© Pascal Armbruster, KIT
Author profile picture

Leefstijl van ouderen, neurotechnologie, productiesystemen voor de landbouw, energieopslag en versnelling van de verduurzaming. Om vooruitgang te boeken binnen de grote maatschappelijke en economische uitdagingen op die terreinen, steekt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) vanuit het Crossover-programma in totaal 39 miljoen euro in vijf grote, interdisciplinaire onderzoeksconsortia.

Binnen de consortia slaan wetenschappers uit sterk uiteenlopende disciplines de handen ineen met publieke en private partners. Ze richten zich naast het onderzoek sterk op het bevorderen van samenwerking tussen uiteenlopende vakgebieden en de koppeling met toepassingsgericht onderzoek. De resultaten vinden hun weg bijvoorbeeld naar living labs, proeftuinen, centres of expertise of smart data factories.

In totaal ontving NWO achttien aanmeldingen, waarvan er uiteindelijk tien met een uitgewerkt voorstel werden beoordeeld. De totale omvang van de projecten ligt tussen de 7,15 en 14,3 miljoen euro. Hiervan financiert NWO zeventig procent. De partners dragen voor ten minste dertig procent de kosten van het project. De maximale looptijd van de projecten bedraagt zeven jaar.

Topsectoren

Het Crossover-programma is nieuw binnen NWO en is onderdeel van de NWO-bijdrage aan het Kennis- en Innovatie Contract 2018-2019. Met dit contract onderschrijven overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen de inhoudelijke ambities voor de topsectoren, met als doel het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem te versterken. In vergelijking met de ‘reguliere’ publiek-private samenwerkingen bestrijken de projecten in het Crossover-programma een breder palet van topsectoren en andere onderzoeksagenda’s.

TU Eindhoven: NEON

Een van de gehonoreerde projecten is NEON (New Energy and mobility Outlook for the Netherlands), een multidisciplinair onderzoeksprogramma waarin ingenieurs nauw samenwerken met sociale wetenschappers, NGO’s en bedrijven. NWO steunt het programma, dat vijf jaar loopt, met een subsidie van 8,5 miljoen euro.

De omslag naar duurzame energie en mobiliteit in Nederland hapert, ondanks de voortschrijdende technologische ontwikkeling en de duidelijke economische voordelen van zo’n transitie. De Technische Universiteit van Eindhoven gaat daarom, samen met onder meer vier andere universiteiten in Nederland, nieuwe methoden en technieken ontwikkelen om de transitie een flinke duw in de rug te geven. Volgens de initiatiefnemers van NEON staan drie problemen een snelle transitie in ons land in de weg:

  • Investeringen gaan vaak niet naar de technologieën met de grootste impact, maar naar oplossingen die het snelst geld opleveren.
  • Veelbelovende oplossingen stranden vaak op het verzet van burgers of institutionele problemen, zodra ze grootschalig worden uitgerold.
  • De wetenschap ontbeert momenteel cijfermatige modellen om de snelste en meest kosteneffectieve oplossingen voor te rekenen.

Om deze problemen het hoofd te bieden, is volgens NEON meer nodig dan alleen technologie en economisch profijt. Zij pleiten voor een multidisciplinaire aanpak, waarin ook de rol van instituties, kennisnetwerken en menselijke actoren, zoals consumenten en bedrijven, veel aandacht krijgt. De onderzoekers willen hiervoor nieuwe methoden en technieken ontwikkelen, en zo bijdragen aan de noodzakelijke omslag in onze energievoorziening en mobiliteit.

Met het onderzoek is in totaal een bedrag gemoeid van 12,5 miljoen euro, waarvan NWO bijna 8,5 miljoen voor zijn rekening neemt. Met het bedrag kunnen in totaal 32 promovendi aan de slag, van wie twintig in Eindhoven. Naast de TU/e doen onder meer de universiteiten van Rotterdam, Tilburg, Twente, Delft, de Hogeschool van Amsterdam, PBL en TNO mee aan het onderzoek. Zij werken nauw samen met 18 bedrijven uit binnen- en buitenland, en verschillende overheden en NGO’s.

Programmadirecteur en Initiatiefnemer Auke Hoekstra is blij met de subsidie: “Dankzij NWO kunnen we een combinatie maken van alfa-, beta en gammawetenschappers, die, voor zover ik weet, volstrekt uniek is in de wereld. Zij worden ondersteund door een sterk consortium van vele kennisinstellingen in binnen- en buitenland, innovatieve bedrijven, NGO’s en overheden. Nu is het zaak snel 32 toppers te vinden die hierop willen promoveren.”

Behalve Auke Hoekstra zijn onder meer Maarten Steinbuch, Floor Alkemade, Theo Hofman en Korneel Wijnands namens de TU/e betrokken bij het project.

Overige projecten

MOCIA: Maintaining Optimal Cognitive function In Ageing – a personalised lifestyle prevention approach
Hoofdaanvrager: dr. E. (Esther) Aarts (Radboud Universiteit, Donders Instituut voor Brein, Cognitie en Gedrag)
Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen met cognitieve achteruitgang toe. Het MOCIA-programma richt zich op het kunnen signaleren van een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang en het verbeteren van preventie door het ontwikkelen van een gepersonaliseerde leefstijlinterventie.

INTENSE: Innovative NeuroTEchNology for SociEty
Hoofdaanvrager: prof. dr. P R. (Pieter) Roelfsema (Nederlands Herseninstituut KNAW)
Het project INTENSE ontwikkelt hersenimplantaten om het leven te verbeteren van mensen die blind, doof of verlamd zijn, of epilepsie hebben. Het onderzoek combineert de sterk toegenomen kennis over onze hersenen met nieuwe mogelijkheden binnen de neurotechnologie met als doel te komen tot nieuwe oplossingen en bedrijvigheid.

RELEASE: Reversible Large-scale Energy Storage
Hoofdaanvrager: prof. dr. P.M. (Paulien) Herder (Technische Universiteit Delft)
Voor de transitie naar duurzame energie is het verbeteren van de prestaties en het verlagen van de kosten van grootschalige energieopslag cruciaal. RELEASE werkt aan nieuwe technologische mogelijkheden voor de korte (2030) en lange termijn (2050). Het project richt zich op waterstofproductie, koolwaterstofproductie uit CO2 en flowbatterijen.

SYNERGIA: SYstem change for New Ecology-based and Resource efficient Growth with high tech In Agriculture
Hoofdaanvrager: prof. dr. Ir. P.W.G. (Peter) Groot Koerkamp (Wageningen Universiteit & Research)
De Nederlandse landbouw staat voor grote ecologische en sociale uitdagingen. Verbetering van huidige productiesystemen is maar beperkt mogelijk. Het doel van dit programma is de ontwikkeling van een productiesysteem dat de ecologie als uitgangspunt neemt en daarbij wordt ondersteund door slimme technologie.