© Wokandapix / Pixabay
Author profile picture

Retail werd overvallen door Alibaba, Bol.com en Amazon, het hotelwezen is overhoop gegooid door Booking en Airbnb, en de journalistiek en media door Google, Facebook en andere platforms. De muziekindustrie is volstrekt veranderd – eerst door Napster, daarna door Spotify. Start-ups als Lawgeex beginnen momenteel segmenten van de juridische dienstverlening overbodig te maken. En banken worden steeds meer in de hoek gedrukt door mobiele diensten als Payoneer, Lending Club, Alipay en Paypal. Voorbeelden van systeemdisrupties zijn overal om ons heen.

Blinde vlekken: de plaatsen waar de disrupties ontstaan

Elke sector heeft een blinde vlek. Daar ontwikkelen nieuwe bedrijven de slimme  innovaties die het potentieel hebben om de regels van de sector om te gooien. Investeerders zoeken in die blinde vlekken naar de innovaties die uniek en snel schaalbaar zijn. Deze systeemdisrupties hebben we in de zes sectoren hierboven gezien. Hun impact was daar enorm. Maar zijn er meer sectoren met dit soort blinde vlekken. Ons hoger onderwijs is er daar één van. 

Universiteiten en hogescholen moeten zich voorbereiden op deze disrupties

De afgelopen maanden reisde ik langs verschillende universiteiten in Europa om te onderzoeken hoe zij omgaan met de blinde vlek van het hoger onderwijs, en hoe zij daarop anticiperen. Het was mooi dat de Universiteit Twente mij daartoe in staat stelde. Hierover schreef ik drie columns. De eerste gaat over de anatomie van systeemdisrupties in andere sectoren. De tweede gaat over wat er momenteel allemaal broeit aan de ‘aanbodkant’ van het hoger onderwijs: welke concurrenten zijn zich momenteel aan het warmlopen om onze universiteiten en hogescholen uit de dagen? En met wat voor waardeproposities doen zij dat? En de derde column ging over de veranderende vraagkant: wat willen studenten, werkgevers, en de maatschappij in de toekomst? 

Hoe kun je je voorbereiden met zoveel onzekerheden?

Hyperdigitalisering, agressieve nieuwe concurrenten, groeiende afhankelijkheid van EdTech, exponentieel groeiende investeringen van venture capitalists, de roep om flexibilisering en meer aanbod voor leven lang leren, én de roep om meer maatschappelijke relevantie: samen vormen ze een perfecte storm voor het hoger onderwijs. De regels van het internationale hoger onderwijs worden in de komende jaren herschreven, en onze instellingen moeten zorgen dat zij aan de tekentafel zitten.

Leren experimenteren

Ten eerste moeten de instellingen de interne keuken op orde brengen voor disrupties. Niemand weet hoe het hoger onderwijs van de toekomst eruit gaat zien. Dat betekent dat instellingen moeten leren om te experimenteren, durven te falen indien nodig, en dat wat werkt zo snel mogelijk op te schalen. Dat is een continu proces van iteraties. Voor het adaptieve vermogen dat daarvoor nodig is, moeten de organisaties wel zaken op orde brengen. Belangrijke uitdagingen daarvoor: rigide organisatievormen, het oplossen van de huidige problemen rondom werkdruk, en een bijdetijds HR-beleid organiseren. Voor deze drie zaken is de hulp van Den Haag echt onmisbaar. 

Kwaliteit op orde brengen

Ten tweede betekent het: zo snel mogelijk de kwaliteit van het digitaal en gepersonaliseerd onderwijs op niveau krijgen. De laatste twee jaren is daaraan hard gewerkt. Maar feit blijft: onze commerciële concurrenten zijn daarin echt veel verder dan onze eigen instellingen. Zij organiseren zich met slimme digitalisering rond de wensen van studenten. Ook maken zij intensiever gebruik van learning analytics en AI om slagingspercentages te vergroten. Onze universiteiten en hogescholen werken momenteel goed samen aan sterker digitaal hoger onderwijs in het Versnellingsplan. Maar de echte digitale transformatie moet nog wel in hun DNA komen. 

Waardeproposities voor de toekomst

Ten derde moeten universiteiten en hogescholen werken aan duidelijke waardeproposities voor de toekomst. De instellingen moeten ervoor zorgen dat deze proposities ook in de toekomst voor onze stakeholders en studenten blijvende meerwaarde hebben ten opzichte van die van de commerciële concurrenten die zich momenteel warmlopen. Pijlers onder zo’n propositie kunnen zijn: community-building en een gevoel van geborgenheid; sterke relaties met alumni en toegang tot alumni-netwerken; focus op gepersonaliseerde kwaliteit en samenwerking met onderzoek; gepersonaliseerd onderwijs; de unieke campussen en binnenstadslocaties; netwerken met buitenlandse universiteiten en hogescholen; of flexibel onderwijs en een leven lang leren (LLL). 

Aan de slag met de grote maatschappelijke transities

Tot slot zullen universiteiten en hogescholen zich maatschappelijk onmisbaar moeten maken. Zij moeten veel nadrukkelijker aan de slag met de grote maatschappelijke transities. En op die manier hun onmisbare rol als powerhouses bij die maatschappelijke uitdagingen voor iedereen duidelijk maken. Dat betekent dat de instellingen in hun interne programmering nauwe aansluiting moeten zoeken bij de grote uitdagingen rond energie, digitalisering, arbeidsmarkt, woningbouw, en klimaat. Het betekent ook dat hogeronderwijsinstellingen – vanuit hun positie van academische onafhankelijkheid – moeten leren beter samen te werken met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Dat is de enige manier waarop ze -ook in tijden van bezuinigingen-  onmisbaar kunnen blijven. 

Hoogste tijd om in actie te komen

Er is dus werk aan de winkel. Spoiler alert: drie factoren maken het voor onze universiteiten en hogescholen nóg ingewikkelder om de blinde vlekken de baas te blijven. De opeenstapeling van crises gaat leiden tot maatschappelijke en politieke inertie voor de volgende, zoveelste crisis: die van ons hoger onderwijs. De arbeidsmarkttekorten die veel instellingen nu al parten spelen, beperken de handelingsvrijheid van hogeronderwijsinstellingen. En een aanstaande recessie zal zonder twijfel leiden tot bezuinigingen op middellange termijn. Je zou denken: reden genoeg om snel te handelen. 

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Derek Jan Fikkers, Eugène Franken, JP Kroeger, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.