©Pegasus/DLR
Author profile picture

Pegasus is van de grond: het Duitse project dat in totaal 17 partners verenigt, zorgt er nu voor dat alle fabrikanten bij de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s dezelfde criteria en afmetingen hanteren. Van de ontwikkelingsfase tot en met het rijden op de testlocatie.

En dat is een goede zaak. Want elke autofabrikant houdt zich bijvoorbeeld bezig met de vraag of een zelfrijdende auto files herkent en eventueel in staat is om een noodrem te gebruiken. Maar ook of de auto rekening houdt met alle obstakels tijdens het wisselen van rijstrook en met alle andere weggebruikers. Pegasus wil het ontwikkelingsproces in dit opzicht standaardiseren en zo veiliger maken.

De naam PEGASUS, het wonderpaard, is een acroniem: Projekt zur Etablierung von generell akzeptierten Gütekriterien, Werkzeugen und Methoden sowie Szenarien und Situationen zur Freigabe hochautomatisierter Fahrfunktionen. Oftewel, het is een project voor de vaststelling van algemeen aanvaarde kwaliteitscriteria, hulpmiddelen en methoden, alsmede scenario’s en situaties voor het lanceren van geautomatiseerde functies voor het besturen van voertuigen. Het resultaat is als volgt:

Drie en een half jaar aan ontwikkeling

De projectpartners, waaronder DLR’s Institute of Transport Systems Technology, werkten in totaal drie en een half jaar aan het Pegasus-project, tot aan de presentatie op de Volkswagen-testlocatie in Ehra-Lessien op 13 mei 2019. Het is duidelijk waarom het proces zo lang heeft geduurd, als je kijkt naar alle noodzakelijke stappen:

Allereerst moesten de projectpartners het eens worden over een zo concreet mogelijke toepassing. Daarbij gingen ze uit van een automatische autochauffeur. Zijn rijkennis, of rijfuncties, zijn zo universeel mogelijk, en daardoor het best toetsbaar. Zodoende rijdt de autonome Pegasus binnen een gestandaardiseerd snelheidsbereik van 0 tot 130 kilometer per uur zelfstandig op auto- en snelwegen. Daarnaast neemt hij activiteiten over zoals het wisselen van rijstrook en remmen, past hij de snelheid zelf aan en behoudt hij de juiste afstand tot andere auto’s.

Omvangrijke gegevensverzameling

Om dit te kunnen doen, werden in eerste instantie alle gegevens verzameld die nodig zijn voor deze zeer gecompliceerde rijfuncties. Daarnaast werd alle mogelijke informatie verzameld met betrekking tot de relevante verkeerssituaties. Hiervoor worden de gegevens van veldproeven, simulatoren en ongevallen gebruikt – die alle op uniforme wijze verwerkt en opgeslagen worden in een centrale database.

Alleen op basis van deze omvangrijke database is het mogelijk om een doorlopende testprocedure uit te voeren volgens de Pegasus-methode. Hierna volgt toepassing in een simulatie, zowel op de testlocatie als in het echte verkeer. Daarna worden aanbevelingen en een definitieve veiligheidsbeoordeling gedaan. Als deze laatste positief is, dan worden de specifieke rijfuncties van de autonome bestuurder uiteindelijk vrijgegeven.

Alle fabrikanten onder één veiligheidsdak

Waar de autofabrikanten de hele procedure voor het testen en beveiligen van assistentiefuncties voorheen zelf uitvoerden, komen ze dankzij Pegasus nu allemaal samen onder één dak. Het is bovendien een uniforme procedure.

We hebben de bevindingen in de loop van het project al besproken met nationale en internationale deskundigen om ervoor te zorgen dat de resultaten ook in de praktijk uitvoerbaar zijn,”…

…legt prof. Karsten Lemmer uit, DLR uitvoerend directeur voor transport en energie en één van de twee Pegasus-coördinatoren. Prof. Thomas Form, hoofd van de afdeling Voertuigtechnologie en Mobiliteitservaring bij Volkswagen AG en tevens projectcoördinator, vult aan:

Met de ontwikkeling van eisen, processen, meetgegevens en hulpmiddelen die samenkomen in een consistente algemene methode voor het vrijgeven van rijfuncties, levert PEGASUS een belangrijke bijdrage aan de uiteindelijke goedkeuring van geautomatiseerde voertuigen.”

Pegasus is een grote stap in de richting van autonoom rijden. Maar er moet nog veel gebeuren voordat het niveau 5 haalt. Alleen al op de autoweg zijn er tal van denkbare toepassingsgebieden die nog niet door Pegasus worden gedekt. Zo kan de automatische chauffeur nog niet zelfstandig een snelweg op- of afrijden. Nog gecompliceerdere rijsituaties zoals bouwplaatsen, slecht zicht of gladde wegen kent hij nog niet. En met stadsritten is nog helemaal geen rekening gehouden. Dus Pegasus heeft iets langer nodig om te leren dan een menselijke chauffeur. Maar dat is natuurlijk kritiek op hoog niveau, want hij zal het hoe dan ook halen.

Achtergrond

Het Pegasus-project loopt van januari 2016 tot juni 2019 en wordt gefinancierd door het Duitse Ministerie van Economie en Energie (BMWi). De volgende bedrijven en onderzoeksinstellingen zijn betrokken: Audi AG, ADC Automotive Distance Control Systems GmbH, BMW Group, Continental Teves AG & Co. oHG, Daimler AG, Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt e.V., fka GmbH, iMAR Navigation GmbH, IPG Automotive GmbH, Opel Automobile GmbH, QTronic GmbH, Robert Bosch GmbH, Robert Bosch GmbH, Technische Universiteit Darmstadt-FZD, TraceTronic GmbH, TÜV SÜD Auto Service GmbH, VIRES Simulationstechnologie GmbH en Volkswagen AG.

Ook interessant:

Een 200 kilometer lange testbaan voor autonoom rijden in het Saarland

Zelfrijdende auto verandert in een woonkamer

Ook Porsche begint, heel voorzichtig, de reis naar autonoom rijdende auto’s