© Eimer Wieldraaijer, Bibliotheekblad
Author profile picture

Innovatie in Tilburg heeft een nieuwe centrale locatie: de LocHal in SPZ013, de Tilburgse spoorzone. In een serie van vier artikelen laat het Bibliotheekblad zien hoezeer het concept van de LocHal – met een centrale rol voor de bibliotheek – een voorbeeld kan zijn voor elke innovatieve stad. Vandaag op Innovation Origins deel 1 van het Dossier LocHal.

Door Anne-Louise van den Dool

Met de LocHal, Tilburgs centrale vestiging, is de Nederlandse bibliotheekbranche weer een kroonjuweel rijker. Peter Kok (directeur-bestuurder Bibliotheek Midden-Brabant), Angélique de Kort (manager Tilburgse bibliotheken, waaronder de LocHal) en Pieternel Thijssen (hoofd Innovatie, projectleider verbouwing LocHal en hoofd programmering LocHal) over het baanbrekende concept dat oud en nieuw verbindt.

Wie de bibliotheek van Tilburg tussen 2 december en 2 januari wilde bezoeken, stond voor een uitdaging: vanwege de verhuizing naar de verbouwde LocHal was de vestiging aan het Koningsplein gesloten. Leners konden terecht in een van de andere veertien Midden-Brabantse vestigingen – of ze konden een voorproefje krijgen van de innovatie die hen te wachten stond in de KennisMakerij, die al sinds 2014 op een steenworp afstand van de LocHal te vinden was.

Zowel de KennisMakerij als de LocHal bevindt zich in de Tilburgse Spoorzone, ook wel hip afgekort tot SPZ013, op enkele minuten loopafstand van het station. Tijdens die korte wandeling kom je al een veelheid aan Berlijns aandoende initiatieven tegen: van biologische lunchwagon Stoom013, gehuisvest in een gerestaureerd blauw treindeel, tot het chique EVE, te vinden in een veelhoekig glazen gebouw, dat vanuit de trein goed te bewonderen is. In het SPZ013-gebied, dat bol staat van de oude loodsen, industriële lampen en roestige rijplaten, hebben zich initiatieven uit allerlei disciplines gevestigd – van een brouwerij tot een tekenlokaal, van een dancehal tot locaties voor kinderfeestjes.

Met de keuze voor deze plek is het al direct duidelijk welke ambities de Bibliotheek Midden-Brabant met de grootste bibliotheekvestiging van Tilburg moet hebben gehad: creativiteit en bereikbaarheid hebben ongetwijfeld hoog in het vaandel gestaan. Die toon werd voor het eerst gezet toen in 2014 de KennisMakerij werd geopend, als voorloper van de LocHal en als paradepaardje van de Bibliotheek Nieuwe Stijl. Met denktanks, workshops, hackathons, discussiebijeenkomsten en veel ruimte voor eigen initiatief hoopte de bibliotheek ook toen al meer jonge creatievelingen aan te trekken.

Twee regels

Het is in deze loods waar Peter Kok, Angélique de Kort en Pieternel Thijssen klaarstaan voor een rondleiding door de LocHal, waaraan op dat moment nog de laatste hand wordt gelegd. De korte tour die zij voor ogen hebben, zal uiteindelijk ruim anderhalf uur duren – zo omvangrijk is het elfduizend vierkante meter tellende project.

Lopend van de KennisMakerij naar de LocHal vertellen de drie al het een ander over hun filosofie. Peter: ‘Bij de uitdagingen die we de afgelopen jaren zijn aangegaan, zijn we gaandeweg twee regels gaan hanteren. Ten eerste: we laten onze plannen het liefst tot stand komen in samenwerking met een partner uit de omgeving. Als we in ons Tilburgse netwerk geen geschikte partij vinden om een idee mee uit te voeren, is het waarschijnlijk geen goed idee. En ten tweede: een idee mág niet alleen mislukken, het móét soms zelfs mislukken, vanuit de gedachte dat je anders niet buiten de gebaande paden gaat programmeren– als je maar leert van de gemaakte fouten en die lessen terugkoppelt.’

Als we in ons Tilburgse netwerk geen geschikte partij vinden om een idee mee uit te voeren, is het waarschijnlijk geen goed idee

Eenmaal aangekomen in de LocHal blijft het drietal enthousiast over de nieuwe ruimte. Ze zijn zich maar al te goed bewust van de geestdrift waarmee ze over het project spreken. Angélique: ‘We beseffen dat we steeds weer vervallen in superlatieven, maar daar hebben we ook alle recht toe. In de LocHal hangen bijvoorbeeld de grootste textielen ter wereld, gemaakt door wereldberoemde ontwerpers, werkzaam bij Inside Outside en het TextielLab van het Tilburgse Textielmuseum. De bibliotheek in de LocHal biedt ruimte aan meer dan driehonderd werkplekken. En nog steeds zullen hier ook 150.000 boeken opgesteld blijven staan.’

Angélique de Kort, ook manager van de andere Tilburgse bibliotheekvestigingen, en Pieternel Thijssen, hoofd Innovatie, projectleider van de verbouwing LocHal en tevens verantwoordelijk voor de programmering, verbazen zich minstens net zo als hun directeur, en vertellen met veel enthousiasme over de details van het gebouw en haar geschiedenis: van de oude bewegwijzering op de vloer, waar vroeger alleen de directeur van de NS-werkplaats mocht lopen, omdat hij geen schoenen met stalen neuzen droeg, tot de door de gemeente gesponsorde plantenbakken die zich in de stalen constructies bevinden.

Ook de textielen trekken aandacht: lange gordijnen die met hun lengte van veertien meter en hun speciale structuur – die bijvoorbeeld ook tegen een omgestoten kopje koffie moet kunnen – hun weerga niet kennen. Ze hangen bevestigd aan lange rails aan het plafond, en kunnen zo worden gebruikt om aparte ruimtes te creëren, of glazen wanden toe te dekken.

Open ruimte

Want de LocHal, die van de organisatie steevast het predicaat ‘samenwerkplaats’ krijgt, is dankzij alle ruiten en een gebrek aan tussenmuren een open ruimte gebleven. ‘In de LocHal komen twee belangrijke elementen uit de Tilburgse geschiedenis bij elkaar’, vertelt Pieternel. ‘De voormalige NS-werkplaats voor locomotieven, gebouwd in 1932, waarin de nieuwe bibliotheek gevestigd zal zijn en de textielindustrie. Dit is nog nooit in Tilburg of daarbuiten vertoond: het is een enorm project, dat zich dubbel en dwars gaat terugverdienen in de grote betekenis die het gaat krijgen voor de inwoners van Tilburg. Dit wordt de nieuwe huiskamer van de stad, in het hart van de Spoorzone.’

Net als in andere gerenoveerde bibliotheken – zoals Schiedam, met diens achtergrond in jenever, en Oosterhout, met een pontificaal uitzicht op de oude kerk – is dus ook in Tilburg de keuze gemaakt voor modernisering in combinatie met geschiedenis. Een slimme zet: door bewoners aan te spreken op hun gemeenschappelijke verleden, voelen ze zich als vanzelf verbonden met dat nieuwe gebouw vol snufjes en spannende activiteiten.

In de LocHal krijgt niet alleen de bibliotheek een plek: ook Kunstloc, voorheen bkkc en Kunstbalie, en Seats2meet, waar mensen hun eigen werkplek kunnen reserveren, worden in het gebouw gehuisvest. Daarmee wordt de hal een combinatie van reuring en rust: wie ultieme stilte wenst, trekt zich terug in een van de glazen cabines op de bovenste verdiepingen, die uitkijken op de begane grond, met het Stadscafé, de tijdschriftenhoek en enorme leestafels, die rusten op oude treinonderstellen.

Innovatieve labs

Extra trots zijn Peter, Angélique en Pieternel op de zes innovatieve labs: bijzondere ruimtes met elk een eigen thema, waar naar hartenlust kan worden geëxperimenteerd. Zo wordt de bezoeker in het WoordLab omgeven door boeken en kan die hier schrijfworkshops en leesclubs bijwonen. In het DigiLab start de zoektocht naar de nieuwste technologieën en worden bezoekers uitgedaagd de uitvinder in zichzelf wakker te schudden. Games bouwen, 3D-printen of robots programmeren – niets is te gek.

In het FoodLab, bedoeld voor foodies, fijnproevers en nieuwsgierigen naar de herkomst van ons eten, leer je alles over voedingswaarden, productiestromen en innovatieve voedseltechnologieën. Ook het FutureLab biedt een blik in de toekomst: in deze ruimte is op ieder moment van de dag de actuele stand van de omgeving te zien. De ‘Monitor van de Stad’, in de vorm van schermen die Tilburg vanuit verschillende standpunten laten zien, toont tevens data over bijvoorbeeld energieverbruik, luchtkwaliteit en winkelleegstand, zodat de burger betrokken wordt bij uitdagingen waarvoor de stad staat.

In het TijdLab wordt aandacht besteed aan heden en verleden. In deze ruimte vindt de bezoeker bijvoorbeeld de Tilburgcollectie van de bibliotheek. Ook wordt ingegaan op typisch Tilburgse tradities en gebruiken. Bovendien worden er speciale voorwerpen uit de stad tentoongesteld en zijn er foto’s en films te zien. De textielgeschiedenis waarop de inrichting van het gebouw zo nadrukkelijk leunt, wordt hier eveneens belicht.

Het zesde lab, het GameLab, is een minimaal belichte ovalen ruimte, met chipachtige patronen op de muren en hoekjes waar de gamers graag met elkaar zullen willen gamen, maar waar ook ruimte is voor thema’s als verantwoord gamen en ouderbetrokkenheid. Hierbij wordt ook samengewerkt met het jongerenwerk in Tilburg.

Gedurfd idee

LocHal Tilburg
© Eimer Wieldraaijer, Bibliotheekblad

Pieternel: ‘In de nieuwe LocHal vieren we het experiment, waarin ook wel eens iets mag mislukken, als noodzakelijk onderdeel van ieder creatief proces. Ook in de bibliotheek moet men niet bang zijn om fouten te maken: bij het ontwerpen van een game, bij het schrijven van een verhaal of bij het maken van een film gaan nu eenmaal dingen mis. Dat is juist onderdeel van het uitvoeren van een echt gedurfd idee.’

“In de nieuwe LocHal vieren we het experiment, waarin ook wel eens iets mag mislukken, als noodzakelijk onderdeel van ieder creatief proces.”

Ook de experimentele KennisMakerij verhuist mee: in de nieuwe LocHal krijgt die een plaats op de eerste verdieping, in de vorm van een groot podium gemaakt van samengeperste boeken. De trappen eromheen fungeren als tribune, die plaats biedt aan zo’n honderd man. Zo is de KennisMakerij van een hoge hal een openbare ruimte geworden, waar voorstellingen kunnen worden opgevoerd, colleges kunnen worden gegeven en evenementen georganiseerd.

Het broertje van de KennisMakerij is de StemmingMakerij, een aparte zaal op de eerste verdieping van de LocHal. Op de stoelen en bankjes kunnen zo’n zestig bezoekers plaatsnemen. De ruimte, die met kleurrijke touwgordijnen van de rest van de bibliotheek is afgescheiden, kan worden gebruikt voor presentaties, workshops en andere activiteiten.

Tijdens deze rondgang komen we ook Gerry van Balkom, productmanager collectie, tegen. Zij weet ons gerust te stellen in de vragen over de omvang van de collectie. Raken de boeken niet ondergesneeuwd door al die technische en architectonische pracht en praal?

‘Op de tweede verdieping zijn de meeste boekenkasten te vinden’, legt ze uit. ‘Alle boeken uit het oude gebouw gaan mee naar de LocHal. De collectie krijgt een extra impuls, met een flink aantal nieuwe exemplaren. En we blijven een plusbibliotheek, dus ook de belangrijkste klassiekers uit de wereldliteratuur verhuizen mee. Bovendien heeft de verhuizing ervoor gezorgd dat we onze collectie nog eens goed moesten opschonen, waardoor het geheel er straks weer frisser uitziet. Een deel van de afgeschreven boeken vormt de ondergrond voor tafels en stoelen waarop mensen straks kunnen zitten.’

Daarnaast bevond zich op de oude locatie nog een compleet magazijn, gevuld met boeken die niet meer op de planken in de publieke ruimte stonden, maar af en toe nog wel werden uitgeleend. Een deel van die banden staat nu tussen de nieuwe boeken, inclusief magazijnstickertje. Dat past goed bij het industriële uiterlijk van de LocHal, hadden de collectioneurs bedacht.

Aarzelende bezoekers

Wie rondloopt door de LocHal, stelt zichzelf wellicht de vraag of te midden van al deze experimenten nog wel ruimte zal zijn voor de ouderwetse bezoeker, die niet op zoek is naar flitsende gamelabs, informatie over de nieuwste hard- en software en niet per se hoeft mee te denken over de meest pregnante maatschappelijke vraagstukken van de stad.

Over iedere spijker is nagedacht

‘Daar zijn we ons zeker van bewust’, beaamt Angélique. ‘Sommige bezoekers van onze oude vestiging op het Koningsplein zullen niet vanzelfsprekend de weg naar de LocHal in de Spoorzone vinden. Anderen roepen juist nu al dit een fantastische plek te vinden. Een trouwe bezoekster van bijna tachtig gaf laatst nog aan haar volgende verjaardag met vriendinnen hier te willen vieren. Maar natuurlijk blijft het een uitdaging, die we graag met beide handen aangrijpen om iets extra’s voor deze doelgroep te organiseren. In februari worden dan ook speciale kennismakingsbezoeken georganiseerd, waarbij de aarzelende bezoekers bij de oude vestiging op het Koningsplein worden opgehaald en een rondleiding door de LocHal krijgen. We laten dan ook zien waar hun favoriete kranten, tijdschriften en boeken liggen, met afsluitend een kopje koffie. Ook komt er een bushalte voor de deur, zodat bezoekers die slecht ter been zijn ons nog steeds kunnen bereiken. Ook bieden we uiteraard nog steeds cursussen als Klik & Tik en Digisterker aan.’

Concessies

De LocHal lijkt een project waarbij alle dromen die de directie had, zijn uitgekomen. Interessant genoeg hadden ze echter wel degelijk enkele bijzondere ‘wensen’ die niet in vervulling zijn gegaan. ‘In navolging van het draaiende huis op een van de rotondes in Tilburg hadden we graag bewegende vergaderruimtes willen hebben, waarbij je in vijftig minuten door het gebouw bent gereisd’, vertelt Peter. ‘Ook hadden we bovenop de kranen – hoge stalen constructies die boven de derde verdieping hangen – werkplekken willen maken, maar dat was in het kader van de veiligheid helaas geen optie.’

Ook is hij wat minder blij met de bouwplannen voor het stuk grond naast de LocHal: waar je nu vanaf de bovenste etages uitkijkt op het moderne station, wordt een deel van het zicht binnen enkele jaren waarschijnlijk geblokkeerd door een woontoren en een kantoorgebouw. Aan de LocHal is bovendien een enorm stadsbalkon gebouwd, van waaruit men kan uitkijken over heel Tilburg. De balzaal van zestig meter breed, zes meter diep en zes meter hoog behoort helaas niet toe aan de bibliotheek: het is in eigendom van de gemeente, die er waarschijnlijk een sterrenrestaurant laat huisvesten.

Dit lijken de enige concessies die de directeur heeft moeten doen tijdens dit hele project: over iedere spijker is nagedacht. De akoestiek van het gebouw vormde een extra uitdaging: in de LocHal moest plaats zijn voor zowel rumoer als opperste rust.

‘Wie het prettig vindt in stilte te werken, doet dat bijvoorbeeld in een aparte ruimte, of achter een van de glazen wanden’, laat Pieternel zien. ‘De reuring kun je opzoeken door op de begane grond in de buurt van het Stadscafé te gaan zitten, of aan een van de balustrades, in de buurt van het geluid van Seats2meet.’

Verdienmodel

Al die gratis werkplekken doen de vraag rijzen welk verdienmodel de LocHal precies aanhangt: zzp’ers en studenten die de hele dag zonder abonnement of consumptie in de bibliotheek verblijven, leveren tenslotte geen geld op. Sommige bibliotheken maken daarom juist de keuze het aantal werkplekken te verkleinen en meer ruimte uit te trekken voor een horecagelegenheid, zodat bezoekers eerder geneigd zijn een kopje koffie te bestellen.

‘Daar kiezen wij niet voor’, reageert Angélique direct. ‘De bibliotheek is de laatste plek in de stad waar je kunt verblijven zonder verplichtingen. Dat mag natuurlijk niet verdwijnen. Veel bibliotheken zijn nog steeds geneigd te denken in abonnementen, maar wij zijn van mening dat zulke constructies niet meer van deze tijd zijn: mensen willen nergens meer aan vast zitten. In de toekomst willen we daar dan ook verandering in brengen.

“De bibliotheek is de laatste plek in de stad waar je kunt verblijven zonder verplichtingen. Dat mag natuurlijk niet verdwijnen”

Wij hebben het enorme geluk dat we een gezonde bibliotheekorganisatie zijn, in een werkgebied met zes gemeenten die enorm goed met ons mee denken. Met hen gaan we een gesprek aan dat niet draait om ledenaantallen en de daarvan afhankelijke subsidiegelden, maar hebben we het over onze toevoeging aan de Spoorzone in het bijzonder en over de maatschappelijke meerwaarde voor de samenleving als geheel. Gelukkig hebben we de cultuurwethouders er stuk voor stuk van weten te overtuigen welke meerwaarde wij hebben. We hebben het dus niet zozeer over de kosten, maar veel meer over de baten en de impact: ook de gemeente Tilburg ziet welke betekenis dit gebouw heeft voor de stad.

Bovendien zoeken we niet alleen de samenwerking op met de gemeente, maar ook met andere partners uit de stad. In ons GameLab trekken we bijvoorbeeld samen op met Verantwoord Gamen, om zo te laten zien hoe groot de meerwaarde van het spelen van spelletjes kan zijn: het kan kinderen juist helpen strategisch te denken. In het FutureLab werkt de LocHal samen met vernieuwende bedrijven en organisaties als innovatiebureau BANK15, ESIW/Dear Future en het Tilburg Institute for Technology and Law van Tilburg University. In het WoordLab krijgt de bibliotheek in de toekomst hopelijk de kennis en expertise van uitgeverij Tilt, Stichting Tilburgse Taol of Stichting Cools te gast.’

Personal librarians

Andere bibliotheken die hun identiteit probeerden te vernieuwen, stuitten op een uitdaging op personeelsgebied: niet iedereen was in staat mee te gaan in de transitie van uitleen- naar programmeringsbibliotheek. Hoge kosten door omscholing, reeksen ontslagen, eindeloze sollicitatierondes en ontevreden medewerkers waren soms het gevolg.
Dat heeft de Tilburgse bibliotheek slim ondervangen, legt Peter uit: ‘Wij zijn in 2012 al begonnen met het herstructureren van ons personeel. We hebben toen vijfentwintig procent van ons personeel moeten ontslaan, en hebben daarna veel medewerkers aangenomen met een andere achtergrond, zoals in de cultuurwetenschappen of de filosofie. Bij haar aannamebeleid kijkt de Bibliotheek Midden-Brabant dan ook naar andere kwaliteiten van potentiële medewerkers, zoals programmamakers, die hun eigen netwerk uit de stad meebrengen. De verdieping die voor deze nieuwe werkomgeving nodig is, hebben onze collega’s al. Zo zullen in de LocHal ook personal librarians rondlopen, die klanten adviseren over hun boekkeuze, op basis van hun smaak en wensen.’

Wie langs alle labs wandelt, wordt wellicht overvallen door de vraag of de Tilburgse LocHal misschien niet op te veel borden tegelijk probeert te schaken. Toch worden er wel degelijk keuzes gemaakt, vertelt Pieternel.
‘We doen zeker niet alles: als het thema van de Kinderboekenweek niet aansluit bij onze wensen, voelen we ons niet verplicht daaraan mee te doen. Bovendien gaan we al die tweeduizend activiteiten en evenementen die we op jaarbasis in heel ons werkgebied organiseren niet alleen aan: dankzij al onze samenwerkingspartners kunnen we kosten en tijd verdelen.’