Rostock Port vanaf het IGA-Park. Foto Maurits Kuypers
Author profile picture

In Duitsland kon deze zomer voor 9 euro per maand gereisd worden met het regionale openbaar vervoer. Innovation Origins maakte van de gelegenheid gebruik om een aantal toekomstprojecten te bezoeken. In deze laatste aflevering gingen we naar de havenstad Rostock.

Voor een laatste ritje met het 9-euroticket heb ik gekozen voor Rostock, de qua goederenomslag vierde zeehaven van Duitsland (na Hamburg, Bremen/Bremerhaven en Wilhelmshaven). Het is geen Rotterdam, maar klein is het ook niet.

De Rostocker haven strekt zich uit van het oude centrum aan de rivier de Warnow tot aan de badplaats Warnemünde, ongeveer 20 kilometer naar het noorden. De eerste kilometers op de fiets vanuit het centrum in noordelijke richting is er van grote bedrijvigheid nog weinig te merken. Het oude deel van de stad is vol met toeristen. De “Stadthafen” wordt overheerst door zeil- en motorjachten.

Scheepswerf Neptun

Het eerste teken dat Rostock gedurende de DDR-jaren de belangrijkste Duitse Oostzeehaven was, is de oude Neptun-scheepswerf, opgericht in 1850. In 1989 werkte hier 7000 mensen, maar zoals vele scheepsbouwers die vanachter het IJzeren Gordijn kwamen, was ook Neptun niet opgewassen tegen de concurrentie. De EU had bovendien verordend dat er minder nieuwe schepen mochten worden gebouwd om overcapaciteit te voorkomen.

De scheepswerf bleef wel bestaan, alleen in veel kleinere vorm. Hij verhuisde naar een nieuwe locatie dichterbij zee. Neptun bouwt nu vooral riviercruiseboten. De oude werf is omgebouwd tot een winkelcentrum met parkeergarage.

De oude Neptun Werf is nu een winkelcentrum. Foto Maurits Kuypers
De oude Neptun Werf is nu een winkelcentrum. Foto Maurits Kuypers

Iets verder richting zee begint de economische activiteit echt zichtbaar te worden. Aan de overzijde van het water is de pluim van de lokale kolencentrale steeds beter te zien. Hetzelfde geldt voor de kranen van de overslaghaven. Verder doemen de eerste cruise- en veerschepen op. Rostock is een belangrijke veerhaven voor met name de oversteek naar Denemarken en Zweden.

We passeren de oude visserijhaven, die nog vol in bedrijf is, en een aantal onderzoeksinstituten zoals het Thünen Institut voor Ostsee Fischerei, dat zich bezighoudt met duurzame visserij, en het Fraunhofer Instituut voor duurzaam zeebeheer. Fraunhofer SOT ontwikkelt onder andere onderwaterrobots voor de inspectie en onderhoud van windmolens op zee.

Oceanografie

Rostock staat sowieso bekend om het onderzoek naar de wereldzeeën. Zo is er het Leibnitz Institut für Ostseeforschung in Warnemünde en de leerstoel Meeresbiologie van de Universiteit van Rostock.

Andere belangrijke steden op het gebied van oceanografisch onderzoek zijn onder andere Bremen en Kiel.

Zo langzaamaan nader ik de eigenlijke reden van mijn bezoek. We fietsen nog iets verder naar het IGA Park en het scheepvaartmuseum, vanwaar je een perfecte blik hebt op de Überseehafen.

Naast de kolencentrale en kranen zijn de vier grote pieren goed te zien. Net buiten het zicht, zijn de gigantische ronde tanks voor de olie- en chemieopslag. Rostock speelt in de plannen van de Bondsregering een belangrijke rol als oliehaven, op het moment dat de import uit Rusland in 2023 stilvalt (vanwege de olieboycot).

Überseehafen Rostock met in het midden de kolencentrale. Foto Maurits Kuypers
Überseehafen Rostock met in het midden de kolencentrale. Foto Maurits Kuypers

Het gaat vooral om olie voor de raffinaderij in Schwedt – een paar honderd kilometer naar het zuiden aan de Oder – waar bijna alle benzine, diesel en stookolie wordt gemaakt voor het oosten van Duitsland en deels ook Polen.

Tot voor kort draaide de fabriek volledig op olie uit de zogenoemde Droezjba-pijpleiding, maar door de boycot van Rusland komt daar vanaf 1 januari 2023 geen olie meer door. De hoop is dat Rostock de Russische olie voor ongeveer driekwart kan vervangen met importen uit de VS en andere delen van de wereld.

Waterstofrotonde

Nog iets verder in de toekomst zet Rostock zwaar in op waterstof. Op het terrein waar nu de kolencentrale staat (geplande sluiting 2030) moet een gigantische waterstoffabriek komen. In 2026 wordt gestart een eerste elektrolyse-installatie van 100 megawatt voor 6.500 ton waterstof per jaar.

In de loop van het decennium moet dat dan stapsgewijs worden uitgebouwd naar het ruim tienvoudige. De “HyTech Hafen Rostock” (zo heet het project) hoopt zo een flinke bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de industrie in het hele oosten van Duitsland.

Het HyTech-havenproject is naast AquaVentus op Helgoland in de Noordzee een van de meer ambitieuze Duitse waterstofprojecten. De deelnemende bedrijven zijn EnBW, RheinEnergie, RWE en Rostock Port, met elk 25 procent van de aandelen. Er wordt voorlopig gerekend op een investeringsbedrag van “enkele honderden miljoenen euro’s”, inclusief overheidssubsidies.

Of het ooit wat wordt met de waterstofeconomie, daar zetten veel mensen nog vraagtekens bij. Er zijn nog veel problemen te overkomen. Vooral de kosten moeten omlaag en de energie-efficiency omhoog. Maar spannend is het wel.

Subsidie voor luxehotel

Dat duurzaam ondernemen niet altijd een feest is, blijkt uit de ontwikkelingen bij het laatste bedrijf waar ik een kijkje wil nemen. Hiervoor moet ik helemaal om de haven heen. Daarvoor fietsen we eerst naar het strand van Warnemünde en gaan dan met het pontje naar de overkant, naar Hohe Düne,

Dat is een kleine dorpskern langs een smalle duinstrook die ten noorden van de haven ligt, en waar enkele van de meest luxueuze huizen van Rostock staan. Enorme kasten zijn erbij, sommige met privétoegang tot het strand. Voor wie denkt dat het in Rostock armoe troef is, komt bedrogen uit.

In de “Yachthafenresidenz” – een hotel met jachthaven – liggen ook geen onaardige scheepjes. Des te opmerkelijker is dat dit project met 47,5 miljoen euro is gesubsidieerd. Er schijnt ook nogal wat gesjoemeld te zijn met overheidsmiddelen.

De zwaar gesubsidieerde jachthaven Hohe Düne. Foto Maurits Kuypers
De zwaar gesubsidieerde jachthaven Hohe Düne. Foto Maurits Kuypers

De Noorse hotelondernemer Per Harald Løkkevik werd een paar jaar geleden veroordeeld voor belastingontduiking en staat dit jaar weer voor de rechter vanwege mogelijke subsidiefraude. Er zou ook een politicus van de SPD bij betrokken zijn. Allemaal niet zo fraai. Maar de duinen zijn mooi.

Aan het eind van Hohe Düne duiken we het bos in, om de haven heen, terug richting Rostock. Eenmaal uit het bos is van de haven weinig te zien. Alleen de kolencentrale torent boven het boerenlandschap uit.

De kolencentrale van de Rostocker haven van de andere kant. Foto Maurits Kuypers
De kolencentrale van de Rostocker haven vanuit het oosten. Foto Maurits Kuypers

Ongeveer halverwege richting de stad is er een bedrijventerrein met onder andere een groot logistiek centrum van Amazon én de windmolenfabriek van Nordex.

Er beweegt zich weinig bij de hallen. Dat heeft alles te maken met het feit dat het niet zo lekker loopt bij Nordex. Buiten Europa vinden de windmolens momenteel tegenvallende aftrek. Bovendien kampt het bedrijf met de hoge energie- en grondstoffenkosten.

Er moet daarom gesneden worden in het eigen vlees en het kind van de rekening is de fabriek in Rostock, waar rotorbladen gemaakt worden.

Op het terrein liggen nog een flink aantal van de gigantische molenwieken, klaar om verscheept te worden. Maar de productie van de laatste Duitse rotorenfabriek is een paar maanden geleden stilgelegd. Die wordt verplaatst naar het goedkopere India. Ongeveer 600 werknemers komen daardoor op straat te staan. Wie de productiehallen gaat overnemen, is nog onbekend. Blijkbaar is de globalisering nog niet ten einde.

Vanaf hier gaat het terug naar het station van Rostock, nog een laatste keer in een overvolle trein terug naar Berlijn, zittend in het gangpad. Voor 9 euro in de maand moet je soms wat ontberingen doorstaan. Toch was het een leuk experiment: het 52 miljoen keer verkochte 9-euroticket. Of er een vervolg komt, is nog onbekend.

De grotendeels verlaten fabriek van Nordex. Foto Maurits Kuypers
De grotendeels verlaten productiehallen van Nordex. Foto Maurits Kuypers