Das Halbleiterwerk von Bosch in Dresden. Foto Maurits Kuypers
Author profile picture

In Duitsland kan deze zomer voor 9 euro per maand gereisd worden met het regionale openbaar vervoer. Innovation Origins maakt van de gelegenheid gebruik om een aantal toekomstprojecten te bezoeken. In deze aflevering gaan we naar Dresden.

Na een treinrit van bijna vier uur beginnen we ons fietstochtje vanaf station Dresden Klotsche, een fraaie villawijk in het noorden van de hoofdstad van Saksen. Vanaf hier rijden we richting vliegveld en een groot bedrijventerrein.

Het eerste bedrijf dat we onderweg tegenkomen is Sempa Systems, een bedrijf dat meetinstrumenten en chemische stoffen maakt voor de chipindustrie. Een paar honderd meter verderop zit een cluster van bedrijven: het Japanse halfgeleiderconcern Renesas Electronics, Solarwatt, X-Fab Dresden, Jenoptik Optical Systems, het Amerikaanse Photronics en twee Fraunhofer-onderzoeksinstituten: een voor fotonica (IPMS) en een voor keramische technologieën (IKTS).

Zo langzamerhand wordt duidelijk waar Dresden goed in is: het barst er van de bedrijven die iets doen op het gebied van microtechnologie. Sommigen maken halfgeleiders en sensoren. Anderen zijn bezig met R&D of ze zijn toeleverancier van bijvoorbeeld machines, materialen, verpakkingen of testapparatuur.

Robert Weichert – de woordvoerder van Silicon Saxony – legt over de telefoon uit dat dit te maken heeft met een lange traditie in Dresden, die deels teruggaat tot het begin van de vorige eeuw toen er in Saksen veel elektronicaproducten werden gemaakt zoals radio’s en fotocamera’s.

Maar nog veel belangrijker is de DDR-tijd.

Industriegebied Klotsche. Foto Maurits Kuypers
Industriegebied Klotsche. Foto Maurits Kuypers

DDR

Weichert: “In de planeconomie van de DDR was het gebruikelijk dat regio’s zich moesten specialiseren.” Zo had je de chemie-industrie bij Halle, Maagdenburg was goed in zware machines, staal uit Eisenhüttenstadt, in Zwickau en Eisenach zaten autofabrieken, rond Jena had je de optische industrie en in Dresden, Chemnitz en Freiberg werd elektronica geproduceerd.

Dresden groeide daardoor uit tot een centrum van de Oost-Duitse microtechnologie. Maar toen de Muur viel, bleek dat helaas weinig waard. De Oost-Duitse bedrijven waren niet opgewassen tegen de buitenlandse concurrentie. Bijna alle bedrijven verdwenen, maar helemaal verloren ging de kennis zeker niet.

Het bovengenoemde X-Fab is een goed voorbeeld. Na veel fusies, splitsingen en overnames is dit een van de nakomelingen van het DDR-conglomeraat VEB Mikroelektronik dat in meerdere steden vestigingen had. Een van de dochterondernemingen ontwikkelde o.a. in 1988 in Dresden een chip met een geheugen van 1 MB, voor die tijd best veel.

Renesas Electronics is een ander voorbeeld. Ook de Japanners hebben via-via verschillende onderdelen overgenomen van VEB Mikroelektronik.

Revitalisering

“De jaren ’90 waren vooral somber”, zegt Weichert. “De ommekeer kwam begin deze eeuw toen er meer aandacht kwam voor revitalisering van de Oost-Duitse industrie. 2000 was niet voor niets het geboortejaar van de belangenvereniging Silicon Saxony.”

“In het begin was Silicon Saxony vooral gefocust op de naast elkaar gelegen steden Dresden (micro-elektronica), Freiberg (wafers) en Chemnitz (sensoren). Onze taak was het bij elkaar brengen van bedrijven en onderzoeksinstellingen. Zorgen voor een netwerk. Later kwamen daar andere steden bij. Zo is Leipzig inmiddels een belangrijk logistiek knooppunt en Bitterfeld-Wolfen een centrum voor grondstoffen en halffabricaten die nodig zijn voor de chipproductie.”

Voor het gemak rekent Weichert Maagdenburg ook tot het halfgeleidercluster, hoewel het iets verder weg ligt en het bekend is dat ze in Saksen liever gezien hadden dat Intel zijn enorme investering van 17 miljard euro had gedaan in Leipzig. Maagdenburg ligt bovendien in een andere deelstaat (Saksen-Anhalt), wat in het federale Duitsland ook altijd een dingetje is.

Onder de streep vindt Weichert dat Dresden zich ruim 20 jaar later met recht een van de belangrijkste Europese centra voor de halfgeleiderindustrie mag noemen. Andere centra in de EU zijn onder andere Grenoble, Eindhoven, Leuven, Aken en Villach.

Robert Bosch

Als we verder fietsen, blijkt daar wat in te zitten. Als we het vliegveld gepasseerd hebben, doemt al snel de gigantische nieuwe fabriek op van de Robert Bosch GmbH.

De eerdergenoemde bedrijven vallen bij dit megacomplex in het niets. Met voor de deur een soort slotgracht, werkt het Zuid-Duitse elektronicaconcern uit Stuttgart hier aan de uitbouw van zijn halfgeleiderdivisie. De een jaar oude fabriek in Dresden kostte meer dan een miljard euro en geldt als een van de modernste van Europa.

Daar komt de komende jaren ongetwijfeld nog het nodige bij ook, want zo zei Bosch-ceo Stefan Hartung een paar weken geleden tijdens een bezoek aan Dresden: “We willen tot 2026 drie miljard euro investeren in deze divisie”.

Bosch produceert en ontwikkelt verder chips in Reutlingen (Baden-Württemberg) en binnenkort in Maleisië (Penang).

Meer vraag dan aanbod

De investeringen van Bosch zijn voor een deel geboren uit nood. Bosch is een van de wereldwijd grootste toeleveranciers van de auto-industrie en daar zijn tegenwoordig heel veel chips voor nodig. Hetzelfde geldt voor andere elektrische producten die Bosch maakt zoals boormachines, ijskasten en E-bikes.

Op de wereldmarkt zijn die chips echter schaars. Daarom wil Bosch in de toekomst meer zelfvoorzienend worden. Daar komt bij dat zelfontwikkelde halfgeleiders enorm belangrijk zijn voor de winstgevendheid. “Voor ons schuilt in de kleinste onderdelen een groot bedrijfseconomisch belang”, zei Hartung.

Vlak naast de Bosch-fabriek zien we ook nog het gebouw van het Advanced Mask Technology Center (AMTC). Dat is een samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van zogenoemde photomasks, die belangrijk zijn voor het aanbrengen van de microscopische schakelingen op chips en wafers.

Globalfoundries

Een van de partners van AMTC is het Amerikaanse Globalfoundries (GF) dat na de Bosch-fabriek als volgende opdoemt langs de Wilschdorfer Landstrasse. GF is een voormalige dochter van het Amerikaanse Advanced Micro Devices (AMD) en heeft in Dresden een van zijn grootste fabrieken.

De bedrijfsnaam zegt het al, GF is een foundry. Dat zijn bedrijven die zelf geen chips ontwerpen, maar ze alleen produceren in opdracht van anderen.

Globalfoundries Dresden. Foto Maurits Kuypers
Globalfoundries Dresden. Foto Maurits Kuypers

Infineon

Tenslotte komen we op de weg terug naar Dresden-Centrum nog langs een R&D-centrum en een paar fabrieken van Infineon, de grootste chipproducent van Duitsland en Europa met wereldwijd 50.000 werknemers. Ook Infineon wil uitbreiden in Dresden, zo maakte het bedrijf onlangs bekend. Het concern wacht alleen nog even af tot er meer duidelijk is over de zogenoemde European Chips Act, waaraan veel financiële steun vanuit de overheid verbonden is.

Overheidssteun is volgens Weichert van groot belang voor de chipsector waar het vaak gaat om enorme investeringen. Bosch kreeg voor zijn chipfabriek in Dresden ook een subsidie van 200 miljoen euro van de overheid, omdat het gezien wordt als zogenoemd Important Project of Common European Interest (IPCEI).

Infineon heeft zijn eigen bedrijventerrein in Dresden. Foto Maurits Kuypers
Infineon heeft zijn eigen bedrijventerrein in Dresden. Foto Maurits Kuypers

Personeelstekort

We rijden verder en passeren een vestiging van het Technologiezentrum Dresden. Opvallend langs de hele route is dat bijna alle bedrijven – maar vooral de kleinere – grote borden of spandoeken hebben opgehangen met de roep om technisch personeel. “Het is een van de problemen die we in heel Duitsland hebben: een gebrek aan vakmensen en ingenieurs”, zegt Weichert.

Maar het is niet het enige zwakke punt. Ondanks het grote aantal bedrijven in Dresden heeft de stad en de regio natuurlijk ook zijn tekortkomingen. Een daarvan is ook weer een Europees probleem, namelijk een tekort aan bedrijven die goed zijn in het ontwikkelen van nieuwe designs voor chips. Weichert: “We hebben in Europa helaas geen Tesla of Apple, die daar heel goed in zijn.”

Overal in Dresden zie je borden met de roep om technisch personeel. Foto Maurits Kuypers
Overal in Dresden zie je borden met de roep om technisch personeel. Foto Maurits Kuypers

EU

Verder is Dresden volgens hem op de goede weg. Een van de grote trofeeën die het komende jaar mogelijk binnen te halen valt, is het Taiwanese TSMC dat net als Intel zoekt naar een productielocatie in Europa. Hetzelfde geldt volgens insiders overigens ook voor die andere Aziatische reus Samsung.

TSMC is net als GF een foundry, alleen net even een tikkeltje groter. Volgens cijfers van de Amerikaanse Semiconductor Industry Association produceert Taiwan (en dan vooral TSMC) momenteel meer dan 90% van alle high-end chips in de wereld.

De Europese Commissie ziet die afhankelijkheid als gevaar. Brussel erkent ook dat het in het verleden steken heeft laten vallen die de achterstand van de Europese chipindustrie hebben vergroot.

Zo werd in 2000 nog een kwart van alle halfgeleiders in Europa gemaakt. Dat is nu gezakt tot onder de 10%. De Europese Commissie wil dat de komende jaren goedmaken door overheidsinvesteringen te steunen met een volume van ongeveer 43 miljard euro tot 2030.

Bron: adviesbureau Kearney
Bron: adviesbureau Kearney

Terug naar huis

Na het Technologiezentrum Dresden gaat het met de fiets pijlsnel bergafwaarts richting centrum, tot bij het Albertplatz in Neustadt, waar het opeens ramvol is met toeristen.

Want laten we niet vergeten dat Dresden een van de grootste Duitse trekpleisters is voor toeristen met een prachtig gerenoveerde binnenstad en een omgeving om je vingers bij af te likken. Zo zijn er de wijnbergen langs de Elbe, de porseleinstad Meissen en het nationaalpark Sächsische Schweiz. Het is geen straf om hier te wonen, werken of studeren.