Author profile picture

April is een belangrijke maand voor PhotonDelta in Nederland. De Technische Universiteit Eindhoven opende maandag haar Institute for Photonic Integration. In het instituut werken zo’n 300 onderzoekers permanent aan de ontwikkeling van fotonica. Ewit Roos, Managing Director bij PhotonDelta – een initiatief van de TU/e, Brainport Development en de BOM – kijkt vooruit, naar de rol van fotonica in de toekomst en de almaar meer oplettende ogen van het buitenland.

“Nederland is leidend in de geïntegreerde fotonica”, zegt Roos. “Maar we moeten nu opletten dat we niet links en rechts ingehaald worden.” Door de VS bijvoorbeeld. Waar bedrijven en overheid inmiddels zo’n miljard dollar in R&D investeerden. 

“Geen beter moment om als technische universiteit het Institute for Photonic Integration te starten”, zegt Roos. Primair doel: al het onderzoek bundelen op het gebied van geïntegreerde fotonica om de toepassing van de, nog nieuwe, technologie te versnellen.

April markeert voor ons een grote stap op weg naar een meer duurzame wereld.

Fotonica kunnen bijvoorbeeld een rol gaan spelen in het groeiende dataverkeer. Datacentra wereldwijd verbruiken nu al meer dan drie procent van alle beschikbare elektriciteit. Zonder inzet van nieuwe technologie verdubbelt dat per jaar.

Nu al worden fotonica gebruikt om datatransport te faciliteren. In glasvezelkabels wordt data met lichtsignalen verstuurd. De verwerking van die data daarentegen gebeurt nog grotendeels met micro-elektronische chips, gebaseerd op micro-elektronica.

Fotonische chips zouden een grote rol kunnen gaan spreken in de verwerking van data.
Fotonische chips zouden een grote rol kunnen gaan spreken in de verwerking van data.

Timing
“Fotonische chips zijn hiervoor een energiezuiniger en bovendien veel sneller alternatief”, zegt Roos. Het nieuwe instituut ondersteunt de verdere ontwikkeling van die chips met eigen onderzoek. “Voor een industrie waar tegen 2030, naar verwachting, vele miljarden euro’s in om zullen gaan.”

Het belang van de timing zit hem volgens Roos in een toenemende interesse voor fotonische integratie vanuit zowel de industrie als het buitenland. “De markt begint te groeien en we zullen snel en gezamenlijk moeten handelen om de wereldwijde voorsprong die we hebben over vijf jaar nog te kunnen behouden.”

“Het is nu tijd voor ons om naar buiten te treden met de kennis die we in Eindhoven hebben. Onze positie te claimen in deze nichemarkt binnen de fotonica”, zeg Roos. Volgens hem is de geïntegreerde fotonica een deel van de totale markt: zo’n 20 procent.

Investering
Daarvoor zal een investering nog nodig zijn. Het is één van de speerpunten waar PhotonDelta en het nieuwe fotonica-instituut aan werken. “Net als in de VS zal die investering hier voor een deel uit het bedrijfsleven moeten komen en deels van de overheid.”

“Het bundelen van krachten in het bedrijfsleven, dat kunnen we in deze regio natuurlijk heel goed. Daar staan we sterk in.” De overheidsbijdrage in de vorm van bijvoorbeeld een langdurige lening is nog een ander vraagstuk. “Dat gaat in Nederland soms nog wat moeilijker.”

PhotonDelta wil de fotonica helpen de stap van de laboratoria naar de commerciële markt te maken. En daar is geld voor nodig. “De kosten voor een enigszins volwaardig productieplan beginnen bijvoorbeeld bij 150 miljoen euro.”

Roos: “Het instituut en PhotonDelta stellen de industrie in staat nieuwe ontwikkelingen en inzichten te starten. April markeert voor ons daarom een grote stap op weg naar een meer duurzame wereld.”