© Pixabay
Author profile picture

In Gent stapt staalfabriek ArcelorMittal voor een deel over van steenkool voor staalproductie, naar biokool. Dat is een alternatief voor steenkool gemaakt van resten hout. Het Nederlandse Perpetual Next maakt de biokolen en gaat op termijn jaarlijks 350.000 ton leveren aan ArcelorMittal.

Daarmee zet de staalmaker een kleine, maar belangrijke stap naar duurzamer productie. Aangezien de staalindustrie een van de grootste uitstoters is in Europa, is dit soort verduurzaming noodzakelijk.

Voor Perpetual Next betekent de deal een verdubbeling van hun productie van biokolen. Het bedrijf heeft een gepatenteerd systeem om uit ‘houtachtige reststromen’ kolen te maken. Dit heet torrefactie, wat komt van het Franse torrefier, vrij vertaald: roosteren. In reactorvaten wordt houtgrondstof in een omgeving met weinig zuurstof op hoge temperatuur ‘geroosterd’. Door de verwarming ontstaan uiteindelijk kolen, die qua gebruik hetzelfde werken als fossiele steenkool. Maar omdat het van ‘vers’ hout is gemaakt, kun je in principe oneindig dit soort kool maken, terwijl de voorraad steenkool eindig is.

Waar komt de biomassa vandaan?

“Het hout is komt uit regulier bosonderhoud en uit restafval van de meubelindustrie. Het is allemaal gecertificeerd door een externe partij”, vertelt Joost Oostveen, woordvoerder bij Perpetual Next. Er zal dus geen boom gekapt worden om biokool van te maken.

En hoewel het proces hoge temperaturen vereist, is het volgens Oostveen wel CO2-neutraal. “Je moet aan het begin een beetje energie gebruiken om het reactorvat te activeren. Maar daarna zorgt het voor zijn eigen energie, want door houtresten op te warmen produceren we gas. Dat gas halen we uit de reactor en gebruiken we om het hout te verwarmen. Zo krijg je een continu proces waarbij we steeds houtige biomassa toevoegen.”

Het idee van torrefactie is niet nieuw, maar het op grote schaal toepassen was lange tijd lastig. “De industrie heeft miljarden geïnvesteerd in de techniek en er ontstonden veel bedrijfjes. Maar lang niet al die bedrijven konden op schaal biokolen produceren”, zegt Oostveen. Dat het Perpetual Next wel lukte, betekent dat ze nu de grote hoeveelheden kool kunnen leveren die ArcelorMittal nodig heeft.

Martijn van Rheenen, CEO van Perpetual Next, is blij met de deal en het succes van zijn bedrijf. “We hebben met ons team 9 jaar en meer dan 100 miljoen euro in deze unieke torrefactie technologie geïnvesteerd. Met ArcelorMittal hebben we voor de productie van groen staal weer een waardige toepassing voor ons koolstof gevonden. Dit eerste project met de staalfabriek in Gent vertegenwoordigt een omzet voor Perpetual Next van circa 250 miljoen euro in de eerste 5 jaar. ArcelorMittal produceert staal in achttien landen dus we zien het project in Gent als een mooi begin.”

Niet om te verbranden

ArcelorMittal gebruikt de biokool niet als brandstof om de nodige hitte te produceren die het nodig heeft om staal te maken. Het biokool krijgt een hoogwaardigere toepassing als ‘cokes’: de bron van koolstof die nodig is om uit ijzererts ijzer en uiteindelijk staal te maken. Nu gebruikt men daar steenkool voor, maar biokool werkt net zo goed, en scheelt 2,5 ton CO2 per ton bespaarde steenkool, aldus het persbericht van ArcelorMittal.

Voor Perpetual Next is het ook belangrijk dat hun kolen niet gebruikt worden voor energie. “We kregen wel een verzoek van een energiebedrijf. Maar dan steek je de kolen weer in brand, en dat is zonde, want je kunt ze beter toepassen.” Oostveen noemt drie hoogwaardige toepassingen: staal, cement en de biochemische industrie. Alle drie hebben koolstof als grondstof nodig, en de kolen bevatten die stof.

Meer vraag dan aanbod voor duurzame kool

Aanvankelijk zal Perpetual Next 30.000 ton (30 miljoen kilo) biokool leveren. “Die hoeveelheid kunnen we met de reactoren die we nu hebben nog produceren. Maar de komende jaren wil ArcelorMittal opbouwen tot het jaarlijks 350.000 ton ontvangt. Dat vraagt om een verdubbeling van onze capaciteit. De komende tijd bouwen we dus meer reactoren, tot we er uiteindelijk zestien hebben.” Volgens Oostveen is de productiecapaciteit de bottleneck om biokool te leveren. “Er is zeker meer vraag dan aanbod. Dat is op dit moment het grootste probleem.”

Ook denkt Oostveen niet dat biokool de enige oplossing kan zijn voor vervuilende industrie. “Het zal een onderdeel worden van de mix. Er is een heleboel nodig om de industrie duurzaam te maken, en alleen biokool is daar niet genoeg voor.” Ook voor ArcelorMittal zal de 350.000 ton maar een fractie van het totale kolenverbruik zijn. Volgens de laatste cijfers groef het bedrijf zelf in 2019 al 5,5 miljoen ton steenkool op.

Waterstof en de industrie

Toch kan deze stap belangrijk zijn. Het laat zien dat er ook niet-fossiele bronnen voor koolstof zijn in chemische processen. Perpetual Next werkt nu aan onderzoek om te laten zien dat de biokool ook voor de cement- en chemische industrie geschikt is, zodat het ook daar kan gaan leveren. Op die manier kunnen ook deze sectoren, die als zeer vervuilend te boek staan, duurzamer worden. Hoewel ze dan allemaal nog steeds een duurzamere bron van warmte moeten vinden, die ook vaak nodig is voor deze processen. Dat soort warmte kan bijvoorbeeld komen van waterstof of (laagwaardigere) biomassa.