Author profile picture

Zelf had hij er nooit aan gedacht, maar Ed Albers is projectmanager innovatie voor Marathon Eindhoven en dat doet hij als vrijwilliger. Het eerste dat hij deed, was structuur aanbrengen in de bezigheden rondom innovatie. “Het was eerlijk gezegd onsamenhangend, nu hebben we een langetermijnvisie.” Hij wil op termijn toe naar een zelfmanagementsysteem voor lopers, waarmee ze een seintje krijgen wanneer ze bijvoorbeeld moeten drinken en hoeveel ze moeten drinken. In de Stip, het grand café van het SX gebouw, vertelt hij over de langetermijnvisie en de editie van komend weekend.

Albers werkte vierentwintig jaar als fysiotherapeut, waarvan twee jaar in Noorwegen en een in Amerika. Toen hij terugkwam, ging hij werken voor het revalidatiecentrum Blixembosch. Daar werd hij in 1981 hoofd van de vakgroep fysiotherapie. Er kwam een kenniscentrum onderzoek, innovatie en kwaliteit. Albers kreeg de portefeuille innovatie en richtte zich vooral op sport voor mensen met een beperking. Vanuit daar richtte hij het sportcentrum Sporticipate op; sportmedisch advies voor mensen met een beperking. Hij haalde 1,2 miljoen euro binnen van de Provincie en de gemeente. Samen met de technisch manager van Blixembosch bouwde hij het ir. Otten Field Lab. “Op mijn hoogtepunt ben ik gestopt.” Toen het onderzoekslab officieel geopend werd, ging Albers met pensioen, dat was in 2015.

Eerder werkte hij al als vrijwilliger voor de marathon; hij was coördinator van de medische organisatie. Ook daar stopte hij mee in 2015. Hij ging een jaar fietsen, met zijn vrouw, naar Delphi. Eenmaal terug wilde hij toch weer iets voor de Marathon Eindhoven doen. Dat werd innovatie, iets waar hijzelf totaal niet aan had gedacht, zegt hij. “Maar ja, het is ook wel weer logisch. Het netwerk is niet nieuw voor mij. Ik zat toen al aan tafel met de provincie en de gemeente. Daar werk ik nu weer mee samen. En bedrijven als Philips ken ik ook al. Het was voor mij een gespreid bedje.”

De Marathon Eindhoven is al langer een proeftuin voor onderzoekers, zo vertelt Edgar de Veer, directeur van Golazo, organisator van Marathon Eindhoven. Steven Vos, professor aan de TU/e en lector Fontys Sporthogescholen, bracht de verschillende typen lopers in kaart: waarom gaat iemand rennen, welke wensen, motieven en behoeften hebben hardlopers? Het onderzoek vormt een vast onderdeel van de marathon. Ook werd er een app ontwikkeld waarmee toeschouwers de renners live konden volgen en werd in 2008 de allereerste versie van Arion, de slimme hardloopzool, getest, onder anderen door de toenmalige burgemeester. Het is De Veers ambitie om de meest innovatieve marathon van de wereld te worden.

“Voorheen was het zo dat iedereen die bij de marathon aanklopte, met iets innovatiefs, met open armen werd ontvangen. Maar dat is het laatste wat je moet doen, dan wordt het zo ad hoc en onsamenhangend.” Albers vindt dat je als marathon moet bepalen wat je wel en wat niet binnen haalt. “Je wilt kwaliteit leveren met je marathon en met degenen die bij de marathon betrokken zijn om wat met innovatie te doen, zij maken gebruik van de lopers.” Samen met De Veer ontwikkelde Albers een langetermijnvisie. De basis hiervoor komt van zijn eerste ervaring als medisch coördinator van de marathon. Tijdens die editie zag hij nog nooit zoveel lopers tegen de vlakte gaan omdat ze te weinig dronken. “Ik stond ’s maandags op de voorpagina van de krant met een infuus in mijn hand. Het was die editie heel warm en ontzettend veel lopers werden onwel. Er waren lopers bij met een spastische verlamming, een slappe verlamming, ik heb van alles langs de kant gezien. Het was verschrikkelijk.”

Albers wil in de toekomst lopers tijdens het rennen informatie geven over bijvoorbeeld die vochtbalans: “Ik wil naar zelfmanagement toe, want alleen als mensen er zelf iets mee gaan doen, dan werkt het.” Tijdens de marathon kunnen onderzoekers en bedrijven tools ontwikkelen of testen die daar een bijdrage aan leveren. Zo test onderzoeksinstituut imec Nederland, vanuit Nano4Sport, zaterdagavond tijdens de tien kilometer wedstijd haar bewegingssensoren en meten ze het hartritme van deelnemers. Daarmee zien ze of en hoe de manier van lopen verandert en of iemand vermoeider raakt.

Deze editie onderzoekt Thijs Eijsvogels, assistent professor Radboudumc Nijmegen, wat er met de kerntemperatuur van een loper gebeurt. De kerntemperatuur bepaalt je vochtdisbalans, legt Eijsvogels uit. Als die kerntemperatuur niet goed is dan herstel je dat met je vochtbalans. Zo’n tien marathonlopers, die voor een topprestatie gaan, slikken komende zondag een hittepil. Met een heupband om het middel wordt gemonitord hoe de kerntemperatuur tijdens het lopen verandert. Stijgt die temperatuur de eerste 10 of 20 kilometer en komt er dan een plateaufase waarin er geen verandering meer is? Of is blijft de temperatuur continue gedurende de hele marathon door stijgen? En is het zo dat hoe langer je loopt hoe hoger je temperatuur wordt? Vragen die ook een preventieve waarde hebben. Eijsvogels: “Die informatie is ook handig bij het inrichten van de medische posten: moet je die dan bij de finish inrichten of moeten we dat ook op andere punten doen?”

Zesvoudig Nederlands kampioen van de hele triatlon, Frank Heldoorn, onderzoekt tijdens de marathon de vochtbalans van deelnemers. Als triatleet presteerde hij toentertijd zo goed omdat hij zijn vochtbalans goed in de gaten hield. “Ik kiende precies uit hoeveel ik moest drinken. Dat hield ik tijdens trainingen bij in een schriftje. Als ik zes liter moest drinken, dan zorgde ik daarvoor. Viel er een bidon terwijl ik fietste dan stopte ik, want dat ik had het nodig. Ik heb er mooie prestaties mee geleverd.” Hij merkt, sinds hij coach is, dat mensen het niet zo nauw nemen met het drinken. Daar wil hij verandering in brengen en tijdens de marathon wil hij de vochtbalans van zo’n twee- tot driehonderd deelnemers onderzoeken.

Dat er een langetermijnvisie is, wil nog niet zeggen dat er tijdens de marathon geen ‘ad hoc’ innovaties getest mogen worden of onderzoek mag worden gedaan dat buiten dat kader valt. “Er is nog steeds ruimte voor andere innovaties. Alleen zijn we wel strenger aan het worden.” Zo was er dit jaar voor het eerst een deadline. Bedrijven en onderzoekers moesten hun voorstel voor 7 september hebben gedaan. Usono en Philips slaagden daarin: ze gaan testen met het draagbare echoapparaat Lumify in combinatie met de nieuwe ProbeFix Dynamic.

Albers ziet de mogelijkheden al voor zich. “Een algoritme zodat jij in je oortje hoort dat je moet gaan drinken en wanneer je weer genoeg hebt. Al moet er dan ook iets bedacht worden op dat drinken tijdens de marathon, dat dat makkelijker gaat.” En niet alleen het drinken zelf, Albers ziet ook mogelijkheden in de kleding. “Dat je exotherme kleding aantrekt die jouw warmte heel makkelijk afstaat, zodat je lichaamstemperatuur helemaal niet zo omhooggaat. Of als het heel koud is, endotherme kleding hebt die warmte vasthoudt.”

De Marathon Eindhoven is op 13 en 14 oktober

Credits hoofdfoto: Marathon Eindhoven