Foto: © Bram Saeys; werkbezoek van ZMK aan de maakindustrie van Brainport Eindhoven. Hij bezoekt oa Huijbregts en MTA
Author profile picture

Nieuwsgierig kijken ze op van hun werkbanken, even laten de medewerkers metalen onderdelen waar ze aan werken voor wat ze zijn. Het gebeurt natuurlijk niet iedere dag dat de koning langskomt. Nu wel. Koning Willem-Alexander bezocht in Brainport Eindhoven twee bedrijven waar hij alles hoorde over de maakindustrie, ecosystemen en talentontwikkeling.

Het personeel MTA in Helmond gaan meteen weer aan de slag als Willem-Alexander voorbij hun werkbanken is gelopen, want onderdelen komen niet vanzelf, grapt iemand die bezig is met het in elkaar zetten van een systeem dat op hoge snelheid krimpfolie om producten wikkelt in een fabriek.

Ondertussen krijgt de koning een bliksemrondleiding over de werkvloer en ziet hij waar MTA nog meer aan werkt. Zo leveren ze modules voor de 3D-metaalprinters van Additive Industries, werken ze met klanten aan een hydraulisch systeem dat asperges steekt – waarover koning Willem-Alexander zich had laten vertellen dat dit een lastig klusje is voor een machine. “Hier doen we dat gewoon”, lacht Patrick Geerts, één van de twee oprichters van het Helmondse bedrijf. Ook ontwikkelt de systeemleverancier een machine waarmee paspoorten worden gepersonaliseerd.

Van spare parts naar oplossingen

“Samenwerking is hierin essentieel. Bedrijven die eerst alles zelf maakten, gaan steeds meer complete delen van machines uitbesteden, dit zorgt ervoor dat je met elkaar moet nadenken hoe onderdelen op elkaar aansluiten”, aldus Geerts. Het heeft volgens hem weinig zin als iedereen op zijn eigen eiland blijft, juist door te investeren in goede partnerbanden kom je verder. “Niemand kan alles alleen doen.”

Willem-Alexander knikt en noemt ASML en haar toeleveranciers als voorbeeld. “Precies!” John Jorritsma, burgermeeser van Eindhoven en voorzitter van de Brainport Regio vult aan: “Deze bedrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het ecosysteem. Dat gaat met heldere communicatie en op basis van vertrouwen.” Hier plukken bedrijven nu de vruchten van, om dit te staven lepelt Jorritsma de economische successen van de regio op: 4,9 procent groei, een grote toename in banen en onderdelen uit de Brainport-maakindustrie die de hele wereld over gaan. Jorritsma: “Ook het MKB profiteert hiervan, toeleveranciers leveren niet langer spare parts, maar oplossingen.” En voor die oplossingen moeten deze bedrijven aan steeds hogere eisen kunnen voldoen.

Hoe ze dat doen, wil de koning wel horen. Volgens Daan Kersten, CEO van Additive Industries is dit een combinatie van verschillende factoren. Investeren in kennis en omzetten in een businesscase die opschaalbaar is. Als voorbeeld noemt hij de 3D-metaalprinttechniek en machinebouw waar de afgelopen jaren in is geinvesteerd door allerlei partijen. “Dit heeft een hoop nieuwe kennis opgeleverd, waar iedereen in de keten van profiteert.”

Vertrouwen is essentieel

Willem-Alexander kijkt zijn tafelgenoten vragend aan, hoe zit dat juridisch? Geerts lachend: “In deze regio beginnen we gewoon, dat vastleggen komt later wel.” Jorritsma springt bij: “Dit is wederom een kwestie van vertrouwen en open communicatie. Dat is soms eng en mensen steken hun nek uit, maar elkaar kunnen vertrouwen is essentieel voor het ecosysteem.” De koning knikt en Kersten gaat verder waardoor het volgens hem komt dat maakbedrijven steeds hogere kwaliteit leveren:

“ Fysieke nabijheid is ongelooflijk belangrijk in een ontwikkelingsproces. Je zoekt elkaar makkelijker op. Een papiertje met een idee erop is zo doorgegeven en de ander kan meteen reageren. Face to face werkt zoiets beter”, dan lachend: “En soms neem je samen een biertje en dan komt dat papiertje er weer bij.”

En natuurlijk gaat dat weleens mis, benadrukt Jorritsma. Hij geeft Willem-Alexander een geschiedenisles over de jaren negentig in Eindhoven. DAF failliet en Philips weg uit de stad. Toen zijn de hoofden bij elkaar gestoken om ervoor te zorgen dat de regio op eigen benen kon staan. – “Loskomen van het infuus van Philips.” – Jorritsma noemt die periode een diep dal en om eruit te komen was samenwerking noodzakelijk. Jorritsma: “Nu is de keten met elkaar verweven. Niemand wil terug naar die tijd, daarom delen we verlies en proberen we te leren van elkaars fouten als iets niet lukt.”

Zoektocht naar talent

Veel bedrijven in de maakindustrie lukt het steeds moeilijker goed personeel te vinden. Daarover praat koning Willem-Alexander in de personeelsruimte van Huijbregts groep werknemers, een student en vertegenwoordigers uit het onderwijs. Maar eerst een rondje door de fabriek van de poedergigant uit Helmond. Koning of niet, ook Willem-Alexander moet zich in een fabrieksjas hijsen. Compleet met haarnetje en plastic slofjes. Huijbregts levert mengpoeders voor de voedselindustrie. Specerijen, smaak -en kleurstoffen, vitaminen en zout om maar wat te noemen. Zo’n 350 ton poeders per dag gaat er door het mengsysteem, dat alles automatisch mengt. De mengsels komen terecht in ovenfrites, in vleesvervangers, snacks, worstjes, soep en nog tientallen voedingsmiddelen.

Frans Huijbregts, de directeur van het familiebedrijf merkt dat het moeilijker is om personeel te vinden: “Zowel technische mensen als handen voor productie, het remt onze groei.” Daarom investeert Huijbregts veel de scholing van het personeel dat hij heeft. Het bedrijf heeft een bedrijfsschool waar werknemers cursussen nemen of kunnen worden omgeschoold. Samen met ROC’s bieden ze een intern programma aan waar studenten schoolopdrachten afwisselen met de praktijkervaringen uit het bedrijf. En werknemers die geen Nederlands spreken, leren de taal. “Tegenwoordig is de voedingsindustrie steeds meer een hightech-sector, dat vraagt andere kwaliteiten van je mensen. Ook staat de technologie niet stil. Wat ze nu op een opleiding leren is over een paar jaar al oud. Daarom is het belangrijk om te blijven hameren op een leven lang leren. Daarin is het belangrijk om talent te benutten, samen kijken wat bij iemand past zodat hij het maximale uit zichzelf kan halen”, legt Huijbregts uit.

Hybride leraar

Maar ook in het MBO onderwijs zitten opleidingen – letterlijk- dichter tegen de praktijk. Summa heeft opleidingen op de Brainport Industries Campus en op de Automotive Campus in Helmond waar studenten zo bij een bedrijf binnen kunnen lopen. Het is beleid van Summa om verzamelgebouwen steeds meer af te stoten en opleidingen te verplaatsen naar een plek dicht op de praktijk. En als dat niet lukt? Dan schakelt Summa de ‘hybride docent’ in. Een leraar die een deel van zijn tijd voor de klas staat en de rest van zijn tijd werkt in de sector waarover hij lesgeeft. Zo blijven docenten toch op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

“Wat is er nou mooier dan je passie doorgeven? En ik kan nog zelf blijven sleutelen ook. Ik vind het ideaal”, vertelt een ‘hybride docent’ enthousiast aan de koning. Het schoolboek blijft de rode draad, maar aangevuld met voorbeelden uit de praktijk blijft het beter hangen bij studenten, is het idee erachter. Huijbregts vult aan: “Het is een goede zaak als docenten nog met één been in de praktijk staan. Maar we staan voor een grote uitdaging met zijn allen.” Zo denkt Huijbregts erover om werknemers uit Italië, Spanje of Hongarije hierheen te halen.

Het werkbezoek was een voorbereiding op de nieuwsjaarsreceptie van koning Willem-Alexander en koningin Maxima volgende maand. Deze editie is er extra aandacht voor de maakindustrie. Zijn bezoek aan Brainport Eindhoven was een goede gelegenheid om te horen en zien wat er speelt in deze sector.

Beeldmateriaal: ©Bram Saeys