©Pixabay
Author profile picture

Ik verbaas me er vaak over dat – wanneer over octrooien wordt gesproken – het vooral gaat over monopolies en kennis voor jezelf houden. Het delen van kennis en uitvindingen wordt gepresenteerd als tegenovergestelde van octrooieren, maar dat is het niet. Octrooiaanvragen worden gratis door de overheid gepubliceerd, dus de kennis wordt juist altijd gedeeld. Ook worden octrooiaanvragen in veel gevallen juist ingediend om het samen innoveren makkelijker te maken.

Innoveren doe je niet alleen

Vrijwel alle innovaties komen tot stand door samen te werken met andere bedrijven. Zeker kleine bedrijven moeten veel samenwerken. Samen innoveren is echter een pad vol valkuilen. Je moet kennis, die je normaal geheim houdt, met anderen delen. Daarmee creëer je mogelijk nieuwe concurrenten als de samenwerking stukloopt. Maar weiger je om kennis te delen, dan hinder je de goede samenwerking en creëer je wantrouwen, waardoor de kans dat het stuk loopt juist groter wordt.

Contract of octrooi

Je kunt het wantrouwen gedeeltelijk voorkomen door goede afspraken contractueel vast te leggen over geheimhouding, doel, rollen, inbreng en recht op het resultaat van de samenwerking. Dat lukt zolang het aantal partners klein is, alle partners er belang bij hebben dat de ontwikkeling slaagt en er niet teveel tegenslagen zijn. Maar voordat het aantal samenwerkingspartners oploopt of je met onbekende partijen moet gaan samenwerken, is het belangrijk om te onderzoeken wat er octrooieerbaar is. In ieder geval voordat je kennis ook met hen gaat delen. Heb je op zo’n moment al een octrooiaanvraag ingediend, dan is het veel makkelijker om kennis te delen.

Sorteren in recycling

Ik zal het toelichten met een voorbeeld. Enige tijd geleden sprak ik een jong bedrijf met een innovatieve sorteertechniek, dat samen met een wereldwijd opererende multinationaal in de recycling, de sorteertechniek toepasbaar ging maken voor recycling. Het jonge bedrijf heeft de multinational nodig voor financiering om haar innovatie op de markt te krijgen en de multinational haalt zo een interessante innovatie binnen. Dit leek een geweldige deal voor het jonge innovatieve bedrijf. Het had echter nog niets van haar sorteerkennis geoctrooieerd en wilde alles met contracten regelen. Een deel was alleen mondeling afgesproken.
Uit de samenwerking kwamen vervolgens allerlei octrooieerbare vindingen over aanpassingen aan de sorteertechniek, waardoor deze beter geschikt werd voor recycling. Omdat deze vindingen uit de samenwerking volgden, claimde de multinational een deel van het eigendom van de octrooiaanvragen, zodat hij kon voorkomen dat z’n concurrenten de techniek konden kopiëren.

Gedeeld eigendom

Door zo’n gedeeld eigendom ontstaat een zeer complexe situatie. Bijvoorbeeld: waarop wordt precies octrooi aangevraagd? Moet het specifiek op de recyclingtoepassing (belang recyclingbedrijf) of moet het los van deze toepassing worden aangevraagd (belang jonge bedrijf). Moet het octrooi worden aangevraagd in de landen waar de concurrenten van het recyclingbedrijf actief zijn (belang recyclingbedrijf) of in de landen waar de sorteertechniek interessant is (belang jonge bedrijf). Zo moeten er de komende 20 jaar (=maximale levensduur octrooi) allerlei strategische keuzes gemaakt worden. De kans dat het jonge bedrijf en de multinational zakelijk gezien de komende 20 jaar dezelfde belangen hebben bij deze keuzes is niet erg groot. Door het gedeelde eigendom wordt het jonge bedrijf erg afhankelijk van die ene multinational.
Het was beter geweest als het jonge bedrijf al een octrooi had aangevraagd op de sorteertechniek voordat de samenwerking begon. Het zou een veel sterkere onderhandelingspositie hebben gehad en had veilig kennis kunnen delen zonder bang te hoeven zijn dat hun sorteertechniek voor de helft eigendom zou worden van de multinational. Achteraf kan dat niet meer.

Sterker

Op het moment dat je al octrooi hebt aangevraagd, sta je veel sterker bij samen innoveren en is kennis delen minder risicovol dan wanneer je alles alleen met contracten probeert te regelen. Contracten gelden immers alleen voor partijen die getekend hebben, terwijl octrooien gelden voor iedereen. Een samenwerkingspartner kan op een zeker moment besluiten om het contract niet na te komen. Ga dan maar eens bewijzen wat ze volgens het contract precies geheim hadden moeten houden en de geleden schade verhalen. Heb je ook al een octrooiaanvraag ingediend, dan sta je op zo’n moment veel sterker. Al is het maar door te dreigen om de aanvraag te verkopen aan de grootste concurrent van je tegenstander.
Velen zullen tegenwerpen dat octrooiaanvragen duurder zijn dan contracten. Dat klopt helaas. Maar als kennis delen minder risicovol wordt, is de kans dat de samenwerking slaagt veel groter. Octrooiaanvragen voegen bovendien meer waarde toe aan je bedrijf dan contracten. Ze maken je bedrijf aantrekkelijker voor financiers en zijn verhandelbaar. Als ze eenmaal verleend zijn, kun je er via licenties veel geld mee verdienen.
Het indienen van een octrooiaanvraag voorafgaand aan een samenwerking faciliteert zo het delen van kennis.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Mary Fiers, Peter de Kock, Eveline van Zeeland, Hans Helsloot, Tessie Hartjes, Jan Wouters, Katleen Gabriels en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Zodat morgen beter wordt. Hier lees je alle vorige afleveringen.