Author profile picture

We slapen tegenwoordig een stuk korter dan in 1900, gemiddeld zes en een half uur tegenover de negen van toen. Te weinig slaap heeft, op den duur, effect op je concentratie, gemoedstoestand en stofwisseling. Maar wanneer heb je een slaapstoornis? Hoe kom je daar achter? Een sleep tracker zoals een Fitbit laat zien hoe je ademhaling, hartslag en je beweging is, ook ’s nachts. Daarmee heeft zo’n horloge veel potentieel om een slaapstoornis te ontdekken, aldus onderzoeker Pedro Fonseca. Hij promoveert op 18 april met zijn onderzoek naar het thuis monitoren van je slaap. Hij ontwikkelde een methode die nauwkeurig meet of je in een lichte, diepe of in je REM-slaap bent. 

“Het is voor de eerste keer bewezen dat die sensoren, in die trackers, ook nauwkeurig genoeg kunnen zijn voor mensen met slaapstoornissen. Dus aanvullend op het onderzoek in een kliniek, kunnen we mensen ook thuis volgen. In hun eigen omgeving en voor een langere tijd.” Voor de diagnose van een slaapstoornis moet je naar een slaapkliniek waar ze met elektroden onder meer je hersenactiviteit meten (naast oogbeweging, hartslag, ademhaling en spierspanning). Slapen is een hersenactiviteit en daarvoor moet je meten wat de hersenen doen, legt Fonseca uit. Maar zo’n kliniek meet op een bepaald moment en zelden langer dan een of twee dagen.

“Die horloges zijn goed voor de bewustwording over het belang van slaap en ze helpen mensen een betere slaaproutine te krijgen.”Pedro Fonseca, Onderzoeker bij Philips Research

Steeds meer mensen krijgen inzicht in hun slaappatroon door bijvoorbeeld een sleep tracker. Een positieve ontwikkeling, vindt Pedro Fonseca. “Die horloges zijn goed voor de bewustwording over het belang van slaap en ze helpen mensen een betere slaaproutine te krijgen. Alleen de interpretatie van de gegevens is nog lastig en kan juist negatieve gevolgen hebben. Kan, hoeft niet.”

Deze trackers meten beweging, hartslag en ademhaling. “De link tussen deze ‘surrogate’ parameters van slaap met de daadwerkelijke stadia van slaap is echter niet nauwkeurig genoeg om echt iets over je slaappatroon te zeggen. Zo kan het gebeuren dat iemand met een slaapstoornis dit niet ontdekt en dat iemand die geen stoornis heeft juist gaat denken dat hij er een heeft. Dat eerste leidt niet tot de oplossing van het probleem waardoor het blijft bestaan. Bij het tweede kan het uiteindelijk tot stress leiden, wat weer een slaapstoornis als resultaat kan hebben.”  

Fonseca werkt bijna veertien jaar voor Philips Research en zag de afgelopen vijf jaar dat slaapproblemen een steeds belangrijker onderwerp werden. “Vooral in de Verenigde Staten maar ook hier in Europa is slaap een belangrijke ‘business’. Niet alleen om de diagnose van slaapproblemen te stellen maar ook ter ondersteuning van therapieën zoals bij slaapapneu.” Via Philips en de Technische Universiteit Eindhoven kreeg hij de kans het potentieel van die alledaagse horloges te vergroten. Hiervoor heeft hij een methode ontwikkeld, een algoritme, waarmee je met die drie parameters (beweging, hartslag, ademhaling) automatisch en nauwkeurig kan laten zien of iemand in een lichte, diepe of in de REM-slaap is. Ook onderzocht hij of het mogelijk is mensen met een slaapstoornis thuis te volgen, naast het onderzoek in de een kliniek.

“Nu bewezen is dat die sleep trackers de mogelijkheid hebben om accuraat informatie te geven, kunnen we de volgende stap zetten. Samen met studenten van de TU/e en het slaapinstituut Kempenhaeghe gaan we met Philips onderzoeken of we de diagnoses van slaapproblemen kunnen verbeteren. 85% van de mensen met een slaapapneu is bijvoorbeeld niet gediagnostiseerd. Nader onderzoek moet uit wijzen of we deze technologie kunnen gebruiken om een slaapstoornis te diagnosticeren. Als dat lukt, dan kunnen we de bestaande apparaten uitbreiden naar een thuismeting waarbij we nauwkeurig kunnen zeggen hoe erg de apneu is, hoe die van dag tot dag varieert en wat de gevolgen ervan zijn gedurende de dag.”

Pedro Fonseca verdedigt zijn proefschrift op 18 april aan de Technische Universiteit Eindhoven.