Author profile picture

‘Beter een Fast Follower, dan een Slechte Willie Wortel, maar laat ook de kracht van verbeelding aan het werk bij de uitvoering van innovaties in de scheepvaart. En zet door, ook als er praktische bezwaren uit het veld komen’. Dat was de boodschap op het TKI-event Maritime with a Mission dat eind november werd gehouden op de SS Rotterdam in de haven van Rotterdam. Op de conferentie werden toepasbare, innovatieve oplossingen voor de scheepvaart besproken. De conclusie: het is een kwestie van doorpakken en niet afwachten tot het moment dat iemand anders in het maritiem cluster de uitdaging aangaat.

Nederlandse scheepswerven en ondersteunende dienstverleners ontwikkelen al tientallen jaren innovatieve concepten voor gespecialiseerde scheepsbouw. Dat is hun tegenzet in de internationale scheepsbouwmarkt, waarin scheepsbouwers van mega carriers in het Verre Oosten nogal dominant zijn. Maar hoe efficiënt, duurzaam en milieuvriendelijk de maritieme industrie ook kan zijn, het lukt ze nauwelijks zich van het imago van grote vervuiler te ontdoen.

Groen schip

Een voorbeeld van het tegendeel is het binnenvaartschip Sendo Liner dat Concordia Damen in samenwerking met Sendo Shipping in eigen beheer heeft ontworpen en gebouwd. Het ‘groene’ schip kreeg begin november het predicaat KNVTS Schip van het Jaar 2019 tijdens het Maritime Gala.

Maritime Awards Gala 2019

Het vernieuwende in ‘het schip van de toekomst’ zit in het duurzame, efficiënte, zuinige en schone ontwerp. De afmetingen zijn dusdanig dat er meer ruimte voor containers in het laadruim is dan op reguliere binnenvaartschepen. Scheepsbouwer en binnenvaartonderneming hebben kennelijk dusdanig vertrouwen in het concept dat dit de ontwikkeling en bouw van twee Sendo Liners XL rechtvaardigde. Deze schepen komen begin 2020 in de vaart.

CEO Chris Kornet van Concordia Damen constateert dat er zeker meer belangstelling is vanuit de markt voor dit binnenvaartconcept dat zonder subsidie is ontwikkeld: “Er zijn op hetzelfde concept al vijf schepen in aanbouw. Met name ladingeigenaren hebben belang bij deze vorm van vervoer. Zij sluiten daarvoor al meerjarige contracten. De banken zijn ook geïnteresseerd in dit type binnenvaartschip, vanwege de combinatie van het schip en het belang van de ladingeigenaar.”

Energiezuinige veerboot

In Kopenhagen is te zien dat schepen elektrisch kunnen varen, mits ze worden ingezet voor korte, regelmatige afstanden. Dat sprak vervoerder Arriva aan die een Damen Ferry 2306 E3 kocht. Daarbij nam hij voor lief nam dat de investering pas na zes jaar rendabel zal zijn.

Product director ferries Henk Grunstra vindt het voor de hand liggen dat Arriva investeerde in de energiezuinige veerboot. Hij meldt dat de initiële investering van veerboten met een zogenaamd groene voortstuwing altijd hoger is dan wanneer gekozen wordt voor een conventionele oplossing. “Er is zeker over de gehele levensduur sprake van lagere operationele kosten. De hogere investering wordt daarom na verloop van tijd terugverdiend. Het omslagpunt is soms al na een aantal jaren. Reders met een lange horizon zullen dus makkelijker kiezen voor een groene oplossing.”

Grunstra weet ook dat de veerbotensector nog steeds terughoudend is om in groene energie voortgestuwde schepen te investeren. De behaalde marges in de sector zijn nogal klein en de overheid faciliteert ook niet echt. Deze geeft korte-termijnconcessies uit en is niet bepaald scheutig met subsidies om groene veerboten in de vaart te brengen of om eigenaar te worden van dit soort boten, zo vindt de sector.

Technologie wordt goedkoper en betrouwbaarder

In het algemeen moet de scheepvaart het hebben van financiers die bereid zijn in groene vervoersoplossingen te investeren. Dat gebeurt steeds vaker, doordat banken en andere financiers er vanuit dat de milieuvriendelijke technologie goedkoper en betrouwbaarder wordt.

De brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT) bevestigt dat de Nederlandse overheid nauwelijks steun verleent aan de scheepsbouwsector. “In principe is NMT een groot voorstander van een vrije markt waarbij de sector de eigen broek ophoudt”, zo heet het – om daaraan toe te voegen dat ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling altijd van belang is. De overheid kan dat doen via de zogeheten Subsidie Duurzame Scheepsbouw. Andere Europese landen hebben echter meer steunmaatregelen en passen die in voorkomende gevallen royaler toe. Zoveel is duidelijk: er valt wereldwijd voor de Nederlanders nog een betere marktpositie te veroveren op het gebied van vernieuwing en verduurzaming van alle scheepssoorten, zolang er geen sprake is van het zo gewenste gelijke speelveld.