen

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Provincie Groningen en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier