© Pixabay
Author profile picture

Onderzoekers van de Universiteit van Tübingen en de Braziliaanse Universiteit van Paraná hebben een sneltest ontwikkeld waarbij in slechts twaalf minuten antilichamen tegen corona kunnen worden aangetoond. Tot dusver duurde het doorgaans een hele dag om een resultaat te krijgen. Bloedmonsters moesten namelijk eerst naar een laboratorium worden gestuurd.

De wetenschappers publiceerden hierover deze week in het wetenschappelijke tijdschrift ACS Sensors. De nieuwe methode kan worden uitgevoerd zonder dure instrumenten. Daarom is de sneltest ook geschikt voor mobiele teststations of voor laboratoria in economisch minder ontwikkelde regio’s. Bovendien is de nieuwe diagnosemethode aanzienlijk sneller dan de zogenaamde ELISA-methode, die decennialang de norm is geweest in de laboratoriumdiagnose van antilichamen.

“Voor de test is slechts een kleine hoeveelheid monster nodig. Eén druppel bloed die twee microliter serum bevat is voldoende,” aldus de eerste auteur van de studie, professor Luciano F. Huergo van de Universiteit van Paraná. “Bovendien is het mogelijk gewoon bloed te gebruiken. De scheiding van oplosbare bloedbestanddelen die normaal noodzakelijk is voor de diagnose, kan achterwege blijven”. Als gevolg daarvan, zei hij, kan de test worden uitgevoerd in verpleeg- en testposten op locatie.

“Een volledig uitgerust laboratorium, evenals het gebruik van gespecialiseerde apparatuur, is niet noodzakelijk.” Aangezien de totale reactietijd bovendien 15 maal korter is dan die van de klassieke ELISA-test, kunnen in slechts enkele uren honderden monsters worden getest.

Nanodeeltjes

De basis van de nieuwe testmethode wordt gevormd door magnetische nanodeeltjes die gecoat zijn met virale antigenen. Voor de sneltest wordt bloedserum of bloed op het testoppervlak aangebracht. Na ongeveer twee minuten worden de nanodeeltjes gewassen en behandeld met een ontwikkelaarsreagens. Als er antilichamen tegen het coronavirus in het bloedmonster aanwezig zijn, treedt er een kleurverandering op. Met de traditionele ELISA-test duurt dit ongeveer drie uur.

In het algemeen vormen zich 11 tot 16 dagen na het begin van de symptomen antilichamen tegen het SARS-CoV-2-virus. Patiënten kunnen echter al twee tot vier dagen na de eerste ziektesymptomen antilichamen in aantoonbare concentraties hebben. Daarom kan een immunologische test een extra hulpmiddel zijn om bijvoorbeeld besmette personen op te sporen die bij een eerdere test onterecht negatief zijn getest.

Kleurresultaat

“Onze test presteerde beter dan de ELISA-methode, vooral voor monsters met lage antilichaamtiters,” zei professor Karl Forchhammer van het Interfacultair Instituut voor Microbiologie en Infectiegeneeskunde van de Universiteit van Tübingen. “De methode werkte met een gevoeligheid van 87 procent en een specificiteit van 99 procent van de geteste covid-19 monsters.”

Huergo legt uit dat de nauwkeurigheid van de test nog kan worden verhoogd door gebruik te maken van aanvullende instrumenten, zoals een microtiterplaatlezer.

“Een ander voordeel ten opzichte van de ELISA-methode is dat het kleurresultaat van onze nieuwe methode recht evenredig is met de antilichaamconcentratie. De nieuwe methode verschaft namelijk ook gegevens over de hoeveelheid antilichamen, niet alleen over hun aan- of afwezigheid.”

Sneltest is mijlpaal

Deze nieuwe technologie kan ook worden aangepast voor de serologische diagnose van andere ziekten. Volgens Huergo kan de test de sinds de jaren zeventig gebruikte ELISA-test vervangen. “Wij geloven dat deze techniek een mijlpaal is in de ontwikkeling van immunologische diagnostiek.”

De wetenschappers verwachten dat de nieuwe procedure in de toekomst kan worden aangeboden tegen een vergelijkbare kostprijs als de ELISA-test. “De test vereist minimale instrumentatie in alle productiestadia”, aldus dr. Khaled Selim, de leider van het Duitse team aan de Universiteit van Tübingen. “Wij geloven dat onze snelle en kwantitatieve methode voor het opsporen van SARS-CoV-2 antilichamen kan helpen bij het opsporen van gevallen van covid-19, vooral in ontwikkelingslanden zoals Brazilië die niet de luxe hebben van geregelde PCR-gebaseerde tests als onderdeel van hun gezondheidszorg.”

Lees ook: Niet iedereen die corona krijgt, maakt antilichamen aan