©Pixabay
Author profile picture

Half maart stonden docenten wereldwijd voor een stevige uitdaging: er moest een snelle transitie naar online onderwijs gemaakt worden. Dat leverde hilarische getuigenissen op, zoals deze variant op Gloria Gaynor haar grootste hit, I Will Survive, Coronavirus version for teachers going online. De docent in kwestie vervloekt zichzelf: “I should have kept up with the tech, not skipped that class on course design”.

Het eerste werkcollege dat ik in maart online moest inrichten (op Blackboard Collaborate Ultra) ging over Hans Jonas zijn The Imperative of Responsibility. In Search of an Ethics for the Technological Age, een invloedrijk boek over techniekethiek (1979). Dat was een volstrekte toevalligheid die ik niet kon voorzien toen ik de cursus en het tijdsschema pre-cyberaanval en pre-coronacrisis opstelde.

In het eerste hoofdstuk licht Jonas toe hoe we dankzij technologie heer en meester werden. Moderne technologie breidde onze actieradius uit: de impact van onze handelingen reikt verder dan ooit. Die reikwijdte en schaalgrootte nopen ons tot nieuwe ethische codes die de mens ook moreel verantwoordelijk stellen voor nog niet geboren generaties, de planeet, fauna en flora, het milieu en de hele biosfeer. Om het hoofd te bieden aan nucleaire dreigingen, milieuschade, enzovoort, riep Jonas op tot ‘een nieuwe reflectie op ethische principes’ die onze verantwoordelijkheid benadrukt. Er was een nieuw ethisch kader nodig omdat ‘de reikwijdte van het menselijk handelen en dus de verantwoordelijkheid’ te beperkt was omschreven.

De ambiguïteit van het begrip technologie komt in coronatijden sterk naar voren. Er is de nietigheid tegenover de macht van een virus. We zijn niet alles heer en meester, vooral omdat er geen vaccin is. Het geeft een nederiger en kwetsbaarder gevoel. Er is de rol van vliegtuigen die het virus sneller mondiaal verspreidden. Maar ook, om een positiever voorbeeld te geven, de digitalisering waardoor we in lockdowntijden kunnen facetimen en ‘e-peritieven’ en die het mogelijk maakt om ons werk verder te zetten.

De uitzending van het populairwetenschappelijke programma De Kennis van Nu ging deze week over de vraag wat er gebeurt als het internet uitvalt. Ook de cyberaanval op de universiteit van Maastricht (UM) kwam uitvoerig aan bod. Digitalisering maakt onze maatschappij robuuster maar we zijn tegelijkertijd kwetsbaar voor datalekken, hacking, … Als de coronacrisis enkele maanden eerder op Nederlandse bodem had toegeslagen, dan was de prompte overstap naar online-onderwijs aan de UM wel erg moeilijk geworden. We konden niet bij onze werkmail, niet aan de namen komen van onze studenten, niet bij de onlineplatformen zoals Blackboard, noem maar op. Met de kennis van nu mogen we nog opgelucht zijn dat de crises elkaar opvolgden en niet samenvielen. In een prachtig stripverhaaltje van Calvin & Hobbes, zegt Calvin, die in een penibele situatie verkeert en zich voorstelt hoeveel erger het nog kan worden: “That’s one of the remarkable things about life. It’s never so bad that it can’t get worse.” Zo is het maar net.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Mary Fiers, Peter de Kock, Eveline van Zeeland, Hans Helsloot, Buster Franken, Tessie Hartjes, Jan Wouters, Katleen Gabriels en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Zodat morgen beter wordt. Hier lees je alle vorige afleveringen.