Foto: Philips
Author profile picture

De eerste fase van de pilot met de biosensor en het daarbij behorende IntelliVue Guardian-systeem van Philips bij de kliniek tegen overgewicht, Vitalys, is afgerond. Als de resultaten goed zijn, start de volgende fase in januari. Dat zeggen Bart Witteman, gastro-intestinaal en oncologisch chirurg van het Gelderse ziekenhuis Rijnstate, waarvan Vitalys een onderdeel is, en Nicole Hijnen, business development manager Connected Care van Philips in Best. De biosensor van Philips is reeds beschikbaar voor het op afstand bewaken van patiënten in het ziekenhuis. Het is de bedoeling dat de sensor over een jaar op de markt komt voor het gebruik ervan bij patiënten die dan na een operatie thuis kunnen herstellen in plaats van in het ziekenhuis.

Welk type patiënt doet mee aan deze pilot met de Philips Biosensor?

Bart Witteman: Tijdens deze testfase zijn we gestart met bariatrische patiënten. Dat zijn patiënten die lijden aan ernstig overgewicht, en bij wie blijkt dat het na een lange periode van verschillende professionele afvalpogingen niet is gelukt om voldoende af te vallen. Voor hen is er een operatieve behandeling mogelijk. Zij ondergaan een kijkoperatie waarbij we een maagverkleining uitvoeren. Het gehele medische traject moet goed verlopen zodat het wankele evenwicht, waarin hun gezondheid vaak toch al in verkeert, niet verstoord raakt. Het doel van de Philips biosensor is het verkorten van de opnametijd. Hoe sneller ze mobiel zijn, hoe minder kans ze hebben op trombose en andere aandoeningen waardoor ze lichamelijk achteruitgaan. Bij deze groep patiënten zien we doorgaans weinig complicaties na de operatie. Dus daarom leent deze groep zich heel goed voor het gebruik van een biosensor om te monitoren hoe het met ze gaat na de operatie.”

Bart Witteman Foto: Rijnstate

 

Hoelang blijven deze patiënten normaal gesproken in het ziekenhuis?

Bart Witteman: Normaal gesproken een dag en een nacht. Ze liggen dan aan apparatuur vast die hun hartslag, bloeddruk en ademhaling meet. Daardoor kunnen ze niet zelfstandig naar een koffieruimte, bijvoorbeeld. Met een biosensor kan dat wel. Daarmee kunnen ze vrij rondlopen.”

Hoever zijn jullie met de pilot en hoeveel patiënten hebben er al aan meegedaan?

Bart Witteman: De eerste fase hebben we onlangs afgesloten. Daar hebben honderd patiënten aan meegedaan. In die fase hadden de patiënten een sensor op hun borst die hun ademhaling en hartslag gemeten heeft. Deze metingen werden op afstand in het Guardian systeem samengebracht tot een zogeheten Early Warning deelscore. Op basis van het al dan niet verslechteren van deze deelscore wordt de verpleegkundige gewaarschuwd als de patiënt achteruit gaat. Tegelijk lagen ze ook in bed aan de traditionele meetapparatuur zodat we deze metingen kunnen vergelijken met die van de biosensor. De resultaten van deze testfase zijn we nu aan het verwerken.”

Hoe gaat de pilot verder?

Bart Witteman: De pilot heeft verschillende fases. Elke fase gaan we een beetje verder. De volgende fase start in januari. Dan blijven de patiënten nog steeds 24 uur na de operatie in het ziekenhuis maar mogen ze er vrij rondwandelen. Ze overnachten in een ruimte waarin we de thuissituatie nabootsen. Als er een calamiteit is kan er meteen verpleging naar toe. Vervolgens  gaan we nog iets verder van de behandelafdeling zitten, op een andere locatie van het ziekenhuis om te kijken hoe dat gaat.  In de laatste fase monitoren we de patiënten na de operatie thuis.”

Mogen alle patiënten gebruik maken van de biosensor om snel na de operatie naar huis te kunnen?

Bart Witteman: In de praktijk schatten we dat zo’n 30 procent van de patiënten voor die optie in aanmerking komt. Als ze te ver weg wonen, komen ze niet in aanmerking omdat de aanrijtijd van de ambulance in geval van een calamiteit dan te lang is. We hebben het maximum gesteld op een rijtijd van een half uur. Mensen die alleen wonen, komen ook niet in aanmerking. Het is belangrijk dat als het niet goed gaat, en de verpleging ziet via de biosensor op het scherm in het ziekenhuis dat bijvoorbeeld de hartslag plotseling snel stijgt, ze moeten kunnen bellen met een partner om te vragen of alles goed is. Het kan zijn dat iemand net drie trappen opgelopen is. Dan is er niks aan de hand. Maar er kan ook iets mis zijn. Mensen met ernstige hartafwijkingen sluiten we uit van deze werkwijze. De complicaties daarvan kunnen te groot zijn. Uiteindelijk willen we de biosensor ook bij andere patiënten in het ziekenhuis gaan gebruiken.”

Voor wat voor soort operaties gebruiken jullie de Philips biosensor tijdens de test?

Bart Witteman: „Voor die van een gastric bypass bij patiënten met morbide obesitas. Daarbij voeren een maagverkleining uit in combinatie met darmomleiding. Qua impact is deze operatie minder ingrijpend dan die van een galblaasoperatie bijvoorbeeld. De operatie duurt tussen een half uur en drie kwartier. Daarbij krijgen patiënten narcose die bestaat uit een slaapmiddel, een spierverslapper en pijnstilling door middel van morfine. Omdat deze middelen kunnen leiden tot een ademdepressie moeten ze zes uur aan de bewakingsmonitor. Dat blijft zo als we de Philips biosensor gaan toepassen. Een patiënt die ’s middags geopereerd wordt, zal daardoor in de praktijk toch in het ziekenhuis moeten overnachten omdat het na zes uur uitslapen te laat is om nog naar huis te gaan.”

Welk probleem lost de Philips Biosensor op?

Bart Witteman: Drie dingen. Patiënten zijn meteen na de operatie mobiel als ze een biosensor krijgen omdat ze niet aan apparatuur zitten waarvoor ze in bed moeten blijven. Dat is beter voor hun herstel. Daarnaast kunnen ze eerder naar huis en verblijven mensen korter in het ziekenhuis. Tegelijk kunnen wij ze langer observeren omdat we via de biosensor in de gaten kunnen houden hoe hun hartslag en ademhaling zich ontwikkelt. Nu kijken we daar 24 uur heel intensief naar als ze in het ziekenhuis liggen. Daarna gaan ze naar huis en kijken we niet meer mee. We verwachten dat het gebruik van de biosensor het gevoel van veiligheid vergroot bij patiënten. Als je ze langer kunt monitoren door het gebruik van de biosensor, kun je de kwaliteit van de behandeling verbeteren.”

Is dit de eerste proef met een Philips Biosensor?

Nicole Hijnen: „Voor wat betreft het gebruik van de biosensor na een operatie heeft Rijnstate de primeur met dit onderzoek om patiënten eerder naar huis te laten gaan. In Gent wordt de biosensor ingezet op de verpleegafdeling binnen het ziekenhuis Maria Middelares, om in de gaten te houden of patiënten achteruitgaan. Daar gebruiken ze hem om de hartslag en ademhaling continu te meten.”

Bart Witteman: „Dat zijn parameters die we nu met de hand meten. Dus dan komt er een verpleegkundige die bij de patiënt de meting doet. Dat kan niet anders. Vaak zijn die metingen ook onnauwkeurig. Bij de biosensor is er een automatische ‘early warning’ als het niet goed is. Bij een gemeten score van 3 of hoger is er sprake van achteruitgang. Dat geeft de sensor dan meteen door. Normaal loopt een verpleegkundige elke dag twee of drie controlerondjes. Als daar aanleiding voor is vaker. Met de biosensor krijg je ook tussen de rondes door een signaal als de patiënt achteruitgaat,. Het voordeel is dat de biosensor continu meet terwijl de verpleegkundige dat op gezette tijden doet.”

Nicole Hijnen: „Deze toepassing van de Philips biosensor is goedgekeurd door de regulerende instanties zoals de CE in Europa en de FDA in VS. Binnen verschillende ziekenhuizen in Nederland vinden pilots plaats met kleine groepen waarbij de biosensor intensief gebruikt wordt. Voor gebruik binnen het ziekenhuis is de biosensor al wel commercieel verkrijgbaar. De toepassing ervan begint in Nederland nu pas een beetje van de grond te komen.”

Wat is er dan vernieuwend aan de biosensor van Philips?

Nicole Hijnen: „Het vernieuwende stuk van de test in Rijnstate is dat we de patiënt door gebruik van de biosensor eerder naar huis laten gaan na een operatie. Het interne systeem om daarmee om te gaan in het ziekenhuis is daar nog niet helemaal klaar voor. Er moet een technische koppeling komen om data van het huis van de patiënt naar het ziekenhuis te versturen. Die ontwikkelt Philips samen met Rijnstate. Je moet dan een kastje hebben voor de sensor die via blue tooth data verstuurt. Er moet een verbinding met een scherm in het ziekenhuis zijn waarop de verpleging de data van de biosensor op de patiënt kan monitoren. Daarnaast moet het ziekenhuis haar organisatie en werkwijze aanpassen.”

Bart Witteman: „De vernieuwing bij Rijnstate zit in deze specifieke toepassing van de biosensor. We willen te weten komen of je via de biosensor genoeg data binnen krijgt om een fysieke achteruitgang waar te nemen. Normaal gesproken heb je ook de ogen van de verpleegkundige die de patiënt in levende lijve ziet. Nu heb je alleen de cijfers van de metingen. Dat is ook de reden dat deze groep mensen met morbide obesitas geschikt is voor de test. Bij deze groep varen we nu ook al voor een groot deel op deze data om te kijken of het de patiënt goed gaat, of niet. Aan de rest van het lichaam kun je niet veel aflezen omdat er zoveel omhulsel van vetweefsel is.”

Zijn er ook andere biosensoren van andere bedrijven op de markt?

Nicole Hijnen: „Ja, maar de crux zit niet in de biosensor op zich maar in het hele systeem dat we erom heen gebouwd hebben waardoor de verpleegkundige er iets mee kan doen. Een ander bedrijf, Sensium, heeft ook een biosensor. Het systeem van Philips voor monitoring op de verpleegafdelingen waar de sensor onderdeel van is, geeft ook waarschuwingen bij metingen van bijvoorbeeld het gewicht of de bloeddruk. Wij bieden een platform waarin ook andere medische systemen geplaatst worden waardoor er binnen de verpleeagafdeling één manier van werken komt. Alles wat de verpleegafdeling en de chirurg waarnemen, komt samen op datzelfde platform in het patiëntendossier. We maken steeds nieuwe algoritmes waardoor afwijkingen in de gezondheid vroegtijdig op te sporen en te voorspellen zijn.”

Wanneer mag de Philips Biosensor na een operatie ingezet worden zodat patiënten sneller naar huis kunnen?

Nicole Hijnen: „Dat hangt af van de onderzoeksresultaten van Rijnstate. Maar ik schat dat het na een jaar studie en onderzoek van Rijnstate door de regelgeving geloodst moet kunnen worden.”

Foto: Philips