(c) Erich Westendarp - Pixabay
Author profile picture

Het bos speelt een belangrijke rol bij de klimaatdoelstellingen van het Verdrag van Parijs. Bossen en houtproducten slaan het broeikasgas kooldioxide op. De opwarming van de aarde vermindert echter de opslagcapaciteit en productiviteit van bossen.

In Wenen hebben vertegenwoordigers van verschillende organisaties zich verenigd in het Careforparis-project. Het doel ervan is de opslagcapaciteit en de productiviteit van het Oostenrijkse bos in gelijke mate in stand te houden. Om dit te waarborgen zijn de toekomstige scenario’s voor de ontwikkeling van broeikasgassen tot het jaar 2150 gemodelleerd.

Het project richt zich op:

  • de broeikasgasbalans van het bos;
  • de broeikasgasbalans van houtproducten;
  • het vermijden van broeikasgasemissies door het gebruik van houtproducten.

In een sociaal-economisch deel werden voorstellen ontwikkeld voor de aanpassing van de politieke, wettelijke en sociale randvoorwaarden in Oostenrijk met het oog op een beter beheer van het bos en het gebruik van hout voor de productie van broeikasgassen.

Het bos als klimaat en economische factor

In Oostenrijk is bijna 50 procent van het nationale grondgebied bedekt met bos. Meer dan tweederde daarvan zijn naaldbossen. De bosbouw is een van de belangrijkste economische factoren. Tot nu toe wordt 30 procent meer hout aangeplant, dan door kap, wind en wild wordt verbruikt en beschadigd. Het Bundesforschungszentrum für Forstwirtschaft voorspelt dat de Oostenrijkse bossen de komende 30 tot 100 jaar nog CO2- kunnen blijven opslaan. Voor de periode daarna gebeurt er volgens de scenario’s van het ministerie het omgekeerde. Het bos gaat dan juist CO2 uitstoten in de atmosfeer.

Houtproducten als kooldioxide-opslagplaatsen

Het economisch gebruik van bossen kan ook een positief klimaateffect hebben. Als bossen duurzaam en zo natuurlijk mogelijk worden beheerd, dan binden bomen kooldioxide als koolstof in het hout. Als dit hout wordt gekapt en verwerkt tot bijvoorbeeld houten constructies, wordt de kooldioxide 50 jaar of langer opgeslagen.

Positief klimaateffect van de bos- en houtsector in gevaar gebracht

In de afgelopen jaren is het gebruik van hout als hernieuwbare grondstof steeds verder gegroeid. Tegelijkertijd kon daardoor ook de koolstofvoorraad in de bossen gestaag worden vergroot. Er dreigt een probleem als de opwarming van de aarde niet beperkt blijft tot minder dan twee graden Celsius. Die maximale opwarming is overeengekomen in het Akkoord van Parijs. Bij verdere opwarming komt de bijdrage van het Oostenrijkse bos aan de klimaatbescherming in gevaar. Hogere temperaturen en de daaruit voortvloeiende noodzaak van aanpassingsmaatregelen in het bos kunnen de opslagmogelijkheid van CO-2  van het bos en de houtsector aanzienlijk beïnvloeden.

Investeringen in langlopende houtproducten

Duurzame houtproducten vormen een extra koolstofopslag. Deze opslagcapaciteit zal echter geleidelijk afnemen. Door:

  • beperkte toepassingsmogelijkheden;
  • beperkte levensduur van het product;
  • beperkte aanvoer van grondstoffen.

Het Careforparis-consortium pleit daarom voor investeringen in duurzame houtproducten. De noodzakelijke aanpassingsmaatregelen zullen ook van invloed zijn op het economisch rendement van de grondstof hout. Als er bij de industriële productie minder hout wordt gebruikt, zal het gebruik van fossiele grondstoffen – en de uitstoot van fossiele koolstof in de atmosfeer – toenemen. Het broeikaseffect van het bos zou in de toekomst dus aanzienlijk slechter kunnen zijn.

Hout in plaats van fossiele grondstoffen

Het Oostenrijkse federale milieuagentschap pleit voor de vervanging van fossiele grondstoffen door hout. Houtproducten hebben een kleinere ecologische voetafdruk dan vervangende producten van andere grondstoffen. En dus kunnen emissies worden vermeden. Dit resulteert in een permanent positief effect op de broeikasgasbalans over de gehele simulatieperiode 2020 tot 2150. Zelfs als het bos een koolstofbron wordt.

Ontwikkeling van nieuwe technologieën

Om zich aan te passen aan de opwarming van de aarde, zullen zuivere naaldhoutopstanden worden omgezet in gemengde opstanden. Ook zullen er meer hardhoutopstanden worden geïntroduceerd. Dit is een trend die zich nu al aftekent, zoals blijkt uit de Universiteit voor Natuurlijke Hulpbronnen en Toegepaste Levenswetenschappen (BOKU) in Wenen.

Deze trend heeft verstrekkende gevolgen en vereist een aanpassing van de gehele waardeketen. De Oostenrijkse houtindustrie moet zich aanpassen aan de verwerking van hardhout en zich gaan richten op de ontwikkeling van nieuwe innovatieve houtproducten. Om concurrerend te blijven, moeten nieuwe baanbrekende technologieën worden ontwikkeld.

De bijzondere sterke punten van Oostenrijk zijn:

  • de papier- en pulpindustrie;
  • de bouw- en houtsector;
  • sommige sectoren van de chemische basisindustrie.

In de papier- en pulpindustrie wordt gezocht naar nieuwe producten uit afval en bijproducten. Een voorbeeld van een nieuw, innovatief product is de biopolymeer lignine uit hout. Dit werd tot nu toe voornamelijk als brandstof gebruikt. BOKU Wenen doet onderzoek naar nieuwe producten op basis van lignine, zoals lijmen, parfums, geneesmiddelen en cosmetica.

Enorm klimaateffect door gebruik van hout

Het positieve klimaateffect van het gebruik van hout is significant. In een scenario met gematigde opwarming wordt de bijdrage van de opslageffecten twee keer zo hoog geschat op als die bij opslag in bossen. (bron: Federaal Milieuagentschap). Als er minder hout wordt gebruikt, is het bos beter geschikt voor koolstofopslag. Dit zou echter slechts voor een beperkte periode gelden. Als er daarentegen meer fossiele grondstoffen worden gebruikt, zou de totale balans slechter zijn.

De naleving van het Verdrag van Parijs is verplicht voor alle leden van het consortium. Alleen als de opwarming van de aarde onder de twee graden Celsius blijft, kan het bos op lange termijn een bijdrage leveren aan het klimaat.

De deelnemers aan het Careforparis-project zijn de Weense Universiteit voor Natuurlijke Rijkdommen en Toegepaste Levenswetenschappen (BOKU), het Umweltbundesamt, hetBundesforschungszentrum für Wald (BFW) en de onderzoeksinstelling WOOD K PLUS. De resultaten werden op 23 oktober 2019 gepresenteerd aan de Universiteit voor Natuurlijke Hulpbronnen en Toegepaste Levenswetenschappen in Wenen.

Ook interessant:

Waarom de klimaatverandering van invloed is op de beschikbaarheid van water

Help, de Duitse bossen sterven

‘ Laat de vervuiler betalen’