Author profile picture

Doekle Terpstra kan opgelucht ademhalen. Tenminste, als het aan Silvy Wiegand van basisschool De Startbaan ligt. Die school gaat dit jaar namelijk voor de tweede maal met 200 leerlingen uit groep zeven en acht naar de STRP Biënnale. “Om vast in aanraking te komen met de mogelijkheden van techniek”, zegt leerkracht Wiegand. En dat is nu precies van techniekpactaanjager Terpstra voor ogen heeft: kinderen op jonge leeftijd laten leren over techniek.

Twee jaar geleden kwam Wiegand eigenlijk per ongeluk achter het bestaan van de Biënnale. Via de subsidie De Culturele Ladekast, die ze had aangevraagd voor haar school.

Met behulp van die financiële ruggensteun gingen de kinderen, samen met ouders en leerkrachten langs op Strijp. “En toen kwamen ze allemaal laaiend enthousiast terug. Ik dacht alleen maar, ‘waarom wisten we niet dat dit bestond? Het is hier zowat om de hoek’”, zegt Wiegand nu.

Het besluit om de volgende Biënnale weer te bezoeken was snel gemaakt. ‘Maar dan moeten de kinderen wel net zo goed voorbereid zijn als de eerste keer’, dacht Wiegand. Want het enthousiasme van het eerste bezoek kwam vooral door de voorbereidende workshops op school over techniek en creativiteit. “Daardoor wisten de kinderen al een beetje wat te verwachten. Ze kwamen beslagen ten ijs aan”, zegt de docent.

En dus organiseerde Wiegand ook dit jaar weer twee workshops ter voorbereiding. “Bij de ene maakten de kinderen zelf hologrammen met behulp van een Ipad, klei en een soort glazen koker. Bij de andere gingen ze aan de slag met een VR-bril en LittleBits, een soort hightech lego.” Ook dit jaar zijn de kinderen alweer laaiend enthousiast, verzekert Wiegand. En het bezoek moet nog plaatsvinden.

Tijdens het uitje waaieren de deelnemende klassen uit over de Biënnale. “De ene klas gaat verder experimenteren met de LittleBits, terwijl de andere klas iets helemaal nieuws gaat doen”, aldus Wiegand. “Daar laten we de docenten ook redelijk vrij in.”

De klassen van De Startbaan zijn trouwens niet de enige die langskomen. In totaal zo’n 1000 basisschoolleerlingen kunnen snuffelen aan de wondere combinatie van techniek en kunst. En met de florerende maakindustrie van de zuidelijke regio, is dat maar goed ook.

Wiegand heeft overigens ook wel een klein minpuntje: “De Biënnale had maar een VR-bril meegenomen naar de Workshop.” Dat werkt natuurlijk niet met een klas vol stuiterende technici in spe.