Mary Robinson Foto: InnoEnergy
Author profile picture

De voormalige president van Ierland en hogecommissaris voor de mensenrechten, Mary Robinson, vindt dat de Europese Commissie vaart moet zetten achter het verduurzamen van de energieopwekking in de lidstaten en dat we zo snel mogelijk af moeten van fossiele brandstoffen. Anders lukt het niet om in 2050 CO2 neutraal te produceren. In 2010 richtte ze haar eigen klimaatstichting op, Climate Justice, waarmee ze op wil komen voor slachtoffers van klimaatverandering.

Robinson sprak tijdens het congres van de Europese investeerder InnoEnergy afgelopen week in Parijs met ondernemers met start-ups in duurzame energie.

Wij stelden haar daarna drie vragen die we eerder ook voorlegden aan de ceo van InnoEnergy, Diego Pavía. Anders dan investeerder Pavía voorziet Robinson weerstand bij een aantal lidstaten omdat deze vooralsnog vast lijken te houden aan energieopwekking door het verstoken van kolen.

Hoe ziet u de roadmap voor Europa naar 2030 waarbij de uitstoot van broeikasgassen gehalveerd moeten zijn en 2050 koolstofvrij moet zijn. Wat moet er minimaal gebeuren om die doelen te bereiken?

„Het eerste dat voor elkaar moet komen is dat zowel de landen als de grote industriële bedrijven zich verbinden aan het doel om in 2050 koolstof neutraal te zijn. En van daaruit moeten ze gaan werken. We hebben een coalitie van landen die verbonden zijn aan koolstofneutraliteit. Er zijn ongeveer 20 landen en steden wereldwijd die hier aan meewerken. Hopelijk lukt het al om dit doel in 2030 te bereiken. En daarna moeten we dat uitwerken op specifieke onderwerpen, hetgeen in de woorden van de secretaris-generaal van de VN neerkomt op ‘geen nieuwe kolen vanaf 2020’. We moeten de bestaande kolencentrales uitfaseren. In plaats daarvan hebben innovatie nodig. De wetenschappers vertelden ons dat hun rapport om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graad te doen is als we over de politieke wil beschikken. Ik ben er in het bijzonder in geïnteresseerd hoe we die politieke wil van onderaf kunnen mobiliseren om regeringen aan te moedigen. Ik zie het gebeuren: ik zie schoolkinderen, jonge mensen, leden van Extinction Rebellion, vrouwelijke leiders die opstaan zoals nooit tevoren. Er zijn bedrijven die niet gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen, investeerders die niet meer in stranded assets [bedrijven of aandelen in bedrijven die snel in waarde kunnen dalen door de milieuschade die ze veroorzaken, red.] willen zitten, filantropie, nieuwe handelsunies. Al die partijen vormen gezamenlijk een losse, bredere beweging. Die moet zich nu richten op verschillende regio’s en verschillende landen en deze wellicht aanvliegen vanuit verschillende invalshoeken. Je ziet een heel ongebruikelijke alliantie ontstaan. Je ziet zakelijk leiders en investeerders toetreden tot de burgerlijke samenleving. Je ziet vrouwelijke leiders opstaan die zich inspannen om regeringen en bedrijven aan te moedigen om bepaalde stappen te nemen.”

Wat verwacht u van de Green Deal van eurocommissaris Frans Timmermans, het hoofdstuk waarin zal staan hoe de EU de doelstellingen voor 2030 en 2050 zal verwezenlijken?

„Ik weet niet zeker of ik goed genoeg geïnformeerd ben om dat te weten. Ik ben me ervan bewust dat er een probleem is voor wat betreft het weggaan van steenkool. Ik denk dat de lidstaten van de EU op een verschillend niveau van ambitie verkeren op dat vlak. Dus het is heel belangrijk dat de Europese Commissie een grotere ambitie om van steenkool af te gaan bij alle landen probeert aan te moedigen. Ik ben op dat punt bijvoorbeeld onder de indruk van Denemarken. Dat land beloofde tijdens de klimaattop om in 2030 77 procent minder broeikasgassen uit te gaan stoten [in plaats van de afgesproken 45 procent, red.]. Ik denk dat dit het meest ambitieuze doel tot nu toe is.”

Ziet u obstakels voor goedkeuring door de lidstaten van de Green Deal?

„Het is op dit moment heel erg belangrijk dat Europa zich manifesteert als een leider en ambitie toont. Dat was Europa in het verleden ook. Maar dat leiderschap hebben ze een beetje verloren. Ze moeten er echt een schepje bovenop doen. Ik denk dat daar een sterke beweging binnen de verschillende landen binnen de EU voor nodig is, die leiders aanmoedigt om te begrijpen dat we het hebben over een veilige toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. Europa móet de leiding nemen. We hebben daar een historische verantwoordelijkheid voor. En we zitten ook in de positie waarbij we de leiding kúnnen nemen. We hebben economieën die leidend kunnen zijn in deze energietransitie en die dat naar mijn mening ook moeten zijn. Anders zullen we in toenemende mate te maken krijgen met ontwrichting van de samenleving. Mensen tolereren ‘business as usual’ niet meer. Die ontwrichting kan vele vormen aan nemen. Deze kan zich uiten in een toenemend aantal rechtszaken tegen bedrijven, druk van aandeelhouders op bedrijven, bewegingen die opstaan zoals Extinction Rebellion. Het kunnen winstwaarschuwingen zijn van investeerders in bedrijven die wijzen op een blootstelling aan bepaalde risico’s. Als we geen ambitieuze Green Deal krijgen zullen we meer ontwrichting gaan zien.”

Maar binnen de verschillende lidstaten van de EU zijn er ook bewegingen en politieke partijen die niet geloven dat er sprake is van klimaatverandering en die zich tegen zo’n ambitieuze Green Deal zullen verzetten.

„Dat klopt. Er is toenemend populisme. Er is tegendruk. Maar jonge mensen kijken vooral naar de wetenschap. En de wetenschap is heel duidelijk. Dus ik denk dat dit bepalend zal zijn. Ik ben gevraagd om beschermvrouwe te worden van de International Science Council. Dat is een raad die afgelopen jaar ontstaan is door een samenvoeging van de internationale wetenschapsraad en de internationale sociale wetenschapsraad. Het belang daarvan is om de harde natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen bij elkaar te brengen. Dat is heel belangrijk omdat deze raad een lichaam is dat de stem van de wetenschap op mondiaal niveau wil zijn. Ik voel heel sterk dat we in de wetenschap moeten blijven geloven. Dat we onder álle omstandigheden de wetenschap in gedachten moeten houden. In de wetenschap ligt het antwoord op de vraag hoe we de klimaatverandering moeten aanpakken. De rapporten vertellen ons in toenemende mate dat de het klimaatprobleem urgenter is dan oorspronkelijk gedacht en dat het klimaat sneller verandert. We moeten alert zijn op een goede aanpak van deze situatie.”