© TU Berlin
Author profile picture

Aan het begin van de coronapandemie werd aangenomen dat het virus van persoon tot persoon werd overgedragen door een druppelinfectie. Nu lijkt het er steeds meer op dat de ziekte zich via zogenoemde aerosolen in de binnenlucht verspreidt.

Aerosolen zijn kleine druppeltjes die met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn. Je stoot ze uit door ademen en hoesten. Deze kunnen, afhankelijk van hun grootte, enkele uren in de lucht blijven. Zo kun je mogelijk mensen besmetten. Het is echter zeer moeilijk om het concrete besmettingspotentieel in een specifieke situatie in te schatten.

Ook interessant: Coronavirus blijft langer in de lucht hangen dan gedacht

Wetenschappers van de het TU Berlijn zoals Prof. Dr.-Ing. Oliver Paschereit en PD Dr.-Ing. Ulrich Kertzscher, hoofd van het laboratorium van het Charité, hebben samen met een team onderzoekers een meetmethode ontwikkeld die het mogelijk maakt om de hoeveelheid aerosolen die in een specifieke omgeving en situatie van mens tot mens wordt overgebracht, kwantitatief te meten.

Hoestende poppen

De wetenschappers gebruikten mensachtige poppen voor hun onderzoek. Een van de poppen had de rol van een zogenaamde ’emitter’, d.w.z. een persoon die aërosolen uitstoot. Daarmee werd een hoestend persoon nagedaan. Andere dummy’s, zogenaamde ‘absorbers’, bevonden zich op vaste meetposities in de ruimte en “ademden” de omgevingslucht in.

De aërosoldruppels die door de emitter werden uitgeworpen, bevatten een stof die representatief was voor potentiële virussen. De concentratie werd vervolgens kwantitatief gemeten in de ingeademde lucht van de absorbers. Deze “tracer” gedraagt zich als een virus: terwijl de vloeistof in de aerosolen al voor een groot deel is verdampt, blijft hij met de omgevingslucht meebewegen.

De zogenaamde emittenten stralen aërosolen uit, die vergelijkbaar zijn met de menselijke hoest in de verdeling van druppelgrootte.. © TU Berlin

“Dit stelt ons in staat om heel precies de hoeveelheid aerosolen te bepalen die een enkele absorptiemiddel in een bepaalde ruimte opneemt op de verschillende posities”, zegt Oliver Paschereit. Op deze manier kan het risico van aerosolenoverdracht in verschillende dagelijkse situaties concreet worden bepaald en tegen elkaar worden afgewogen.

Het proefproject vond plaats in de Berlijnse Philharmonikerhal. De professor legt uit dat deze meettechniek ook kan worden gebruikt om de risico’s in het openbaar vervoer, in een restaurant, tijdens een vergadering of een bijeenkomst in de frisse lucht te bepalen en tegen elkaar af te wegen.

Het afwegen van verschillende risico’s in het dagelijks leven

“Onze meettechniek kan hier concreet laten zien of in een bepaalde omgeving, bijvoorbeeld in een concertzaal, moet worden aangenomen dat de virussen zich ophopen in de ruimtelucht of worden verwijderd, bijvoorbeeld door een efficiënte ruimteventilatie”, legt Ulrich Kertzscher uit. “Ook al kunnen we met onze methode natuurlijk niet de eigenlijke infectiegebeurtenissen nabootsen. Het meetresultaat stelt ons in ieder geval in staat om in te schatten hoe groot de kans is dat virussen van één zieke persoon op een groot aantal mensen kunnen worden overgedragen.

Dergelijke metingen kunnen van bijzonder belang zijn voor organisatoren, bijvoorbeeld om de aerosolenverspreiding in hun eigen bedrijf te kwantificeren, benadrukt Dr. Sebastian Schimek, een lid van het team van Oliver Paschereit.

Daarnaast zijn dergelijke metingen ook interessant voor besluitvormers die te maken hebben met ‘superspreading events’, evenals voor bezoekers van publieke evenementen. “Natuurlijk kan uit de hoeveelheid aerosolen die alleen worden overgedragen, geen direct infectiegevaar voor het individu worden afgeleid.

Maar het stelt ons wel in staat om het risico van verschillende situaties waarin mensen elkaar ontmoeten te vergelijken”, zegt Vera Froese, lid van het Laboratorium voor Biofluid Mechanica.

De wetenschappers gaan ervan uit dat het systeem talrijke potentiële toepassingen heeft en hebben al een octrooiaanvraag ingediend.