Resato tijdens DTW 2018, foto © Sven Reiffers, Resato
Author profile picture

“Er is in het noorden meer dan genoeg innovatie”, dat is de boodschap van hightechbedrijf Resato aan bezoekers van de Dutch Technology Week (20-25 mei). Het bedrijf, waar 120 mensen werken, werd in 1991 opgericht in het Drentse Roden, maar verhuisde wegens ruimtegebrek drie jaar geleden naar Assen – 20 kilometer verderop. Nog steeds in de noorden, heel bewust, want daar liggen onze wortels, laat de directie weten.

Lees hier meer over de Dutch Technology Week

Resato is internationaal toonaangevend in de hogedruktechnologie. Zo maakt het bedrijf waterstraalsnijmachines die van alles doormidden kunnen snijden, testsystemen voor hogedruktesten met vloeistoffen of gassen en sinds 2016 ook tankstations voor waterstofvoertuigen. Om dat te laten zien, zet Resato de deuren voor nieuwsgierigen open op de laatste dag van de Dutch Technology Week, zaterdag 25 mei.

Studenten kijken voor een baan vaak naar het westen van Nederland; technische bedrijven in het noorden zijn niet zo bekend als die in het westen, zegt marketingmanager Sven Reiffers van Resato. “Tijdens de Dutch Technology Week willen wij laten zien: er zijn hier ook heel veel mensen nodig. Er is genoeg talent in het noorden van Nederland, en dat willen we ook graag in het noorden houden.”

Het programma bestaat die zaterdag uit twee onderdelen. ’s Ochtends is er in het gebouw van Resato de High Tech Career Competition, waar via speeddates studenten voor een stage of afstudeeropdracht gekoppeld worden aan de technologische bedrijven van Innovatiecluster Drachten. Een beetje competitie is dat voor een bedrijf als Resato zeker, want daar zitten ze altijd te springen om talent. In de middag laat Resato de bezoekers meekijken met hun eigen activiteiten.

Het noorden is hightech

Het noorden wordt steeds meer een hightechregio, stelt Berend Henk Huizing, woordvoerder van Innovatiecluster Drachten. In dit cluster, waar ook Resato toe behoort, werken 19 hightechbedrijven samen. Zij werven gezamenlijk personeel, delen dure apparaten zoals een industriële 3D-metaalprinter en bedenken ze oplossingen voor lastige (toekomstige) technische vraagstukken.

“Het innovatiecluster heeft een netwerk waar je ‘u’ tegen zegt”, vertelt Huizing. Het cluster heeft contact met vakopleidingen, hogescholen en universiteiten uit de regio en met brancheorganisaties en lokale en regionale overheden. Zo komen Groningse studenten als onderdeel van hun opleidingen langs bij de sommige bedrijven. Ook organiseert het cluster hightech-safari’s waarbij studenten van diverse technische studieverenigingen (uit Delft, Groningen, Eindhoven en Enschede) langs de bedrijven gaan. “En na afloop brengen we ze weer thuis”, lacht Huizing.

Voor veel bedrijven is zo’n cluster erg aantrekkelijk. Huizing: “Grote hoofdkantoren in het buitenland zeggen: het is zo mooi wat daar in Noord-Nederland ontstaat, daar willen we ons wel vestigen.” Toch weet niet iedereen dat het noorden zo’n hightechregio is: “Hier is dat niet altijd zo gepromoot. Hier is men bescheiden, wij roepen niet snel van daken hoe goed we zijn.”

Maar grote spelers zitten er wel degelijk. Neem bijvoorbeeld Philips in Drachten: de grootste Philipslocatie in Europa. Ook Resato past mooi in dit plaatje: internationaal toonaangevend, waarbij de focus op waterstoftechnologie het bedrijf de laatste jaren nog extra op de kaart zet. Resato-marketingmanager Reiffers: “Wij geloven heilig dat in de waterstofmarkt veel toekomst zit.”

Opmars van waterstofauto’s

Want dat auto’s kunnen rijden op waterstof is misschien niet nieuw, maar het klonk tot nu toe altijd nog als toekomstmuziek. Toch zit er al behoorlijke groei in het aantal waterstoftankstations. Nu nog op terreinen van bedrijven die al voorzichtig gebruik maken van de technologie, maar er komen er veel meer, stelt Reiffers. En dat betekent: werk aan de winkel voor Resato die deze tankstations ontwikkelt.

Het kan nog niet uit om een waterstoftankstation te plaatsen voor consumenten, omdat er te weinig waterstofauto’s rondrijden. Tegelijkertijd zijn er te weinig tankstations om als bestuurder de overstap te maken naar zo’n auto. Toch is het maar een kwestie van tijd voordat ook consumenten in zo’n wagen rijden. Zo maakt de grootste toeleverancier van de auto-industrie, Bosch, onlangs bekend dat het de accuproductie overslaat en op grote schaal investeert in waterstof.

Team Forze als promotor

Dat waterstof echt potentie heeft, laat ook team Forze zien, een Delfts studententeam dat al sinds 2007 raceauto’s op waterstof bouwt. De studenten zien zich als ambassadeur van de waterstofwagens. Daarom zijn de studenten ook bij de opening van de Dutch Technology Week op 20 mei, waar hun nieuwste, roze raceauto (liefkozend genaamd: ‘Forze VIII’) te bezichtigen zal zijn. Daar geven zij een presentatie over waterstof en nemen ze deel aan een paneldiscussie.

“Het doel van team Forze is de potentie van waterstof te laten zien”, vertelt Operations Manager Joris Vlasblom, die zich onder andere bezig houdt met de evenementen waar Forze aan mee doet. “Wij laten zien dat je zelfs op waterstof competitief kan racen.”

Een initiatief waar ook Resato uit Assen graag een steentje aan bij draagt. Zij steunen daarom het Forzeteam met kennis en materiaal. “De studenten helpen met promotie van waterstof. Dan helpen wij hen weer een beetje. Voor elkaar doen we wat”, vertelt Reiffers. “En door het testen van hun auto’s leren onze jongens ook weer. Zo houd je elkaar op de hoogte.”

Ook Joris Vlasblom uit Delft is blij met de samenwerking: “Waterstof in de wagen wordt onder hele hoge druk opgeslagen. Die wagen moet veel meer kunnen dan een auto waarmee je alleen dagelijks naar het werk reist. Daar heb je dus ook meer kennis van technologie voor nodig.”