Author profile picture

Traditionele veevoer is voornamelijk gebaseerd op kuilmaïs en krachtvoer van sojaschroot, koolzaadschroot, tarwe en gerst. Ook krijgen koeien en varkens wel vismeel. Al deze stoffen zijn bedoeld om de dieren van voldoende eiwitten te voorzien. Wolfgang Westermeier, Thomas Kühn en Andre Klöckner, die zijn afgestudeerd aan de Technische Universiteit München (TUM), hebben met hun start-up FarmInsect een technologie ontwikkeld die het traditionele eiwitvoer kan vervangen

Met het door FarmInsect ontwikkelde principe kunnen voedselresten uit de regio worden gevoerd aan insectenlarven in hun kwekerij. Het gaat bijvoorbeeld om oogstresten van een boerderij, of resten van de regionale voedingsindustrie als brood. Dit bespaart uiteindelijk tot wel 50 procent aan CO2-uitstoot en op de kosten voor veevoer.

Larven stimuleren natuurlijk eetgedrag bij dieren

“Onze decentrale methode van insectenproductie biedt de mogelijkheid om de larven als levend voedsel aan de dieren te geven, omdat er geen lange transportroutes zijn”, zegt mede-oprichter en landbouwwetenschapper Wolfgang Westermeier. “Dit stimuleert de dieren tot natuurlijk gedrag als pikken naar de larven en het begraven ervan. Dat bevordert weer het welzijn van de dieren”.

FarmInsect levert systemen voor insectenfokkerij die modulair kunnen worden geïntegreerd in de infrastructuur van elk dierenfokkerijbedrijf, leggen de uitvinders uit. “Het moeilijkste is om van eieren jonge larven te krijgen”, zegt directeur en medeoprichter van FarmInsect Thomas Kühn. Het bedrijf kweekt de jonge larven van de “bijzonder weinig eisende en robuuste” zwarte soldatenvlieg.

Die FarmInsect-Kreislaufwirtschaft © FarmInsect

Volgens FarmInsect groeien de jonge larven in een week tijd in de klimaatkamer tot een grotte van 1,5 centimeter. Hun gewicht neemt met een factor 1000 toe.

Eigen IT-platform voor het traceren van de oorsprong

Bij het gebruik van regionale residuen als diervoeder moeten de strenge regels van de diervoederwetgeving worden nageleefd, benadrukt mede-oprichter Andre Klöckner. Hij is verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling en de programmering. Een bijzondere uitdaging is de volledige traceerbaarheid van de oorsprong. “We hebben een IT-platform ontwikkeld om dit te documenteren.”

In de zomer van 2020 werd de start-up aanvaard in het EIT-voedselversnellernetwerk van de EU als een van de meest veelbelovende start-ups op het gebied van voeding en landbouw in Europa.

Over een paar weken start FarmInscet een proeffabriek op bij een van de grootste aquacultuurbedrijven in Beieren.

Titelbild: Wolfgang Westermeier, Thomas Kühn en Andre Klöckner, oprichters van de start-up FarmInsect. © FarmInsect