Na een bestuursperiode van tien jaar, waarvan zes als voorzitter, vertrekt Nienke Meijer bij Fontys. De komende paar maanden loopt ze nog wel met enige regelmaat bij Fontys rond, zolang er geen opvolger is. Maar 1 december is het officiële afscheid en daarom wordt zij vandaag feestelijk uitgeluid met een grote receptie in Eindhoven. Reden voor een afscheidsinterview door Jan Ligthart, hoofdredacteur van BRON, het onafhankelijke nieuwsmedium van Fontys.
Wat ga je nu doen?
“Wat ik tegen studenten altijd zeg: ‘volg je hart, creëer je eigen werk, bedenk hoe je de samenleving wilt vormgeven’. Jezelf opnieuw uitvinden. Het zijn prachtige holle termen, maar dat is wel wat ik ga doen.”
En dat is wat…?
“Geen nieuwe baan, maar aan de slag met de dingen die mij nu ook al bezighouden. Eraan werken dat digital skills in het curriculum van primair en voortgezet onderwijs worden opgenomen. Het gewone traject duurt te lang, dus wil ik met publiek-private samenwerking kijken of we de impasse kunnen doorbreken.
Daarnaast zit ik sinds een jaar of twee in een landelijke groep die zich druk maakt om sociale cohesie. De komende jaren raken zo’n 1,3 miljoen mensen hun baan kwijt in sectoren als de financiële wereld. Tegelijkertijd zijn er 1,4 miljoen mensen nodig in zorg, onderwijs en techniek. Maar die twee gegevens sluiten niet op elkaar aan. Vanwege de salary gaps, maar ook omdat op cv’s en niet op competenties wordt geselecteerd. We hebben systeemdoorbraken nodig om te voorkomen dat de maatschappij ontwricht raakt.”
Problemen die in het klein misschien ook al zichtbaar zijn bij Fontys?
“Klopt. Ik ben geïnspireerd door wat ik in mijn dagelijkse omgeving tegenkom. We wijken hier niet veel af van de samenleving daarbuiten. Behalve dan dat we hier de jonge generatie hebben zitten.”
Is er een verschil tussen deze jonge generatie en die van 2009?
“Dat is een moeilijke. Ik was toen al twee keer zo oud als de gemiddelde student en dat is in de tussentijd niet verbeterd, hahaha. Maar wat ik nu zie is dat, ook door ontwikkelingen zoals het leenstelsel, de druk misschien niet groter, maar in elk geval veel explicieter is. 30 procent van de studenten krijgt met burnout-verschijnselen te maken. Tien jaar geleden ging het daar helemaal niet over. Nu wel, en daardoor kun je er ook wat mee in de studentondersteuning.”
Is het meer openheid of meer een veranderende maatschappij?
“Een deel van de druk die studenten voelen wordt gevoed door social media. Maar het is niet alleen dat. Jongeren en mensen in het algemeen verbinden zich niet zo snel meer voor lange tijd aan iets. De rol van de kerk, van sportclubs, van een krant is daardoor ook veranderd.
Op zich is het niet erg, als je jezelf maar goed kent. Dat is waar ook bildung bij om de hoek komt kijken. Dan ben je veerkrachtig genoeg en misschien zelfs proactief in zo’n veranderende samenleving. En dit vind ik echt de essentie van waarom wij opleiden. Dat versterkt juist de rol van onderwijs.”
Onder jouw voorganger Marcel Wintels moest de basis zogezegd op orde worden gebracht. Wat is kenmerkend voor jouw ‘regeerperiode’?
“Dat we veel meer vanuit de verbindingen, zowel op menselijk niveau als op inhoud, verder zijn gaan bouwen. Dat is één. Het andere is de rol van studenten: die is in de afgelopen zes jaar veel belangrijker geworden. Zij zitten nu aan alle bestuurstafels, ook bij commissies, en praten mee. Dat was eerst niet.”
Je hebt tevens een achtergrond in marketing. Wat is vanuit dat licht in tien jaar veranderd aan Fontys?
“Dat Fontys veel meer is dan het visje en de kleur paars. Dat we meer smoel hebben gekregen. TEC for Society (een door Meijer bedacht thema dat Technology, Entrepreneurship en Creativity verbindt, red.) helpt daarin. Duncan Lawrence? Ja, ook die helpt enorm. Maar vooral: dat Fontys warmte en verbinding is. Dat personeel dat uitstraalt op feestjes. Dat is veel belangrijker dan billboards en marketingcampagnes. En het is ook zo: docenten voelen zich echt steeds meer verbonden met Fontys.”
Maar ik heb de indruk dat de meeste studenten dat ‘Fontys-gevoel’ niet hebben…
“Nou, ze komen hier wel onder de vlag van Fontys binnen. Ook omdat ouders dat belangrijk vinden, dat wel. Dan komen ze op de opleiding, en daar is het meer powered by Fontys dan dat het puur Fontys is.
Maar op het moment dat ze hier weggaan, dan zijn ze wèl weer van Fontys. Ook Duncan zei dat letterlijk. Dan hebben ze een warm gevoel bij hun eigen opleiding en zijn trots op Fontys: mooier kan je het eigenlijk niet hebben.”
Je gebruikte vaak vergezichten in jouw toespraken. Wat is nu jouw vergezicht voor Fontys over tien jaar?
“In 2029 zijn er bij Fontys 100.000 studenten afgestudeerd die TEC for Society in hun dna hebben. Met ongelooflijk veel passie en enthousiasme proberen zij dan in het werkveld om de wereld een beetje beter te maken. Dat is meer een droom, maar wel een heel mooi vergezicht.”
En in die tien jaar: wat moet jouw opvolger daarin doen wat jou niet is gelukt of wat meer aandacht gaat vragen?
“De rol die we als Fontys kunnen en moeten spelen in het bij- en omscholen van werkenden, is er één. De hybride leer- en werkomgeving. En ik denk dat we nog maar aan het begin staan als het gaat om TEC for Society in het dna van de 4.000 medewerkers. Dus ik hoop dat mijn opvolger in staat is om dat als een inktvlek door de organisatie te laten gaan.”
Het kan natuurlijk dat jouw opvolger zegt: dat hele TEC for Society, ik heb een veel beter plan…
“Als het betere plan niet de vijand is van het goede, dan is dat prima. Waar het mij om gaat is dat onze kernwaarden overeind blijven: innovatief zijn en transparant, kunnen meegaan in veranderingen, persoonlijke ontwikkeling. Dat je daar een andere lading aan geeft: dat is inherent aan eigen stappen maken.”
Wat is jouw meest emotionele mooie moment in tien jaar Fontys?
“Dat is nog niet zo lang geleden. Het feit dat ik … het ontroert me nu weer …Het…, het moment dat ik met twee studenten op het podium stond bij de SDG Charter (Sustainable Development Goals, red). Dat raakte me echt.
Ik stond met Daphne en Lotte op het podium. En zij vertelden zo mooi het verhaal, hun eigen verhaal… Dat heeft niets met mij te maken, ik ben niet hun docent, ik leid hen niet op. Maar het feit dat daar een hele zaal geïnspireerd werd, enthousiast was om hun verhaal. Ja, dat ontroerde me écht.”
Tot slot: noem die één persoon die jij na je vertrek hier het meest gaat missen.
“De student.”
Dat is niet één persoon. Dat zijn er meer dan 40.000…
“Oké. De studentenfractie dan. Dat is niet één persoon, maar dat is wel oprecht ‘De Persoon’ die ik bedoel. De mens uit de studentenfractie, het contact dat ik met hen had in de vele overleggen. Als ik iets ga missen, is het dat contact wel.”