De belangrijkste aanjagers van Metalot
Author profile picture

Philip de Goey heeft een visie. Op het industriepark Cranendonck bij Budel-Dorplein moet zich een geheel circulaire economie gaan vormen. Dat wil zeggen, zelf onderhoudend in zijn energie, ook een complete recycling van metalen is het doel. Die visie moet gerealiseerd worden in Metalot, een initiatief dat het industriepark een nieuwe look moet geven en plek moet bieden voor onderzoek in het innoveren van duurzame energie bij het gebruik van metalen.

De plannen voor een herinrichting van het industrieterrein zijn al langer in de maak. Er bestaat al zo’n twintig jaar een discussie tussen gemeente en bedrijfsleven over hoe het terrein moet worden ingericht.

Toen de Goey, hoogleraar Werktuigbouwkunde en decaan aan de TU/e, benaderd werd om mee te denken over de herinrichting van het terrein, kreeg het project nieuwe wind. Samen met Jan Vlassak, bestuurder in de gezondheidszorg, werd een nieuwe visie ontwikkeld. Dat was twee jaar geleden.

De belangrijkste aanjagers van Metalot
De belangrijkste aanjagers van Metalot, met de Goey rechts op de voorgrond.

Het project kreeg nieuwe invloeden, mede door de inzet van de Goey en Vlassak werd een plan ontwikkeld voor een campus waar innovatief ondernemerschap en onderzoek een hoofdrol zouden spelen. Er kwamen plannen voor een herinrichting van de Nyrstarfabriek, Europa’s schoonste zinkfabrikant, en de aanschaf van twee nieuwe gebouwen door de nieuw opgerichte stichting Metalot.

Als klap op de vuurpijl is er het plan om op of rond het terrrein een natuurpark aan te leggen. Als bekroning van een zoektocht naar een groener industrieterrein komt er letterlijk meer groen.

De eerste stap in het realiseren van die campus wordt nu genomen. Doel voor het komende jaar is de plaatsing van een tiental onderzoekers en een twintigtal studenten binnen het lab van Nyrstar, die één van de aanjagers is van het nieuwe plan.

Metalot is een project van de lange adem, met langetermijn doelen en een ambitieuze visie. “Maar de handen jeuken”, zegt de Goey. En dus wordt er nu al aan de slag gegaan met onderzoek naar de eerste innovaties in het duurzame gebruik van metalen en energie. Het laaghangendfruit van de duurzaamheid.

“Denk daarbij bijvoorbeeld aan de verplaatsing van warmte”, zegt de Goey. “Dat dampt daar werkelijk uit de plant de lucht in. Nu kunnen ze er niks mee en dus gaat het verloren. Maar laten we eens onderzoeken hoe we warmte kunnen opvangen en elders weer kunnen inzetten. Transporteer de warmte, dat is al winst.”

Een eerste idee is al in de maak: “Dat kan bijvoorbeeld door het op te slaan in zouten en vervoeren met een schip naar plaatsen waar die warmte ingezet kan worden, bijvoorbeeld voor stadsverwarming.”

De handen jeuken.

Volgens de Goey verbruikt de zinkproducent Nyrstar nu 1 procent van alle energie opgeëist van Nederland, net zo veel als de stad Eindhoven. En dat moet anders. “Sterker nog, het moet volledig duurzaam worden en metalen moeten volledig gerecycled kunnen worden. Nu wordt er vooral erts gebruikt om zink te produceren. Maar ze kunnen ook werken op twintig procent gerecycled metaal. Wij willen naar honderd procent. Dat is de stip op de horizon.”

Dat zijn de korte en de lange termijn plannen. Twee voorbeelden van mogelijke innovaties. Maar de uitwassen van die innovaties horen ook thuis in de visie die de Goey en Vlassak onder meer ontwikkelden.

metalot
Zo moet het eruit gaan zien op de lange termijn. Met een natuurgebied en een Kennis & Innovatiezone.

“We willen ook onderwijs en praktijk bij elkaar brengen. We willen toe naar zo’n honderd onderzoekers en evenveel studenten. We willen een Metalot innovatiecentrum. Het betrokken onderwijs moet uit alle lagen komen. Van het VMBO, naar het MBO, HBO en universitair onderwijs.”

De Goey en Vlassak mogen dan voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de visie over Metalot, de ontwikkeling ervan gaat over vele schijven. Zo zijn ook Telos van Tilburg University, Fontys, de Provincies Brabant en Limburg en de gemeente betrokken bij de strategie uitwerking. Die strategiegroep heeft nu in ieder geval voor de eerste vier jaar genoeg geld opgeleverd om plannen te kunnen ontwikkelen.

Eén van die plannen is het opkopen van een monumentaal pand op het terrein. De ‘Cantine’, gebouwd rond 1900, met een oppervlakte van 7000 vierkante meter en een filmzaal. Het gebouw moet voor een deel dienst gaan doen als ontmoeting- en congres centrum, maar ook voor een deel als museum. De nieuwe innovaties worden tentoongesteld evenals het oude rondom Nyrstar in Cranendonck. De Goey: “Een museum voor (innovatie) in metalen, geen Evoluon maar een Metaluon.”

Lees hier een artikel dat we eerder maakten met de Goey waarin hij bepleit dat de elektrische auto nog lang geen vervuilingsproblemen oplost.